Doelen 11 t/m 15

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Doel 11

Slide 2 - Diapositive

In welke kwadrant
ligt (-2 , 5)
A
kwadrant 1
B
kwadrant 2
C
kwadrant 3
D
kwadrant 4

Slide 3 - Quiz

In welk kwadrant liggen de coördinaten (-4,-2)
A
kwadrant 1
B
kwadrant 2
C
kwadrant 3
D
kwadrant 4

Slide 4 - Quiz

Door welke kwadranten gaat grafiek 1?
A
kwadrant 1, 2 en 3
B
kwadrant 1 en 3
C
kwadrant 1, 2 en 4
D
kwadrant 2 en 4

Slide 5 - Quiz

Doel 12

Slide 6 - Diapositive

Welke beginwaarde hoort
bij de formule y = 3 + 2x
A
-3
B
3
C
2
D
-2

Slide 7 - Quiz

Doel 12

Slide 8 - Diapositive

Doel 12

Slide 9 - Diapositive

Maak een formule
bij de grafiek
hiernaast
A
b = 5 + 0,5a
B
a = 5 + 0,5b
C
a = 5 + 1b
D
b = 5 + 1a

Slide 10 - Quiz

Maak de formule bij grafiek 1.
A
y = 32 + 8x
B
y = 32 + 2x
C
y= 8x + 0
D
y = 2x + 0

Slide 11 - Quiz

Doel 13

Slide 12 - Diapositive

Welke 2 zijn een kwadratische formule?
A
Y = X²
B
Y = 2 + 7X³
C
Y = 3X² + 2X
D
X = Y + 4²

Slide 13 - Quiz

Welke formule is een kwadratische formule?
A
y = 3x + 5
B
y = 12 - 2x
C
y = 5x² + 14
D
y = x²

Slide 14 - Quiz

Doel 14

Slide 15 - Diapositive

De grafiek bij een kwadratische formule heet een …
A
hyperbool
B
rechte lijn
C
parabool
D
cirkel

Slide 16 - Quiz

Een parabool teken je met...
A
potlood en liniaal
B
potlood

Slide 17 - Quiz

Doel 15

Slide 18 - Diapositive

Ligt ( 2, 17 ) op de grafiek bij de formule:
y=3x2+5
A
JA
B
NEE

Slide 19 - Quiz

Ligt (-2, 17 ) op de grafiek bij de formule:
y=3x2+5
A
JA
B
NEE

Slide 20 - Quiz

Het punt ( 3 , ... ) ligt op de grafiek bij de formule:


Wat is de tweede coördinaat?
y=3x2+5
A
27
B
9
C
32
D
geen idee

Slide 21 - Quiz

Het punt ( -3 , ... ) ligt op de grafiek bij de formule:


Wat is de tweede coördinaat?
y=3x2+5
A
27
B
9
C
32
D
geen idee

Slide 22 - Quiz





  • Ga aan de slag met je doelen.
  • Op eigen tempo aan het werk 
  • Elke paragraaf start met een inleidende opdracht - deze staat ook in je boek op de eerste bladzijde van de paragraaf.
  • Elke paragraaf eindigt met een afsluitende opdracht - deze staat ook in je boek, zie afronding.
  • Bij elk doel horen O-opdracht als je het doel nog niet gehaald hebt, U-opdrachten als je het doel gehaald hebt en E-opdrachten als afsluiting van het doel.
  • Zelf je werk serieus nakijken en verbeteren en leren van je fouten!!!




1) Hoe schrijf je een formule korter?
2) Wat zijn termen en variabelen?
3) Hoe vereenvoudig je formules?
4) Hoe bereken je de uitkomst bij een formule?
5) Wat is een vergelijking?
6) Hoe los je een vergelijking op?
7) Hoe los je een vergelijking op met behulp van bordjes?
8) Hoe schrijf je formules korter door gelijksoortige termen samen te nemen?
9) Hoe schrijf je formules korter door factoren met elkaar te vermenigvuldigen?
10) Hoe schrijf je formules korter?
11) Wat zijn kwadranten?
12) Hoe stel je bij een lineaire grafiek een formule op?
13) Wat is een kwadratische formule?
14) Hoe teken je een parabool?
15) Hoe onderzoek je of een punt op de grafiek ligt?




Slide 23 - Diapositive