2K H5 Les 1.2

Chapter 5
Lesson 1.2
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Chapter 5
Lesson 1.2

Slide 1 - Diapositive

Today
* Words
* Grammar (2x)
* Watching

Slide 2 - Diapositive

Words
Bij de  volgende opdrachten ga je de woordjes oefenen. 
Sleep de woorden naar de juiste plaatjes of typ de juiste 
vertaling in.

Slide 3 - Diapositive

cash register/
till
purse/
wallet
deliver
trolley
price tag

Slide 4 - Question de remorquage

sell
buy
expensive
discount
valuable
verkopen
kopen
duur
korting
waardevol

Slide 5 - Question de remorquage

Vertaal: customer

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal: firm

Slide 7 - Question ouverte

Vertaal: contain

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal: koopje

Slide 9 - Question ouverte

Vertaal: behoren aan/zijn van

Slide 10 - Question ouverte

Grammar
Je leest zo eerst een uitleg over de grammatica, daarna ga je er vragen over maken. 
De grammatica gaat over 
some /any.
Kom je er niet uit, dan neem je contact op met mevr. van  Dongen.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

In short (in het kort):
Any gebruik je bij gewone (bevestigende zinnen) en bij vragen als je weet dat het antwoord "ja" zal zijn:
* I need some new pens. / Do you want some cookies? 
Some gebruik je bij ontkennende zinnen (met het woordje "not") en als je niet weet wat het andwoord zal zijn:
* I do not have any money. / Is there any milk in the fridge?

Slide 13 - Diapositive

You can't buy ... posters in this hop.
A
some
B
any

Slide 14 - Quiz

We haven't got ... oranges at the moment.
A
some
B
any

Slide 15 - Quiz

I've got ... good ideas.
A
some
B
any

Slide 16 - Quiz

Excuse me sir, do you have ... idea how to go to the post office?
A
some
B
any

Slide 17 - Quiz

Do they have ___ new books at the library?
I don't have ___ new updates!
I want ___ tea to drink while reading the newspaper.
I have ___ questions to ask to the news reporter.
Do you know ___ reporters from that news site?
some
any
some
any
some
any
some
any
some
any

Slide 18 - Question de remorquage

Slide 19 - Vidéo

In short:
Gebruik: als je wilt weten of iemand er net zo over denkt als jij.

Na een bevestigende zin is de aangeplakte vraag ontkennend
* She looks terrible, doesn’t she?

Na een ontkennende zin is de aangeplakte vraag bevestigend:
* They aren't on time, are they?

Slide 20 - Diapositive

Wat moet er achter?

Your dog doesn't like the heat, ...
A
is he?
B
does he?
C
isn't he?
D
doesn't he?

Slide 21 - Quiz

Wat moet er achter?

We like to learn English, ...
A
likent we?
B
like we?
C
don't we?
D
do we?

Slide 22 - Quiz

Wat moet er achter?

James didn't sleep on the couch, ...
A
did he?
B
didn't he?
C
does he?
D
doesn't he?

Slide 23 - Quiz

Wat moet er achter?

The White House isn't small, ...
A
isnt it ?
B
was it ?
C
isn't he ?
D
is it ?

Slide 24 - Quiz

Wat moet er voor?

..., aren't you?
A
You like Batman,
B
He is fond of Deadpool,
C
You are count Dracula,
D
You aren't Usain Bolt,

Slide 25 - Quiz

Wat moet er voor?

..., aren't you?
A
You like Batman,
B
He is fond of Deadpool,
C
You are count Dracula,
D
You aren't Usain Bolt,

Slide 26 - Quiz

Maak de zin af met een Question Tag. Denk aan het vraagteken.
The tower is really haunted, ...

Slide 27 - Question ouverte

Maak de zin af met een Question Tag. Denk aan het vraagteken.
You did your homework, ...

Slide 28 - Question ouverte

Maak de zin af met een Question Tag. Denk aan het vraagteken.
My friends aren't here, ...

Slide 29 - Question ouverte

Watching
Je gaat zo een filmpje kijken over een bijzondere winkel. Tussendoor krijg je vragen, luister dus goed!

Slide 30 - Diapositive

5

Slide 31 - Vidéo

00:42
IN deze Google pop-up shop kan je Google spullen kopen.
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quiz

01:13
De muur met blokken werkt ...
A
door aan te raken.
B
doordat iemand het bestuurt op afstand.
C
met sensoren.
D
door er tegen te praten.

Slide 33 - Quiz

01:48
De Google Home afdeling ...
A
is om even wat te drinken in de winkel.
B
heeft alleen maar Google apparaten.
C
is om het Google Home apparaat in werking te zien.
D
is er alleen voor de sier.

Slide 34 - Quiz

03:03
Je kan in dit gedeelte van de winkel een VR bril ...
A
kopen.
B
vergelijken met een andere.
C
uitproberen.
D
winnen.

Slide 35 - Quiz

03:32
Pixel is ...
A
een afdeling.
B
een telefoon.
C
een programma voor de telefoon.
D
een bewakingscamera.

Slide 36 - Quiz

You have finished all the exercises of today!


Go to Quizlet to study the words of Chapter 5 for 10 minutes.
Als je nog vragen hebt, neem dan contact met  de docent.

Slide 37 - Diapositive