Cursus 1.1

Hoofdstuk 1 Mijn eigen omgeving
Samen lezen bladzijde 5 en bladzijde 6.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 1 Mijn eigen omgeving
Samen lezen bladzijde 5 en bladzijde 6.

Slide 1 - Diapositive

Opdracht
Maak opdracht 1 t/ 3
op bladzijde 7
12 minuten werktijd
Eerder klaar? 
Lees de leerstof op blz 8/9 

Slide 2 - Diapositive

Cursus 1.1: Werken met kaarten
Wie heeft er wel eens met een kaart gewerkt?

Samen lezen: Reizen met een kaart (blz. 8)

Slide 3 - Diapositive

Waarom gebruiken mensen kaarten of een navigatiesysteem?

Slide 4 - Question ouverte

Voordelen en nadelen

Slide 5 - Diapositive

Opdracht
Maak opdrachten 1 en 2 op bladzijde 8.
7 minuten werktijd.
Eerder klaar? Kees alvast de leerstof op bladzijde 9.
Daarna klassikaal bespreken.
timer
7:00

Slide 6 - Diapositive

Samen lezen: reizen met een digitale kaart (blz 9)

Slide 7 - Diapositive

Opdracht
Maak opdrachten 3 en 4 op bladzijde 9.
5 minuten werktijd.
Eerder klaar? Kees alvast de leerstof op bladzijde 10.
Daarna klassikaal bespreken.
timer
5:00

Slide 8 - Diapositive

Onderdelen van een kaart (blz 10)
- Titel
- Legenda
- Noordpijl
- Windrichtingen
- Windroos
- Schaalstok

Slide 9 - Diapositive

Zuid-Nederland
Windroos
Titel
Noordpijl
Legenda

Slide 10 - Question de remorquage

Nog meer onderdelen van een kaart (blz. 11)
- Schaalstok
Hoe reken je de schaal uit?
- Inzoomen
- Uitzoomen

Slide 11 - Diapositive

Opdracht
Maak opdracht 7 en 8 van cursus 1.1
15 minuten de tijd.
Ben je eerder klaar? Dan maak je opdracht 9.
timer
15:00

Slide 12 - Diapositive

Quizvragen cursus 1.1
Wat is géén onderdeel van een kaart?
A
Schaalstok
B
Navigatiesysteem
C
Windroos
D
Legenda

Slide 13 - Quiz

Als er een kaart van dichterbij wil bekijken moet je...
A
Inzoomen
B
Uitzoomen

Slide 14 - Quiz

Een nadeel van een navigatiesysteem kan zijn....
A
Het is vaak actueler dan een kaart.
B
Hij zegt het als er wegwerkzaamheden zijn.
C
Dat je het moet updaten.

Slide 15 - Quiz

Een schaal van 1 : 20.000 wil zeggen dat:
A
1 meter op de kaart is 2000 meter in het echt
B
1 centimeter op de kaart is in het echt 200 meter
C
1 centimeter op de kaart is in het echt 500 meter
D
1 centimeter op de kaart is 2000 centimeter in het echt.

Slide 16 - Quiz