Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H5 Decimale getallen, kommagetallen
Decimale getallen
1 / 35
suivant
Slide 1:
Diapositive
Rekenen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3,4
Cette leçon contient
35 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Decimale getallen
Slide 1 - Diapositive
Decimale getallen
Decimale getallen zijn getallen met cijfers achter de komma.
1 decimaal
2 decimalen
3 decimalen
Slide 2 - Diapositive
Net als gehele getallen hebben decimale getallen een plek op de getallenlijn
6,3
6,4
6,38
Slide 3 - Diapositive
sleep in de juiste volgorde:
0,94
0,9
0,0975
0,906
Slide 4 - Question de remorquage
sleep naar de juiste plek:
0,8
3,25
4,75
Slide 5 - Question de remorquage
Uitleg tiende en één decimaal
Tienden
Bij tienden zie je
één getal
achter de komma.
Je noemt dit
één decimaal
.
Zie je een voorbeeld hiervan?
Slide 6 - Diapositive
Uitleg hondersten en twee decimalen
Honderdsten
Bij honderdsten zie je
twee getallen
achter de komma.
Je noemt dit
twee decimalen
.
Zie je een voorbeeld hiervan?
Slide 7 - Diapositive
Dus:
Staat er 1 getal achter de komma?
Dan spreken we het ALTIJD uit als tienden
0,6 = 6 tienden
Staan er 2 getalen achter de komma?
Dan spreken we het uit ALTIJD als honderdsten
0,05 = 5 hondersten 0,16 = 16 hondersten
Slide 8 - Diapositive
Breuken en kommagetallen
Een breuk kan je schrijven als een kommagetal.
Voorbeeld:
1/2 is een halve, dus 0,50
1/4 is een kwart, dus 0,25
3/4 is driekwart, dus 0,75
1/8 is een achtste, dus 0,125
Slide 9 - Diapositive
Bekijk de volgende breuken en kommagetallen.
1/2 = 0,50
1/3
≈
0,33
2/3
≈
0,6666
≈
0,67
1/4 = 0,25
1/5 = 0,20
1/8 = 0,125
1/10 = 0,10
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Welk kommagetal hoort bij 1/4?
A
0,50
B
0,25
C
0,75
D
0,125
Slide 12 - Quiz
Welk kommagetal hoort bij 1/5?
A
0,20
B
0,10
C
0,50
D
0,05
Slide 13 - Quiz
Welk kommagetal hoort bij 1/10?
A
0,20
B
0,10
C
0,25
D
0,01
Slide 14 - Quiz
Welk kommagetal hoort bij 3/5?
A
0,60
B
0,30
C
0,33
D
0,15
Slide 15 - Quiz
12,50
1,75
0,70
0,80
12 1/2
1 3/4
7/10
4/5
Slide 16 - Question de remorquage
1/2 = 0,5
1/3 = 0,333
1/4 = 0,25
1/5 = 0,20
1/6 = 0,167
1/7 = 0,143
1/8 = 0,125
1/9 = 0,111
1/10 = 0,1 of 0,10
Dit kan ook met een
rekenmachine
:
/ is hetzelfde als :
1/6 = 1 : 6
Hoeveel is
3/8 ?
Slide 17 - Diapositive
Een deel van een geheel
Douwe geeft 2/5 deel van €300 aan het Wereld Natuur Fonds. Hoeveel geeft Douwe aan het Wereld Natuur Fonds?
Hoe reken je dit uit?
Je deelt het getal door de onderste en vervolgens keer de bovenste.
Slide 18 - Diapositive
Hoeveel is 1/10 van 800?
A
8
B
80
C
0,8
D
0,08
Slide 19 - Quiz
Hoeveel is 2/10 van 800?
A
160
B
16
C
0,16
D
0,20
Slide 20 - Quiz
Schrijf als breuk en vereenvoudig:
0
,
4
A
1
0
4
B
4
1
C
5
2
D
1
4
=
4
Slide 21 - Quiz
Schrijf als decimaal:
1
8
1
A
8
B
1,8
C
0,9
D
1,125
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Vidéo
Je kunt kommagetallen
ook
afronden
op een heel getal.
||||||
5
Rond ik 1,75 af op 1 of 2?
Slide 26 - Diapositive
afronden naar
beneden
. (.. ,0)
vb:
6,2 rond je af op 6,0.
afronden naar
het volgende hele getal
.
vb:
6,5 rond je af op 7,0.
Slide 27 - Diapositive
Bijvoorbeeld
Afronden op een tiental:
1
2
wordt 10
Afronden op een honderdtal:
1
8
3 wordt 200
Afronden op een duizendtal:
3
4
90 wordt 3000
Slide 28 - Diapositive
Afronden op hele getallen.
15,49 wordt
A
16
B
15
C
15,5
D
15,4
Slide 29 - Quiz
afronden op 1 decimaal
86,73
A
86
B
87
C
86,7
D
86,8
Slide 30 - Quiz
afronden op 2 decimalen:
4,56734
A
4,56
B
4,6
C
4,567
D
4,57
Slide 31 - Quiz
Als je het getal 87,3526118 afrond op 3 decimalen dan wordt het
A
87,3
B
87,4
C
87,352
D
87,353
Slide 32 - Quiz
Afronden met geld doen we per......
A
€0,01 cent
B
€0,05 cent
C
€0,10 cent
D
We ronden niet af met geld
Slide 33 - Quiz
120 leerlingen gaan op schoolkamp.
In elke bus passen 50 leerlingen.
Hoeveel bussen zijn er nodig?
Slide 34 - Diapositive
1 2 0 : 5 0 = 2 , 4
Maar...
Je kunt niet 2,4 bussen huren.
2,4 ligt tussen 2 en 3.
in 2 bussen passen niet alle leerlingen,
dus...
er zijn 3 bussen nodig.
Slide 35 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Kommagetallen
Septembre 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
hst 7 kommagetallen uitleg 7.3 en 7.4
Juin 2024
- Leçon avec
44 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
decimale getallen
Février 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3,4
Waarde van decimale getallen
Mars 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3,4
Waarde van decimale getallen
Octobre 2022
- Leçon avec
12 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3,4
Waarde van decimale getallen
Septembre 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3,4
Kommagetallen
Février 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Kommagetallen
Septembre 2024
- Leçon avec
13 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1