Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Lessenserie M3.DU2. Les 1
Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden
1 / 23
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
23 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden
Slide 1 - Diapositive
Basisregel voor het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden
Het voltooid deelwoord wordt gevormd door:
GE + STAM + T
Bijvoorbeeld:
hören - Wir haben es gestern schon gehört.
spielen - Mein Hund hat mit meiner Katze gespielt.
Slide 2 - Diapositive
Uitzondering
Het voltooid deelwoord van werkwoorden waarbij de stam op een -t of een -d eindigt, wordt gevormd door:
GE + STAM + ET
Bijvoorbeeld:
arbeiten - Wir haben gestern den gazen Tag gearbeitet.
Slide 3 - Diapositive
We gaan oefenen!
Vul het juiste voltooid deelwoord in.
Slide 4 - Diapositive
Voltooid deelwoord?
Wo habt ihr letztes Jahr____(wohnen)
Slide 5 - Question ouverte
Voltooid deelwoord?
Früher habe ich viel____(tanzen = dansen)
Slide 6 - Question ouverte
Voltooid deelwoord?
Ich habe ein großes Haus ___________. (mieten)
Slide 7 - Question ouverte
Voltooid deelwoord?
Ihr habt das Nintendo Spiel ______(kaufen).
Slide 8 - Question ouverte
Voltooid deelwoord?
Wie lange hast du ______(warten)?
Slide 9 - Question ouverte
Modale hulpwerkwoorden 1
Slide 10 - Diapositive
Welke zijn er?
können wollen dürfen
müssen sollen mögen
möchten
Slide 11 - Diapositive
Kies de juiste betekenis:
Er _________ (wil) heute ausschlafen.
A
müssen
B
möchten
C
sollen
D
wollen
Slide 12 - Quiz
Kies de juiste betekenis:
Er _________ (mag) heute ausschlafen.
A
müssen
B
möchten
C
dürfen
D
mögen
Slide 13 - Quiz
Kies de juiste betekenis:
Ich ______ (zou graag willen) Ski fahren.
A
mögen
B
möchten
C
wollen
D
sollen
Slide 14 - Quiz
Kies de juiste betekenis:
Ich ______ (moet) morgens immer früh aufstehen
A
müssen
B
möchten
C
sollen
D
wollen
Slide 15 - Quiz
En wat was hun betekenis:
dürfen
können
mögen
müssen
möchten
mogen (toestemming)
kunnen
mogen (houden van)
moeten
zou graag willen
Slide 16 - Question de remorquage
Er _______ nächste Woche nicht mit uns nach Berlin fahren
A
könn
B
kann
C
kanne
D
kan
Slide 17 - Quiz
Ich _______ gar nichts!
A
musse
B
muss
C
wille
D
kan
Slide 18 - Quiz
Sie _______ noch nicht nach Hause!
A
musse
B
musst
C
will
D
willt
Slide 19 - Quiz
____________ ihr euren Klassenlehrer?
A
Mögt
B
Magt
C
Mag
D
Möchtet
Slide 20 - Quiz
Wir __________ in der Klasse keinen Kaugummi essen.
A
dürven
B
dürfen
C
Darf
D
mögen
Slide 21 - Quiz
____________ ihr etwas essen?
A
Magt
B
Möchtet
C
Mögt
D
Mögtet
Slide 22 - Quiz
Kenn ik de betekenissen van de modale werkwoorden?
A
ja
B
nee
C
niet helemaal
Slide 23 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
B2C Les 28
Novembre 2021
- Leçon avec
31 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
modale werkwoorden en volt. deelwoord
Mars 2024
- Leçon avec
33 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
voltooid deelwoord 2 tl / 3tl
Octobre 2022
- Leçon avec
28 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Voltooid deelwoord
Janvier 2022
- Leçon avec
20 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Kapitel 4 - Grammatik - Het voltooid deelwoord
Août 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Voltooid deelwoord
Novembre 2021
- Leçon avec
26 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Voltooid deelwoord
Décembre 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Voltooid deelwoord Zwakke werkwoorden
Octobre 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, havo, vwo
Leerjaar 2,4