Quiz H7
1 / 16
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat was de invloed van de groei van de handel?
A
Er kwamen meer mensen in Europa wonen.
B
Er kwam muntgeld in omloop en er ontstonden nieuwe beroepen zoals kooplieden en ambachtslieden.
C
Er kwamen meer boeren bij.
D
Er kwamen meer kastelen en kerken bij.
Slide 2 - Quiz
Waarom kochten handelaren graag productieoverschotten van boeren op?
A
Omdat ze zelf te weinig producten hadden.
B
Omdat ze graag de boeren wilden helpen.
C
Omdat ze het niet duurder konden krijgen.
D
Zodat ze de producten verder konden verhandelen en hongersnood minder vaak voorkwam.
Slide 3 - Quiz
Wat is het voordeel van de ijzeren ploeg?
A
De ploeg is lichter dan de houten ploeg.
B
De ploeg kan niet gebruikt worden op een oneffen terrein.
C
De ploeg is duurder dan de houten ploeg.
D
De ploeg kan diepere lagen grond bereiken waardoor de grond bovenop vruchtbaarder wordt.
Slide 4 - Quiz
Welke stad vormde de schakel tussen Noord-Europa en Zuid-Europa?
A
Venetië
B
Deventer
C
Brugge
D
Kampen
Slide 5 - Quiz
Wat was het doel van de samenwerking tussen de Hanze steden?
A
Andere steden aanvallen
B
De handel uitbreiden en beter kunnen concurreren
C
Meer belasting heffen
D
Macht vergroten
Slide 6 - Quiz
Met wie dreven Venetië en Genua voornamelijk handel?
A
De Afrikanen
B
De Chinezen
C
De Arabieren
D
De Romeinen
Slide 7 - Quiz
Wat was de belangrijkste reden waarom Venetië en Genua belangrijke handelssteden werden?
A
Ze hadden veel land
B
Ze hadden veel macht
C
Ze hadden veel geld
D
Hun gunstige ligging aan zee
Slide 8 - Quiz
Wat waren de voordelen van het stadsrecht?
A
Verplichting tot herendiensten
B
Eigen rechtspraak en zelfbestuur
C
Belastingen betalen aan de heer
D
Horige boeren van de heer
Slide 9 - Quiz
Wat was het belang van goede en goed nagekomen regels?
A
Belangrijk voor het zelfbestuur
B
Belangrijk voor de verdediging van de stad
C
Belangrijk voor het verlenen van privileges
D
Belangrijk voor de handel
Slide 10 - Quiz
Wat was de rol van de schout?
A
Het voorzitten van het stadsbestuur
B
Het uitspreken van vonnissen
C
Het controleren van de schepenen
D
Het bouwen van stadsmuren
Slide 11 - Quiz
Wat waren de privileges?
A
Speciale rechten voor stadsbewoners
B
Belastingen betalen aan de heer
C
Stadsbewoners werden horige boeren
D
Herendiensten voor kooplieden
Slide 12 - Quiz
Wat was de rol van de gilden bij ziekte of overlijden?
A
Het organiseren van feesten
B
Steun bieden aan de gildeleden
C
Het regelen van begrafenissen
D
Het beschermen van de stad
Slide 13 - Quiz
Wat is een meesterproef?
A
Een test om een eigen werkplaats te krijgen
B
Een test om gildemeester te worden
C
Een test om gezel te worden
D
Een test om als leerling te beginnen
Slide 14 - Quiz
Wat was de rol van een gildemeester?
A
Het onderwijzen van leerlingen
B
Het verkopen van producten
C
Het leiden van een gilde
D
Het beschermen van de stad
Slide 15 - Quiz
Wat is een gilde?
A
Een religieuze organisatie
B
Een beroepsvereniging
C
Een politieke partij
D
Een middeleeuwse bank
