Week 10 2a | Past simple vs present perfect

Good morning 2A!
Get your notebook (schrift) and a pen.
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Good morning 2A!
Get your notebook (schrift) and a pen.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Herhaling


                       Present perfect


        have / has + voltooid deelwoord

Slide 3 - Diapositive

Wat is dan het voltooid deelwoord?
er zijn 2 verschillende         regelmatige werkwoorden 
                                                           
                                                  onregelmatige werkwoorden
1
2

Slide 4 - Diapositive

           
             regelmatige werkwoorden       
1
werkwoord + -ed
play - played
walk - walked
work - worked
want - wanted

Slide 5 - Diapositive

           
             onregelmatige werkwoorden

2
Het derde woord uit de rijtjes 
To do - did - done
to fly - flew - flown
to fight - fought - fought

Slide 6 - Diapositive

I ............(never to steal) something

Slide 7 - Question ouverte

He ..............(never to be)
a superhero

Slide 8 - Question ouverte

Vragen maken in de present perfect
zet have/has aan het begin van de zin
vb
  • he has eaten at a restaurant
  • has he eaten at a restaurant?

Slide 9 - Diapositive

ontkenningen maken in de present perfect
Zet not achter have/ has
VB
  • he has eaten in a restaurant
  • he has not eaten in a restaurant

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Present Perfect
Wordt gebruikt als iets in het verleden is gebeurd en nog niet is afgelopen

Slide 12 - Diapositive

Als je iets nog nooit heb gedaan of je hebt iets altijd al willen doen 
ervaringen
is in het verleden begonnen en nog niet afgelopen
dus present perfect

Slide 13 - Diapositive

before /lately /up till now /for / for how long /just 
already /never /ever /since /so far /yet
signaalwoorden :
(als deze woorden in de zin staan moet je meestal de present perfect gebruiken)

Slide 14 - Diapositive

Uitzondering
het is wel afgelopen maar je gebruikt toch 
de present perfect

Het is  afgelopen maar het resultaat is belangrijker dan wanneer het is gebeurd.


I have lost my keys.
Je bent niet meer bezig je sleutels te verliezen maar het resultaat ( bv. je kunt je huis niet in) is belangrijker dan wanneer het is gebeurd.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

past simple
is het al afgelopen?
nee
present perfect
(have/has volt dw)
ja
staat er in de zin
wanneer het is
gebeurd?
ja
nee
present perfect
(have/has volt dw)
ww + ed /
2e vorm onr

ja
no
No
ja

Slide 17 - Diapositive

He .........................(come / just) home


A
simple past
B
present perfect

Slide 18 - Quiz

They ...........(buy) their car two years ago
A
simple past
B
present perfect

Slide 19 - Quiz

I ..............(see / not) anyone yet.
A
simple past
B
present perfect

Slide 20 - Quiz

James ...................(find)
your ring in the garden yesterday.
A
simple past
B
present perfect

Slide 21 - Quiz

We ............(prepare / already) dinner.

A
simple past
B
present perfect

Slide 22 - Quiz

Mary .................(win) the lottery last year.
A
simple past
B
present perfect

Slide 23 - Quiz

is het al afgelopen?
nee
present perfect
(have/has volt dw)
ja
staat er in de zin
wanneer het is
gebeurd?
ja
past simple
nee
present perfect
(have/has volt dw)

Slide 24 - Diapositive

He ...........(to dance) as a superhero at halloween last year

Slide 25 - Question ouverte

She .........(to buy) a new car

Slide 26 - Question ouverte

we ...........(to buy) a new car
yesterday

Slide 27 - Question ouverte

He .......(to go) to school

Slide 28 - Question ouverte

They ............(to go) to school
this morning

Slide 29 - Question ouverte

He ......(to get)a ride to school this morning

Slide 30 - Question ouverte

He .... (to get) a ride home

Slide 31 - Question ouverte

He ......(to jump) in a puddle this morning

Slide 32 - Question ouverte

Our cats ........(to sleep) in a box last night

Slide 33 - Question ouverte

Slide 34 - Diapositive

Topic discussion
timer
4:00

Slide 35 - Diapositive

Test yourself!

Slide 36 - Diapositive

Mind Map
Verbeter je vorige mind map. 

Let op! 
Geen Nederlands, geen zinnen langer dan 3 woorden.

Slide 37 - Diapositive

Blooket / Kahoot!

Slide 38 - Diapositive