Fase 2, periode 2, les 4 werkwoordspelling STARTER en gevorderd

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Zelfstandig aan de slag met de opdrachten zonder instructie en oefening

Mauro van W

Sharissa

Maarten

Dionne

Luuk

Meedoen met de Lesson-up

De rest ;-) 

Fase 2

werkwoordspelling

tegenwoordige tijd | verleden tijd | voltooid deelwoord/ Engelse werkwoorden

gevorderd 

In deze les

• Uitleg tegenwoordige tijd met oefeningen
• Uitleg verleden tijd en voltooid deelwoord met oefeningen
• Oefeningen door elkaar
• Actieve werkvorm werkwoordspelling gecombineerd

tegenwoordige tijd

Gebruik het werkwoord lopen = ik loop - hij/zij/jij loopt

vinden = ik vind - hij/zij/jij vindt

beantwoorden = ik beantwoord - hij/zij/jij beantwoordt

Uitzondering:

 vind je/jij?--> loop je/jij?

 beantwoord je/jij--> loop je/jij?

De schat bevind zich op een verlaten eiland.

Hij behoedt je voor ergere dingen. 

Het water word heel heet. 

Braadt jij de kippetjes alvast aan?

Soms wordt hij ineens heel boos. 

Onthoud je het nu voor de volgende keer?

goed

fout

goed

fout

goed

fout

verleden tijd

In TaXiKoFSCHiP? ja = -te, nee = -de

'T eX KoFSCHiP

'T SeXy FoKSCHaaP

schilderen = ik/jij/hij/zij schilderde - wij schilderden

besteden = ik/jij/hij/zij besteedde - wij besteedden

verloten = ik/jij/hij/zij verlootte - wij verlootten

bonzen= ik bonsde-wij bonsden

voltooid deelwoord

In TaXiKoFSCHiP? ja = -te, nee = -de

'T eX KoFSCHiP

'T SeXy FoKSCHaaP

Heb je je kamer al ( stoffen )en ( stofzuigen ).....

bonzen= ik heb gebons....

Bijvoeglijk naamwoord 

De slecht (kleden) man 

Mijn ( beslaan)   bril 

brommen - bromde - gebromd 

pochen - pochde - gepochd 

saboteren - saboteerte - gesaboteert 

willen - wilde - gewild 

haten - hate - gehaat 

bruisen - bruiste - gebruist 

goed

goed

goed

fout

fout

fout

Meneer Hendriksen ............ maar niet op de vraag.

1. antwoort
2. antwoord
3. antwoordt

De brief werd pas na vier dagen ....................

1. bezorgt
2. bezorgd
3. bezorgdt

Heb je het antwoord al ......................?

1. geemaild
2. ge-emaild
3. ge-e-maild
4. guhiemeelt

.............. het vandaag of morgen?

1. gebeurt
2. gebeurd
3. gebeurdt

In dit oude huis ............... het vroeger ook al.

1. tochte
2. tochtte
3. tochde
4. tochdde

gebeurt

gebeurd

Het is vandaag ..............

Wat denk je dat er ............?

Soms ......... er helemaal niks. 

Er was gisteren zoveel ................

StartTaal les 1

Instaptoets 3F

StartTaal les 2

Taalverzorging | Spelling | Hoofdletters

oefening 1

Taalverzorging | Spelling | Meervoudsvormen

oefening 1

Taalverzorging | Stijlkwesties | Als/dan

oefening 1

StartTaal les 3

Taalverzorging | Werkwoordspelling | Tegenwoordige tijd

oefening 1

Taalverzorging | Werkwoordspelling | Verleden tijd

oefening 1

Taalverzorging | Werkwoordspelling | Voltooid deelwoord

oefening 1

StartTaal les 4

Taalverzorging | Werkwoordspelling | Werkwoordspelling gecombineerd oefening 1 en 2