AF Les 3 Toets stof

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

AF Les 3 

Welke drie onderdelen behoren tot de onderste luchtwegen?

Waar komt weefsel voor met een reukfunctie?

1. In de oren
2. In de neus
3. In de longen
4. Op de tong

Waar in de neusholte komen tranen terecht als je huilt?

1. in de keelholte
2. in de mondholte
3. in de kaakholten
4. onder de onderste neusschelp

Waar bevinden zich de bovenste neusschelpen?

1. in de kaakholten
2. in de keelholte
3. in de mondholte
4. in de neusholte, boven de middelste neusschelpen

Wat gebeurt er met de tranen na het passeren van de onderste neusschelp?

1. ze komen in de mondholte terecht
2. ze worden opgenomen door de kaakholten
3. ze worden afgevoerd naar de neusgaten
4. ze verzamelen zich in de keelholte

Hoe liggen de neusschelpen in de neusholte?

1. De neusschelpen zitten vast aan het neustussenschot en steken dakpansgewijs naar boven.
2. De neusschelpen zitten vast aan de laterale wand van de neus en steken dakpansgewijs naar boven.
3. De neusschelpen zitten vast aan het neustussenschot en steken dakpansgewijs naar beneden.
4. De neusschelpen zitten vast aan de laterale wand van de neus en steken dakpansgewijs naar beneden.

Welke structuur wordt door de buis van Eustachius beschermd tegen vocht en bacteriën uit het neusgedeelte van de keelholte (nasopharynx)?

1. middenoor
2. voorhoofdsholte
3. traanwegen
4. kaakholte

Wat is de invloed van de lengte van de stembanden op de toonhoogte van de stem?

1. Hoe dikker de stembanden, hoe lager de stem.
2. Hoe langer de stembanden, hoe hoger de stem.
3. Alleen stelling II is juist.
4. Beide stellingen zijn onjuist.

Wat is de invloed van de dikte van de stembanden op de toonhoogte van de stem?

1. Alleen stelling I is juist.
2. Beide stellingen zijn onjuist.
3. Hoe langer de stembanden, hoe hoger de stem.
4. Hoe dikker de stembanden, hoe lager de stem.

Welke structuur voorkomt dat er voedsel en drank in de luchtwegen terechtkomt?

1. strottenklepje
2. bekerkraakbeentjes
3. tongbeen
4. ringkraakbeen

Welke actie voorkomt dat er voedsel en drank in de luchtwegen terechtkomt?

1. kuchen
2. hoesten
3. dubbelklappen
4. slikken

Welk onderdeel van de luchtwegen is verantwoordelijk voor bescherming tegen voedsel en drank?

1. neusgaten
2. longen
3. luchtpijp
4. strottenklepje

Welke structuren ontvangen elk een bronchustak?

1. De nieren
2. De blaas
3. De longsegmenten
4. De lever

Welke structuren hebben elk een eigen ader?

1. De ellebogen
2. De knieën
3. De schouders
4. De longsegmenten

Wat is waar over de longsegmenten?

1. De longsegmenten ontvangen elk een bronchustak.
2. De longsegmenten bevatten geen bloedvaten.
3. De longsegmenten hebben geen functie.
4. De longsegmenten zijn verbonden met de maag.

Wat is de functie van de tracheostomie bij de cliënt?

1. Directe beademing via de luchtpijp
2. Vermindering van de slikproblemen
3. Verbetering van de stembandfunctie
4. Verwijdering van slijm in de longen

Welke structuur ligt direct voor de eerste ringen van de luchtpijp van de cliënt?

1. Slokdarm
2. Aortaboog
3. Longtop
4. Schildklier

Wat zijn mogelijke complicaties na het plaatsen van een tracheostomie?

1. Versteviging van de luchtpijpwanden
2. Verbetering van de longfunctie
3. Vermindering van hoestreflex
4. Infectie van de luchtwegen

Hoe wordt een tracheostomiebuis meestal vastgehouden op zijn plaats?

1. Met klemmen aan de luchtpijp
2. Met een band om de nek
3. Met zuignappen op de borstkas
4. Met hechtingen in de luchtpijpwand

Wat is de belangrijkste reden voor het uitvoeren van een tracheostomie?

1. Bevordering van de slikreflex
2. Verbetering van de luchtwegventilatie
3. Versterking van de stembandfunctie
4. Vergroting van de longcapaciteit

Wat is waar over de overgang van de luchtpijp naar de bronchiën?

1. Het kraakbeen in de wand blijft aanwezig.
2. Het kraakbeen in de wand verdwijnt.

Hoe zijn de binnenkant van de bronchiën bekleed?

