Oefentoets paragraaf 3.2 + 3.4

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k, mavo
• Leerjaar 1

Oefentoets paragraaf 3.2 + 3.4

• Probeer het zoveel mogelijk uit je hoofd te doen, maar je mag je boek erbij gebruiken. 

Veel succes!

Neem je tijd en doe je best!

Paragraaf 3.2: Europa wordt christelijk!

Wat is de beste omschrijving van het begrip geestelijken?

1. mensen die in God geloven
2. mensen die iedere week naar de kerk gaan
3. mensen die in dienst zijn van de kerk
4. mensen die voor andere mensen bidden

Wie zie je op de afbeelding?

1. Geen van de genoemde namen is juist
2. Een Viking-leider
3. Karel de Grote
4. Willibrord

Gebruik de bron

Monniken hadden een aantal taken. Zo schreven zij bijvoorbeeld boeken over.

➤Noem nog twee taken van monniken die niet op de afbeelding te zien zijn.

Gebruik de bron 

Wie probeerden in het tijdvak van 'Monniken & Ridders' heidenen tot christenen te bekeren?

1. Missionarissen
2. Leenheren
3. Horigen
4. Moren

Deze opdracht gaat over de oude tekst die in je lesboek staat:

'Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic enda thu wat unbidan we nu?'

Hieronder staan drie feiten en één verzinsel. Welke is het verzinsel?

1. In modern Nederlands staat er: 'Alle vogels hebben nesten gebouwd behalve jij en ik. Waar wachten we nog op?'
2. Het is een oud mengsel van Nederlands en Engels.
3. Het is de oudst bewaarde Nederlandse tekst.
4. De zin is geschreven door een monnik die verliefd was en een gezin wilde stichten.

Je kunt het plaatje  hiernaast groter maken. Welke zinnen passen bij het plaatje?

1. A, D, E
2. A, B, E
3. B, D, E
4. A, C, D

Door het harde leven gingen veel mensen het christendom extra belangrijk vinden. 

➤Waarom was dat zo? 

1. De mensen hoopten dat God hen zou beschermen tegen honger, ziekte en dood.
2. In de Bijbel staat hoe je betere medicijnen kunt maken en hoe je grotere oogsten kunt krijgen.
3. Als je christen was, mocht je in een klooster wonen. Daar was wel genoeg voedsel.
4. Als je arm, maar goed geleefd had, werd je na je dood erg rijk in de hemel.

➤Zet de volgende geestelijken in de juiste volgorde van macht. Begin met de geestelijke die het machtigst is, en eindig met de geestelijke die het minst machtig is.

Priester

Paus

Bisschop

Monnik

In het tijdvak van Monniken & Ridders....

1. ... woonden de monniken en nonnen tussen de gewone mensen om zich aan hun christelijke geloof te wijden.
2. ... woonden veel gewone mensen in kloosters om zich te bekeren en geestelijke te worden.
3. ... geloofden de Germaanse heidenen eerst in meerdere goden en bekeerden missionarissen hen later tot de christelijke godsdienst.
4. ... werd het christendom via het vasteland van Europa naar Engeland gebracht door rondreizende missionarissen.

Gebruik de bron en de vier feiten (A-D).
Welk feit past het beste bij deze bron? Noteer de letter van de juiste zin.

1. Willibrord deed missiewerk in Ierland, Groot-Brittannië en Nederland.
2. Willibrord kon vorsten gemakkelijk bekeren tot het christendom.
3. Willibrord moest zijn werk met gevaar voor eigen leven doen.
4. Willibrord werd netjes behandeld door de Germaanse koningen.

Leg het begrip ¨bekeren¨ uit!

In het tijdvak 'Monniken & Ridders' nam de macht van de kerk toe.
In welke zin wordt hier een juiste oorzaak van genoemd?

1. Veel geestelijken leefden afgezonderd van de samenleving en hierdoor hadden ze bij andere mensen veel aanzien.
2. Pastoors preekten op zondag in de dorpskerk hoe de mensen moesten leven om in de hemel te komen.
3. Geestelijken besteedden veel tijd aan het bestuderen van de Bijbel en andere boeken.
4. Er zijn veel christelijke feestdagen.

Welk begrip bedoelen we met: ¨Iemand die niet het goede geloof heeft¨

Paragraaf 3.4: De opkomst van de islam

Wat hoort bij welk geloof?

Christendom

Islam

Beide

Koran

Bijbel

Jezus

Eén God

Mekka

Mohammed

Kerk

Kies de juiste omschrijving voor het volgende begrip:

Moskee

1. Arabisch voor God
2. Godsdienst van moslims
3. plicht van moslims om hun godsdienst te verspreiden
4. Islamitisch gebedshuis

Vanaf welk jaartal vertelde Mohammed over de boodschappen die hij van Allah kreeg?

1. 600
2. 610
3. 622
4. 690

Wanneer verhuisde Mohammed van Mekka naar Medina en begint de Islamitische jaartelling?

1. 600
2. 610
3. 622
4. 690

Wanneer gaf ook Mekka zich over en ontstond er een Arabisch rijk?

1. 610
2. 622
3. 630
4. 800

Welke soort samenleving was er in de Arabische wereld?

1. landbouwsamenleving
2. landbouw-stedelijke samenleving
3. industriële samenleving
4. kennis samenleving

Moslimvorsten wilden geen massale bekering van christenen en joden. Leg uit waarom.

Waarom verboden islamitische geestelijken het afbeelden van mensen en dieren in de moskee?

Dit was de oefentoets

Ben je klaar?

• Ga verder met Test Jezelf par 3.2 + 3.4 (blz. 54/55) in je werkboek