2K, U5L4

What are we going to do today? 
- Previous lesson
- Homeworkcheck 23 till 32 (-29)
- Grammar notes (difficult!)
- Homework
- Evaluation


1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

What are we going to do today? 
- Previous lesson
- Homeworkcheck 23 till 32 (-29)
- Grammar notes (difficult!)
- Homework
- Evaluation


Slide 1 - Diapositive

Which words do you remember from the previous lesson?

Slide 2 - Carte mentale

Goals of today
We kunnen een gesprek voeren in het Engels. 
We weten wanneer we moeten kiezen tussen de present perfect en de past simple. 
We weten wanneer en hoe we de past continuous moeten gebruiken. 
 

Slide 3 - Diapositive

Grammar
We gaan vandaag drie verschillende tijdsvormen leren! Dit zijn er veel! Jij moet deze uit elkaar kunnen houden op proefwerk!

Present perfect (has/have + voltooid deelwoord)
Deze vorm gebruik je als iets in het verleden begonnen is en nog niet af is of als je het resultaat nu nog merkt. Vaak gebruik je in deze zin woorden als always, ever, never, for, since, yet.

Slide 4 - Diapositive

Present perfect

I’ve always said it was dangerous.
I have never been in a situation like this.
She has liked him since she first saw him.

Slide 5 - Diapositive

Past simple
Past simple (werkwoord + ed, maar er zijn ook onregelmatige werkwoorden)

Dit is de gewone verleden tijd. Je gebruikt de past simple als iets echt voorbij is. In de zinnen met de past simple staan vaak woorden zoals: yesterday, last year/week, in 2013, an hour ago, enz.

Slide 6 - Diapositive

Past simple

The animals escaped from the zoo on Wednesday.
He told people to stay indoors, an hour ago.
He posted some pictures via Instagram yesterday.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Past continuous
Past continuous (was/were + -ingvorm)

De past continuous is de verleden tijd van de present continuous (unit 4). In het Nederlands zou je dan zeggen: was/waren aan het………… of stond/stonden te……. of was/waren bezig om te…………..

Slide 9 - Diapositive

Past continuous

I was looking out of the window.  
They were shooting animals.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Homework
You will have to do exercise 33 till 42 (-39) before the next lesson. 


Slide 12 - Diapositive

Evaluation
We kunnen een gesprek voeren in het Engels.
We weten wanneer we moeten kiezen tussen de present perfect en de past simple.
We weten wanneer en hoe we de past continuous moeten gebruiken. 

Slide 13 - Diapositive