1. Met trilhaarepitheel.
2. Met glad spierweefsel.

Welke bronchus heeft een grotere diameter?

1. De rechterbronchus.
2. De linkerbronchus.

Wat bestaat aan de kant van het longblaasje uit trilhaarepitheel?

1. Het longcapillair
2. De middelste laag
3. Kraakbeen
4. Het alveolaire membraan

Wat bestaat aan de kant van het longcapillair uit platte endotheelcellen?

1. Het longblaasje
2. Kraakbeen
3. Het alveolaire membraan
4. Vier lagen

Uit hoeveel lagen bestaat het alveolaire membraan?

1. Twee
2. Drie
3. Vier
4. Vijf

Welke laag van het alveolaire membraan bestaat uit kraakbeen?

1. Binnenste laag
2. Geen enkele
3. Middelste laag
4. Buitenste laag

Wat maakt deel uit van het alveolaire membraan?

1. Vochtvrij bindweefsel
2. Elastisch collageen
3. Trilhaarepitheel en platte endotheelcellen
4. Kraakbeen en spierweefsel

Welke cellen in de luchtwegen produceren surfactant?

1. pneumocyten type 2
2. pneumocyten type 1
3. slijmcellen
4. longcapillairen

Wat kan verdikking van de dunne bindweefsellaag van het alveolaire membraan veroorzaken?

1. Te veel bindweefsel vorming
2. Verkeerde ademhalingstechniek
3. Te weinig zuurstof in de lucht
4. Het inademen van vreemde stoffen

Wat gebeurt er als de dunne bindweefsellaag te veel bindweefsel vormt?

1. Het wordt beter doorgankelijk voor zuurstof
2. Het verdwijnt vanzelf
3. Het wordt minder doorgankelijk voor zuurstof
4. Het heeft geen invloed op de zuurstofopname

Wat zijn de twee functies van surfactant?

1. ervoor zorgen dat de longblaasjes minder gemakkelijk in elkaar vallen bij de uitademing
2. ervoor zorgen dat de longblaasjes zich gemakkelijker kunnen ontplooien bij de inademing
3. verhogen van de afweer tegen organismen in de luchtwegen
4. glad en soepel houden van de binnenbekleding van de luchtwegen

Welke delen van de bronchusboom vernauwen zich bij astmapatiënten?

1. de luchtpijp
2. de bronchiolen
3. de segmentale bronchiën
4. de linker- en rechterhoofdbronchus

Wanneer begint de aanmaak van surfactant bij mensen?

1. aan het einde van de foetale periode
2. in de embryonale periode
3. vanaf het begin van de foetale periode
4. direct na de geboorte

Hoe kan tijdens een operatieve ingreep de begrenzing van een longsegment worden vastgesteld?

1. Door een röntgenfoto te maken
2. Als er een klem op een segmentale tak van de longaderboom / longslagaderboom wordt gezet
3. Met behulp van een stethoscoop
4. Door het meten van de bloeddruk

Wat gebeurt er als er een klem op een segmentale tak van de longaderboom / longslagaderboom wordt gezet?

1. Eén longsegment wordt wit
2. Eén longsegment wordt blauw
3. Eén longsegment wordt rood
4. Er is geen verandering in de kleur van de longsegmenten

Wat wordt vastgesteld wanneer één longsegment blauw wordt?

1. De bloeddruk in de longaderboom
2. De begrenzing van het longsegment
3. De zuurstofconcentratie in de longen
4. De temperatuur van de longsegmenten

Welke structuren bevinden zich in het mediastinum?

1. aorta
2. slokdarm
3. bovenste holle ader
4. wervelkolom

Waaraan grenst de linkerlong aan de onderkant?

1. diafragma
2. maag
3. lever
4. linkernier

Hoeveel kwabben heeft de rechterlong?

1. Twee
2. Vier
3. Drie
4. Eén

Welke uitspraak over de schuine spleet van de rechterlong is juist?

1. De schuine spleet ligt hoger dan de horizontale spleet.
2. De schuine spleet ligt lager dan de horizontale spleet.

Hoe worden de twee kwabben in de rechterlong van elkaar gescheiden?

1. Door de horizontale spleet.
2. Door de schuine spleet.

Wat is de oorzaak van mevrouw Derks' klaplong?

1. een lek in haar longweefsel
2. een infectie
3. een gebroken rib
4. een allergische reactie

Hoe wordt een klaplong behandeld?

1. met fysiotherapie
2. met antibiotica
3. met een operatie
4. met behulp van een drain