3.3.Het feodale stelsel

3.3. Het feodale stelsel

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

3.3. Het feodale stelsel

Slide 1 - Diapositive

Wij starten vandaag met 3.3
Aan het eind van deze les:
  1. Weet je de betekenis van de volgende begrippen:
    feodalisme/leenstelsel, leenman en leenheer
  2. Kan je omschrijven hoe groot het Frankische Rijk was.
  3. Kan je uitleggen hoe het feodalisme/leenstelsel werkt.
  4. Kan je uitleg geven hoe het Frankische Rijk werd bestuurd.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Karel de Grote
Vorst van het Frankische Rijk

Zo'n groot rijk.... dat was moeilijk besturen!

Maar waarom eigenlijk?


Slide 4 - Diapositive

Waarom kon Karel de Grote niet in zijn eentje het Frankische Rijk besturen?

Slide 5 - Question ouverte

De oplossing: het feodalisme/leenstelsel







Slide 6 - Diapositive

Feodalisme (of leenstelsel)
Een leenheer deelt zijn rijk op in stukjes. Elk stukje laat hij besturen door een leenman. De leenman mag op het stukje grond (een leen) doen wat hij wil maar hij moet wel:
  1. trouw zweren aan de koning.
  2. besturen en rechtspreken.
  3. elk jaar belasting betalen.
  4. meehelpen bij oorlogen van de leenheer.

Slide 7 - Diapositive

Wat gebeurt er op deze afbeelding?

Slide 8 - Question ouverte

Karel de Grote is in het systeem van het feodalisme de .....
A
leenheer
B
leenman

Slide 9 - Quiz

Waarom bestond het feodalisme?
A
Het besturen van een groot rijk ging moeilijk door slechte wegen en slechte communicatie.
B
Leenmannen wilden toch al macht hebben, dus was het feodalisme een mooie oplossing.
C
Karel de Grote was niet goed genoeg om een groot rijk in zijn eentje te besturen
D
Karel de Grote gunde anderen ook een stukje macht.

Slide 10 - Quiz

Wat moet een leenman doen voor de leenheer?

Slide 11 - Question ouverte

Stelling: het feodalisme is zowel voor de leenheer als voor de leenman erg gunstig

Slide 12 - Question ouverte

Einde les
Aan het eind van deze les:
  1. Weet je de betekenis van de volgende begrippen:
    feodalisme/leenstelsel, leenman en leenheer
  2. Kan je omschrijven hoe groot het Frankische Rijk was.
  3. Kan je uitleggen hoe het feodalisme/leenstelsel werkt.
  4. Kan je uitleg geven hoe het Frankrische Rijk werd bestuurd.

Slide 13 - Diapositive

In de volgende les
bekijken we de gevolgen van het feodalisme
en maken we kennis met ridders!
 

Slide 14 - Diapositive