Klas 1G P4 les 3- BZL (11-05-2021)

Bienvenidos     


1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Bienvenidos     


Slide 1 - Diapositive

Programa de hoy

  • Repaso formatieve toes

Slide 2 - Diapositive

Formatieve toets Unidad 1

Vocabulario:
1.1, 1.2, 1.3 en 1.4 in beide richtingen
Frases clave p.5 in beide richtingen

Grammatica: 
Lidwoord - bepaald (el/la/los/las) en onbepaald (un/uno/una/unos/unas)
Voegwoord 'en' (y/e)
Persoonlijk voornaamwoord 
Nationaliteiten 
De ontkenning 
ser - tener - hablar en llamarse 
Getallen 1-20 in beide richtingen (TB p.23)

Slide 3 - Diapositive

Wat zijn onbepaald lidwoorden in het Spaans?
A
un/una/unos/unas
B
el/la/los/las

Slide 4 - Quiz

HET LIDWOORD
In welke zin staat het lidwoord in de juist vorm? LAS of LA
A
LAS chica es guapa
B
LA chica es guapa

Slide 5 - Quiz

HET LIDWOORD
In welke zin staat het lidwoord in de juist vorm ? LOS of EL

A
LOS chicos son simpáticos
B
EL chicos son simpáticos

Slide 6 - Quiz

Ik begrijp de lidwoorden in het Spaans
poco
bastante
bien

Slide 7 - Sondage

Kies de juiste voegwoord:
Mi hermana _______ hermano.
A
y
B
e

Slide 8 - Quiz

Kies de juiste voegwoord:
Son madre __________ hija
A
y
B
e

Slide 9 - Quiz

Wanneer wordt de voegwoord y in e?

Slide 10 - Question ouverte

Ik begrijp de voegwoorden (y/e) in het Spaans
poco
bastante
bien

Slide 11 - Sondage

Wat zijn de enkelvoud persoonlijke voornaamwoorden in het Spaans
A
Yo, tú, él
B
Yo, tú, él, ella, usted
C
Yo, tú, él, ella, nosotros, usted
D
Yo, tú, ella, usted

Slide 12 - Quiz

Vertaal de volgende persoonlijk voornaamwoorden: wij, jullie

Slide 13 - Question ouverte

Ik weet de persoonlijke voornaamwoorden in het Spaans.
poco
bastante
bien

Slide 14 - Sondage

sleep de juiste vervoeging van "Hablar" naar de juiste persoonlijke voornaamwoord




































Yo
Él-ella-usted
Nosotros
Vosotros
Ellos- Ellas- Ustedes
hablamos
hablas
hablan
habla
habláis
hablo

Slide 15 - Question de remorquage

Ik ken het WW hablar en kan dit vervoegen.
poco
bastante
bien

Slide 16 - Sondage

tener, yo

Slide 17 - Question ouverte

tener, Pepe

Slide 18 - Question ouverte

tener, vosotros

Slide 19 - Question ouverte

tener, tú

Slide 20 - Question ouverte

Ik ken het WW tener en kan dit vervoegen.
poco
bastante
bien

Slide 21 - Sondage

ser, Paco
A
eres
B
es

Slide 22 - Quiz

ser, vosotros
A
sois
B
somos

Slide 23 - Quiz

ser, yo
A
soy
B
eres
C
es
D
sois

Slide 24 - Quiz

Ik ken het WW ser en kan dit vervoegen.
poco
bastante
bien

Slide 25 - Sondage

Schrijf het getal op in Spaans.

Slide 26 - Question ouverte

Schrijf het getal op in Spaans.

Slide 27 - Question ouverte

Schrijf het getal op in Spaans.

Slide 28 - Question ouverte

Vertaal de volgende getallen naar het Nederlands:
cuatro, catorce

Slide 29 - Question ouverte

Ik ken de getallen 1-20 in het Spaans
poco
bastante
bien

Slide 30 - Sondage

Onderstreep de persoonsvorm (het vervoegde werkwoord).
Maak de zinnen ontkennend.
1. El chico es holandés.
2. Yo tengo un perro.
3. La chica se llama Isabel.
4. Amersfoort es un pueblo.
5. Martín tiene la nacionalidad alemana. 

Slide 31 - Diapositive

¿Preguntas?

Slide 32 - Diapositive