3 Bevruchting en zwangerschap

Thema 2
Voortplanting en ontwikkeling
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 2
Voortplanting en ontwikkeling

Slide 1 - Diapositive

De eicel wordt bevrucht door een zaadcel.

Waar wordt de eicel bevrucht door de zaadcel?
A
in de baarmoeder
B
in de eileider
C
in de vagina

Slide 2 - Quiz

Waardoor kan een zaadcel ontstaan
A
door gewone celdeling
B
door reductiedeling

Slide 3 - Quiz

Hoeveel chromosomen heeft een zaadcel?
A
23
B
46

Slide 4 - Quiz

Een zaadcel wordt geproduceerd in de ....
A
Prostaat
B
Bijbal
C
Teelbal
D
Eierstok

Slide 5 - Quiz

De eicel rijpt in een
A
Zaadbuisje
B
Zaadkanaaltje
C
Eiblaasje
D
Eileider

Slide 6 - Quiz

Een eicel heeft geen celkern
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Bij de mens is de eicel groter dan de zaadcel. Dit hangt samen met het feit dat de eicel

A
een dubbele kern bevat
B
meer erfelijke informatie bevat dan de zaadcel
C
meer reservestoffen bevat dan de zaadcel
D
extra ruimte nodig heeft om de zaadcel te kunnen opnemen

Slide 8 - Quiz

Uitleg bevruchting

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Embryo
  • 0-11 weken
  • De embryonale fase is een kwetsbare en belangrijke periode voor de ontwikkeling. 
  • Aanleg van de organen plaats
  • De term ‘embryo’ komt van het Oudgriekse woord émbruon, wat ongeboren vrucht betekent.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Diapositive

Foetus
  • Vanaf 11 weken tot bevalling
  • Foetus komt van het Latijnse woord fetus, wat ‘het voortbrengen van een jong’ betekent

Slide 14 - Diapositive

Vruchtwater

Slide 15 - Diapositive

Vruchtwater
Het embryo ligt in het vruchtwater. De vruchtvliezen beschermen het embryo tegen schadelijke stoffen en infecties en ze zorgen ervoor dat het vruchtwater niet wegloopt. Het vruchtwater heeft een constante temperatuur en voorkomt uitdroging van het embryo. Bovendien vangt het vruchtwater schokken en stoten op, waardoor het embryo beschermd blijft.

Slide 16 - Diapositive

Placenta

Slide 17 - Diapositive

Navelstreng
In de navelstreng lopen drie bloedvaten. Het hart van het embryo pompt bloed door twee navelstrengslagaders naar de placenta. Door één navelstrengader stroomt bloed van de placenta terug naar het embryo

Slide 18 - Diapositive

Placenta
Om er voor te zorgen dat de stoffen uit het bloed van de moeder snel en in grote hoeveelheden bij het groeiende embryo kunnen komen, ontstaat de moederkoek (placenta). Dit orgaan wordt door moeder en kind samen gevormd.

Slide 19 - Diapositive

Bevalling

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo