PTO 4 week 22

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

BIENVENUE

Leg je boeken vast klaar!

PROGRAMME

• Absentie
• Overhoren vocabulaire B
• Uitleg: het bijvoeglijknaamwoord
• Opdrachten
• Huiswerk volgende week

VOCA B - Opdracht : sleept blauw naar rood.

la cravate

la casquette

les yeux

le bijou

musclé

les cheveux bouclés

les cheveux raides

De stropdas

de pet

de ogen

gespierd

het sieraad

steil haar

krullen

Opdracht : sleep blauw naar rood.

Non, il est de taille moyenne.

Elle a un style classique.

Non, il a les yeux bleus.

Non, elle porte une robe.

Il a les yeux verts?

Elle porte un jean et un T-shirt?

Il est grand?

Quel est son style?

HET BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD

HET BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

Une voiture rouge

Les yeux bleus

Les cheveux blonds

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord.

Welke bijvoeglijk naamwoorden ken jij?

WAT VALT JE OP?

• Le garçon est petit.
• Les garçons sont petits.

• La fille est petite.
• Les filles sont petites.

HET BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

Als het woord mannelijk enkelvoud is, komt er achter het bijvoeglijk naamwoord: niets.

De jongen is groot.

Le garçon est grand.

Als het woord mannelijk meervoud is, komt er achter het bijvoeglijk naamwoord: +s

De jongens zijn groot.

Les garçons sont grands.

HET BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

Als het woord vrouwelijk enkelvoud is, komt er achter het bijvoeglijk naamwoord: +e.

Het meisje is groot.

La fille est grande.

Als het woord vrouwelijk meervoud is, komt er achter het bijvoeglijk naamwoord: +es

De meisjes zijn groot.

Les filles sont grandes.

HET BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

DUS ...

	Enkelvoud	Meervoud
Mannelijk	-	+s
Vrouwelijk	+e	+es

	Enkelvoud	Meervoud
Mannelijk	petit	petits
Vrouwelijk	petite	petites

Mon frère est ...

La voiture est ...

sportif

belle 

petit

petite

méchant

grande

long

noire

intélligent

verte

HUISWERK

Maken uit je werkboek

Bron C opdracht 13, 14 page 13-15

Online op Grandes Lignes

Slim stampen overhoren: vocabulaire E