BS5 bevruchting

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Thema 2

Voortplanting en ontwikkeling

Lesindeling

Lesopening

Uitleg BS5 bevruchting

Zelfstandig werken

Lesafsluiting

Lesopening 

Oefenvragen over de vorige les

De eicel wordt bevrucht door een zaadcel.

Waar wordt de eicel bevrucht door de zaadcel?

1. in de baarmoeder
2. in de eileider
3. in de vagina

Waardoor kan een zaadcel ontstaan

1. door gewone celdeling
2. door reductiedeling

Hoeveel chromosomen heeft een zaadcel?

1. 23
2. 46

Een zaadcel wordt geproduceerd in de ....

1. Prostaat
2. Bijbal
3. Teelbal
4. Eierstok

De eicel rijpt in een

1. Zaadbuisje
2. Zaadkanaaltje
3. Eiblaasje
4. Eileider

Een eicel heeft geen celkern

1. Waar
2. Niet waar

Bij de mens is de eicel groter dan de zaadcel. Dit hangt samen met het feit dat de eicel

1. een dubbele kern bevat
2. meer erfelijke informatie bevat dan de zaadcel
3. meer reservestoffen bevat dan de zaadcel
4. extra ruimte nodig heeft om de zaadcel te kunnen opnemen

Uitleg BS5 bevruchting

TB pagina 56

Uitleg 10.2

Leerdoelen

1. Je kunt uitleggen hoe de bevruchting verloopt
2. Je kunt uitleggen wat innesteling is
3. Je kunt uitleggen hoe een embryo zich ontwikkeld tot baby in verschillende fases van een zwangerschap
4. Je kunt uitleggen in welke fasen een bevalling verloopt

Embryo

• 0-11 weken
• De embryonale fase is een kwetsbare en belangrijke periode voor de ontwikkeling. 
• Aanleg van de organen plaats
• De term ‘embryo’ komt van het Oudgriekse woord émbruon, wat ongeboren vrucht betekent.

Foetus

• Vanaf 11 weken tot bevalling
• Foetus komt van het Latijnse woord fetus, wat ‘het voortbrengen van een jong’ betekent

Vruchtwater

Vruchtwater

Het embryo ligt in het vruchtwater. De vruchtvliezen beschermen het embryo tegen schadelijke stoffen en infecties en ze zorgen ervoor dat het vruchtwater niet wegloopt. Het vruchtwater heeft een constante temperatuur en voorkomt uitdroging van het embryo. Bovendien vangt het vruchtwater schokken en stoten op, waardoor het embryo beschermd blijft.

Placenta

Placenta

Om er voor te zorgen dat de stoffen uit het bloed van de moeder snel en in grote hoeveelheden bij het groeiende embryo kunnen komen, ontstaat de moederkoek (placenta). Dit orgaan wordt door moeder en kind samen gevormd.

Navelstreng

In de navelstreng lopen drie bloedvaten. Het hart van het embryo pompt bloed door twee navelstrengslagaders naar de placenta. Door één navelstrengader stroomt bloed van de placenta terug naar het embryo

Bevalling

Zelfstandig werken

1. Maken in je werkboek BS4 opdracht 19+20+22+23
2. Afronden begrippenlijst
3. Leren begrippen BS1 t/m 4