Begrijpend lezen bl2wk1l1 groep 6

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 6

Strategie: doel bepalen

•  welke teksten passen bij leesdoelen: iets maken of doen 

 en iets kopen

•  hoe zie je snel of een tekst past bij je leesdoel

• besluiten of je de hele tekst gaat lezen

Bekijk de teksten op blz.2

Stel, je gaat naar het (Y)our Rights Festival. Je wilt weten wat je allemaal kunt doen. Welke tekst kun je het best lezen?

1. tekst 1
2. tekst 2
3. tekst 3

Waar zie je aan dat je die tekst het best kunt lezen?

1. Ik zie het alleen aan de titel
2. Ik zie het aan de titel en het plaatje

Wat is dit voor een tekst?

1. advertentie
2. regels
3. folder
4. tips

Welk leesdoel past het best bij deze tekst?

1. Ik wil iets kopen
2. Ik wil iets maken of doen.

Bekijk tekst 2

Wat is dit voor een tekst?

1. Het is een advertentie.
2. Het is een handleiding.

Waar kun je deze tekst vinden?

1. in een kookboek met recepten
2. in een leesboek voor kinderen
3. op een website over kinderrechten
4. in de bieb bij de s van spreekbeurt

Bekijk tekst 3.
Overleg in je groepje:
a Wat is dit voor een tekst?
b Voor wie is dit een goede tekst?

Kijk naar: plaatje tekst 1.
Je ziet allemaal namen.
Wat zijn dit voor namen?

De tweede naam is:
Praten over armoede en schulden.
Stel, daar wil jij meer over lezen. Waar klik je op?

instructieve tekst

reclametekst

lees de 3 teksten. Welke tekstsoorten zijn het?

Tekst 1

Tekst 2

Tekst 3

Kijk naar tekst 2.

 Mara wil weten welke spullen zij kan bestellen voor haar spreekbeurt.

In welke zin haalt zij haar leesdoel? Markeer de zin in de tekst.

Mara wil ook weten hoe duur de spullen zijn en waar zij ze kan
bestellen. Moet zij de tekst helemaal lezen?

1. Ja, ze moet de hele tekst lezen.
2. Nee, ze hoeft alleen te kijken naar de roze woorden.

Kijk naar tekst 3.

Wiebe wil weten wanneer het Kinderrechten Filmfestival is.

Haalt hij zijn leesdoel? 

Armen omhoog = ja

Armen omlaag = nee

Op het (Y)our Rights Festival kun je blindvoetballen.
Kinderen doen geen blindoek om, maar de volwassenen wel.
Waarom is dat, denk je? Wat leren volwassenen daarvan?