V2 1 november 2023

V2, le 1er novembre 
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

V2, le 1er novembre 

Slide 1 - Diapositive

Planning 1/11:
- intro: Halloween
- les nombres
- Compréhension de l'oral: p. 13
- Production orale, p. 81: ex. 10 (mondeling), ex. 11
- impératif (theorie), p. 35 ex. 8 + 9

HW: afmaken ex. 9

 

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen:
- Je leert over Halloween & verrijkt jouw woordenschat
- Je herhaalt de getallen in het Frans en past dit toe bij de oefening
- Je leert de gebiedende wijs in het Frans en past dit toe


Slide 3 - Diapositive

Intro: Halloween
les morts = de overledenen
la veille = de vooravond
les saints = de heiligen
se déguiser = zich verkleden
faire peur = bang maken
rire = lachen
les bonbons = de snoepjes
une citrouille = een pompoen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Les nombres & ex.
Je herhaalt nu eerst de getallen (video: vanaf 2.07), daarna volgt een oefening

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Compréhension de l'oral: p. 13 
Ex. 16

Slide 8 - Diapositive

L'impératif = gebiedende wijs
Er bestaan 3 vormen:
1)     de “je-vorm”: je richt je tot 1 persoon bv "Entre!" ("Kom binnen")

2)    de “nous-vorm”: je richt je tot jezelf en anderen bv "Allons au cinéma" ("Laten we naar de bios gaan")

 3)   de "vous-vorm”: je richt je tot meerdere personen of 1 persoon die je met 'U' aanspreekt bv "Prenez vos livres"("Pak jullie boeken")



Slide 9 - Diapositive

Compréhension des écrits, p. 35
Ex. 8: on fait ensemble
 Ex. 9A: Écris les numéros du document à la bonne place
des horaires = spoorboekje, dienstregeling                                          
une recette = een recept                                                     
une annonce = een advertentie
une notice = een handleiding/ kort bericht
une liste de prix = een prijslijst
Ex. 9B: Associe les abréviations (afkortingen)/ signification (betekenis)
Ex. 9C: Quels mots?

Slide 10 - Diapositive

À la prochaine! 

Slide 11 - Diapositive