Grammatica - Lidwoord en zelfstandig naamwoord

Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Welkom TH1A! 

Fijn om jullie weer te zien. 

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Welkom TH1A! 

Fijn om jullie weer te zien. 

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
- Lezen uit je leesboek
- Planning bekijken 
- Weektaak vorige week bespreken
- Lidwoord & zelfstandig naamwoord 


(& ook een beetje bijpraten natuurlijk)

Slide 2 - Diapositive

Woordsoorten
Woorden van een zin kun je indelen in woordsoorten.

We gaan kijken naar soorten woorden.

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt een lidwoord in de zin herkennen.
Je kunt zelfstandige naamwoorden in de zin aanwijzen.

Slide 4 - Diapositive

Wat is een zelfstandig naamwoord? Schrijf een voorbeeld op.

Slide 5 - Question ouverte

Welke drie woorden zijn lidwoorden?
A
de, het, een
B
huis, schoolboek, borstel
C
netflixen, chillen en slapen
D
mooie, grote, fantastische

Slide 6 - Quiz

Lidwoorden : de, het, een
de ezel
het huiswerk
een leuk boek


Slide 7 - Diapositive

Zelfstandig naamwoord
mensen, dieren, dingen, planten

Je kunt er meestal een lidwoord voor zetten: de lucht, het boek.
Namen zijn ook zelfstandige naamwoorden: Eva, Disney, Nike, Vianen.

Slide 8 - Diapositive

De kinderen uit deze klas houden van snoep en chips.

lw = 
zn = 

Slide 9 - Diapositive

De kinderen uit deze klas houden van snoep en chips.

lw = de
zn = kinderen, klas, snoep, chips

Slide 10 - Diapositive

Max Verstappen won de wereldtitel in een zenuwslopende race.

Slide 11 - Diapositive

Max Verstappen won de wereldtitel in een zenuwslopende race.


lw = de, een
zn = Max Verstappen, wereldtitel, race

Slide 12 - Diapositive

G3 - lidwoord en zelfstandig naamwoord - blz 204 - opdracht 1 t/m 5

Slide 13 - Diapositive

Maak een zin met twee lidwoorden en twee zelfstandige naamwoorden.

Slide 14 - Question ouverte