VEI M2 6.1 Organismen en hun omgeving 2022 2023

Welkom!! Fijn dat jullie er zijn!
Pak je boeken/laptop erbij
Doe je jas uit
Doe je telefoon in de bak!
Wacht tot de les begint 
Steek je vinger op als je wat wil zeggen/vragen
Luister naar elkaar, want je hebt respect voor elkaar



1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!! Fijn dat jullie er zijn!
Pak je boeken/laptop erbij
Doe je jas uit
Doe je telefoon in de bak!
Wacht tot de les begint 
Steek je vinger op als je wat wil zeggen/vragen
Luister naar elkaar, want je hebt respect voor elkaar



Slide 1 - Diapositive

Thema 6: Ecologie en Duurzaamheid
Basisstof 1: Organismen in hun omgeving
+
Basisstof 2: Voedselrelaties

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen bij 6.1 Organismen en hun omgeving
Aan het einde van de eerste les...
  1.  Weet je wat ecologie is.
  2.  Kun jij voorbeelden noemen van Biotische en Abiotische factoren.
  3.  Ken je de 4 niveaus van de ecologie 
Aan het einde van de tweede les...
  1.  Weet je wat een voedselketen en voedselweb is



Slide 3 - Diapositive

Begrippen bij 6.1 Organismen en hun omgeving
ecologie                               studie van relaties tussen organismen en hun milieu
milieu                                     leefomgeving van een organisme
biotische factoren           invloeden van de levende natuur
abiotische factoren        invloeden van de levenloze natuur
individu                                één organisme
niveau                                   schaal binnen de ecologie, bijvoorbeeld individu, populatie,                                                                             levensgemeenschap, of ecosysteem
populatie                            groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die zich                                                             onderling voortplanten
levensgemeenschap    alle populaties in een bepaald gebied
ecosysteem                      gebied waarbinnen de biotische en de abiotische factoren een eenheid vormen
    

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Diapositive

Wat wordt bedoeld met "organisme"?
En wat met "milieu" van een organisme?

Slide 7 - Question ouverte

6.1 Organismen en hun omgeving
Ecologie: het onderzoeken van de relaties tussen organismen en hun milieu.

Er zijn 2 soorten invloeden van het milieu op organismen:
  • Biotisch factoren:  factoren uit de levende natuur (dood of levend)
  • Abiotisch factoren: factoren uit de levenloze natuur

Slide 8 - Diapositive

Levenloos/levend(dood)

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Niveau's van de ecologie
Alle biotische en abiotische factoren in een bepaald gebied samen vormen een ecosysteem.
Alle populaties (van verschillende soorten) in een bepaald gebied samen.
Groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling voortplanten.
Eén organisme 

Slide 11 - Diapositive

Niveaus in de ecologie





Slide 12 - Diapositive

Individu


 
beestje/mens/plantje/insectje (organisme)
1

Slide 13 - Diapositive

Populatie
Een groep individuen:
  •  van DEZELFDE soort
  •  in een bepaald gebied. 
  • Die zich onderling kunnen voortplanten. 

Slide 14 - Diapositive

Levensgemeenschap
Alle populaties in een gebied die invloed hebben op elkaar

Slide 15 - Diapositive

Ecosysteem
Ecosysteem is groot gebied waarin dezelfde abiotische en biotische factoren zijn.
 denk aan bossen, duinen woestijnen, de noordpool.

Slide 16 - Diapositive

0

Slide 17 - Vidéo

Voedselweb of voedselketen?
Wordt gegeten door.....

Slide 18 - Diapositive

Binnen een voedselweb of keten heb je:

  • Producenten
  • Consumenten  
  • Reducenten (alleen binnen een kringloop) 

Slide 19 - Diapositive

Producenten
Planten
Produceren (maken) voedsel voor de rest van de voedselketen (door fotosynthese)
Altijd de eerste schakel in een voedselweb/keten.


Slide 20 - Diapositive

Consumenten
Dieren die eten de stoffen die door planten zijn gemaakt. Consumeren is een ander woord voor eten en drinken.
 
Daarom noemen we die organismen consumenten.



Slide 21 - Diapositive

Reducenten
Bacteriën en schimmels (reduceren) verteren de dode organismen en resten van organismen

Deze vind je binnen een kringloop


Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Producent
Consument
Reducent

Slide 24 - Question de remorquage

Was is een voorbeeld van een biotische factor?
A
Lucht
B
Voedsel
C
Neerslag
D
Wind

Slide 25 - Quiz

Wat is een populatie?
A
Een boom
B
Verschillende dieren in een gebied
C
Een groep individuen vd zelfde soort in 1 gebied
D
Alles wat in een bepaald gebied is

Slide 26 - Quiz

Welk niveau van ecologie zie je hier?
A
Ecosysteem
B
Levensgemeenschap
C
Populatie
D
Individu

Slide 27 - Quiz

Waarmee begint iedere voedselketen?
A
Dier
B
Plant
C
Bacterie
D
Schimmel

Slide 28 - Quiz

De slang is consument van de ...?
A
1e orde
B
1e, 2e en 3e orde
C
3e en 5e orde
D
6e orde

Slide 29 - Quiz

Een meer of rivier is een voorbeeld van een ecosysteem
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quiz

Huiswerk voor donderdag
Maken bs. 1 + bs. 2

Slide 31 - Diapositive