Reading Leerjaar 4

Reading 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Reading 

Slide 1 - Diapositive

Voor het lezen


Voordat je gaat lezen, ga je je eerst een beeld vormen van de tekst. Met wat voor soort tekst heb je te maken? Is het een advertentie, een ingezonden stuk, een artikel, enzovoort?

Slide 2 - Diapositive

Skimmen:
 je gaat de tekst snel lezen, omdat je ongeveer wilt weten waar de tekst over gaat. Je doet dat door naar opvallende stukjes te kijken en van iedere alinea de eerste en de laatste zin te lezen.
Bij een vraag over de hele tekst, ga je skimmen. Je gaat zoeken naar aanwijzingen voor het antwoord.

Slide 3 - Diapositive

Scannen: 
Bij vragen naar bepaalde informatie, ga je scannen. Als de vraag bijvoorbeeld is hoeveel iets kost, ga je op zoek naar bedragen.

Slide 4 - Diapositive

Intensief lezen: 
Als er in een vraag regelnummers gegeven worden, is het vaak de bedoeling dat je de gehele alinea intensief leest.

Slide 5 - Diapositive

Reading preparation
  • Reading strategies
  • Linking words
  • Types of questions

Slide 6 - Diapositive

Stappenplan
Stap 1. bekijk de tekst - titel, plaatjes, introductie)
Stap 2. lees de vraag en de antwoorden - waar moet je op letten
Stap 3. lees de tekst
Stap 4. beantwoord de vraag

Slide 7 - Diapositive

Stap 1 - bekijk de tekst
- Lengte van de tekst. Dit is belangrijk om je leesstrategie te bepalen
- Kijk naar de titel; vaak wordt er een vraag gesteld over de titel, geeft informatie over de tekst
- Kijk naar afbeeldingen, kopjes (tussenkopjes), vetgedrukte woorden

Slide 8 - Diapositive

Stap 2 - lees de vraag
- multiple choice; let op! als er gevraagd wordt dat je 1 goed antwoord moet aangeven, dan moet je niet 2 aankruisen. 
- open vraag; beantwoord een openvraag kort en bondig. 
- invulvraag; let op de signaalwoorden; bijv. because= omdat= geeft reden 
- true or false vraag; geef aan wat waar of juist of niet waar of onjuist is. 

Slide 9 - Diapositive

Stap 3- Lees de tekst
Bij een korte tekst moet je de hele tekst lezen.
Bij een lange tekst wordt vaak bij de vraag aangegeven in welke alinea je het antwoord kan vinden.

Slide 10 - Diapositive

Word Guessing Strategies

  • context gebruiken 
  • herkenbaar uit een andere taal       kindergarten
  • het soort woord                                      switch
  • deel van het woord kennen               artificial
  • voor-/ achtervoegsel                            agree / disagree


 


Slide 11 - Diapositive

Stap 4 - beantwoord de vraag
Beantwoord de vraag en check of je het goede antwoord hebt gegeven. 

Slide 12 - Diapositive

Linking words

Slide 13 - Diapositive

Use linking words
Step 1: onderstreep de linking words die je tegen komt
Step 2: Zet bij de linking words bij welke categorie ze horen
1 addition 
2 comparison
3 contrast
4 time
5 example
6 summary

Slide 14 - Diapositive

Linking Words
Other Words
In short
In other words
Anyway
What
Similarly
More
Could
Although
Might
Moreover
Yet
Always
Like
No
For example
Doubt
Then
Why

Slide 15 - Question de remorquage

Your brother is a fan of Willem II, ...... I don't like him
A
therefore
B
and
C
although
D
unless

Slide 16 - Quiz

I like sugar in my tea, .... I don't like milk in it.
A
and
B
but
C
or
D
so

Slide 17 - Quiz

Listen to the story .... answer the questions in complete sentences.
A
and
B
because
C
but
D
or

Slide 18 - Quiz

Is it Thursday .... Friday today?
A
and
B
but
C
or
D
then

Slide 19 - Quiz

They climbed the mountain .... it was very windy.
A
although
B
nor
C
or
D
so

Slide 20 - Quiz

Neither my brother .... my sister own a car.
A
and
B
but
C
nor
D
so

Slide 21 - Quiz


En nu zelf aan de slag!

Make the reading assignment by yourself


Slide 22 - Diapositive