KERN 71

VB2A
21-02-2023
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

VB2A
21-02-2023

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
Lezen
Herhaling les 63
Doelen les 71
Theorie les 71
Maken les 71
Uitleg spreekopdracht
Aan de slag met de spreekopdracht

Slide 2 - Diapositive

Lezen
timer
20:00

Slide 3 - Diapositive

Wat is kritiek?

Slide 4 - Question ouverte

Hoe kun je op een goede manier kritiek geven?

Slide 5 - Question ouverte

Hoe kun je op een goede manier kritiek ontvangen?

Slide 6 - Question ouverte

Doelen les 71
Aan het einde van de les weet je hoe je iets op een goede manier kunt weigeren en hoe je op een weigering reageert.

Slide 7 - Diapositive

Woorden van de les

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

1. Je oma heeft een trui voor je gekocht. Je vindt hem oerlelijk. Wat doe jij?
A
Je bedankt je oma en gooit de trui thuis weg.
B
Je zegt tegen je oma dat de trui niet jouw smaak is.
C
Je zegt tegen je oma dat je de trui prachtig vindt en trekt de trui aan als je op bezoek gaat.
D
Je zegt tegen je oma dat je genoeg truien hebt en dat je neefje hem misschien wel wil.

Slide 12 - Quiz

2. Wat zou je zeggen in de volgende situatie?
Je vraagt een vriendin of ze je wil helpen met je huiswerk. Ze heeft geen tijd en weigert.
A
"Jammer, misschien kan iemand anders me helpen."
B
"Nou, bedankt, lekkere vriendin ben jij."
C
"Oh, volgende keer heb ik geen tijd voor jou."

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

5. Wat doe je als iemand zegt dat hij niet mee wil doen aan een spel dat je wilt spelen?
A
Je dringt aan en legt uit waarom het belangrijk voor je is.
B
Je gaat over iets anders praten of je loopt weg.
C
Je zegt dat je het jammer vindt en dat je een ander gaat zoeken.

Slide 18 - Quiz

6. Je vriend vraagt of je zijn werkstuk wilt maken. Je zegt: "Nee, je leert er meer van als je dat zelf doet."
A
Goed
B
Niet goed

Slide 19 - Quiz

6. Je vriend vraagt of je zijn werkstuk wilt maken. Je zegt: "Nee, je leert er meer van als je dat zelf doet."
A
Goed
B
Niet goed

Slide 20 - Quiz

6. Een kennis vraagt of je mee wilt naar een voetbalwedstrijd. Je zegt: "Niet met jou, ik vind je een engerd."
A
Goed
B
Niet goed

Slide 21 - Quiz

6. Je docent vraagt of jij na de les even wilt helpen opruimen. Je moet eigenlijk naar de orthodontist, maar je zegt toch ja.
A
Goed
B
Niet goed

Slide 22 - Quiz

6. Een klasgenoot wil je rekenmachine lenen. Je zegt: "Nee, ik heb hem zo zelf nodig."
A
Goed
B
Niet goed

Slide 23 - Quiz

Zelfstandig werken
Les 71, blz. 126 - 129     Maak opdracht 7 t/m 13

  • Je mag overleggen
  • Vraag? Lees eerst de uitleg op blz. 126
  • Nog steeds een vraag? Steek je vinger op
  • Klaar? nakijken

Slide 24 - Diapositive