Lidwoord en zelfstandig naamwoord

Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Lidwoord en zelfstandig naamwoord


1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Lidwoord en zelfstandig naamwoord


Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt een lidwoord in de zin herkennen.
Je kunt zelfstandige naamwoorden in de zin aanwijzen.

Slide 2 - Diapositive

Welke drie woorden zijn lidwoorden?
A
de, het, een
B
huis, schoolboek, borstel
C
netflixen, chillen en slapen
D
mooie, grote, fantastische

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Vidéo

Welk lidwoord staat in deze zin:

Wie kon het glas limonade vanochtend niet drinken?

Slide 5 - Question ouverte

Welk lidwoord staat in deze zin:

Bianca kocht een leren jasje in het kleine winkeltje op de hoek.

Slide 6 - Question ouverte

Lidwoorden : de, het, een
de ezel
het huiswerk
een leuk boek


Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Zelfstandig naamwoord
mensen, dieren, dingen, planten

Je kunt er meestal een lidwoord voor zetten: de lucht, het boek.
Namen zijn ook zelfstandige naamwoorden: Eva, Disney, Nike, Vianen.

Slide 9 - Diapositive

De kinderen uit deze klas houden van snoep en chips.

lw = de
zn = kinderen, klas, snoep, chips

Slide 10 - Diapositive

Max Verstappen won de wereldtitel in een zenuwslopende race.

Slide 11 - Diapositive

Max Verstappen won de wereldtitel in een zenuwslopende race.


lw = de, een
zn = Max Verstappen, wereldtitel, race

Slide 12 - Diapositive

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

Ik heb een nieuwe telefoon gekregen.

Slide 13 - Question ouverte

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

De hoes die erbij hoort is groen.

Slide 14 - Question ouverte

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

Ik heb er leuke muziek op gezet.

Slide 15 - Question ouverte

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

Alles van mijn favoriete band staat erop.

Slide 16 - Question ouverte

het zelfstandig naamwoord in de zin is:

Ik heb er een goede koptelefoon bij gekocht.

Slide 17 - Question ouverte

Welke zelfstandig naamwoorden (zn) staat in deze zin:
Karin, heb jij rozen gegeven aan je vriendje?

Slide 18 - Question ouverte

Welke zelfstandig naamwoorden (zn) staat in deze zin:
Tygo heeft kaas en ham op de broodjes gedaan.

Slide 19 - Question ouverte

Welke zelfstandig naamwoorden (zn) staat in deze zin:
In september gaan we altijd paardrijden op de Veluwe.

Slide 20 - Question ouverte

Welke zelfstandig naamwoorden (zn) staat in deze zin:
Vorige maand heeft Mohamed zijn abonnement bij Vodafone opgezegd.

Slide 21 - Question ouverte

Welke zelfstandig naamwoorden (zn) staat in deze zin:
Tijdens het hardloopwedstrijdje struikelde Jorn bijna over een kat.

Slide 22 - Question ouverte