Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Paragraaf 5
Allesssssss komt samen
Een toepassing van het IS-MB-GA model
Slide 1 - Diapositive
Uitgangssituatie
In de uitgangssituatie zit de economie in de bovenste grafiek in Y1* (punt a). De goederenmarkt is in evenwicht. De outputgap is 0.
De centrale bank heeft de rente op r1 gezet (punt c). Bij dit inkomen en deze rente is de inflatie π1 (punt f)
Slide 2 - Diapositive
Staatsschuldquote is 75%(Schuld / BBP x 100). Dit mag dus niet. Wat kan de overheid doen?
Slide 3 - Question ouverte
Overheidsbezuinigingen
De overheid moet de staatsschuld verminderen en bezuinigt daarom op de uitgaven.
Autonoom getal O daalt. Dus van bestedingslijn 1 naar 2. Gevolg: lager evenwichtsinkomen (Y2)
Slide 4 - Diapositive
Verschuiving IS-lijn
Door de lagere overheidsbestedingen en de daarbij behorende afname van het inkomen is er bij dezelfde rente ineens een lager inkomen. (C --> D)
Slide 5 - Diapositive
Inflatie
Door de overheidsbezuinigingen daalt de effectieve vraag (of gewoon simpel: de vraag naar producten neemt af).
Er ontstaan aanbodoverschotten. Aanbieders moeten hun prijzen verlagen. De inflatie daalt. Er is echter sprake van loonstarheid, dus de winstmarge daalt(Rëele kosten stijgen). Daardoor zal men minder produceren gaan produceren. (F --> G)
Slide 6 - Diapositive
Inflatie
Door de daling van de inflatie daalt ook de verwachte inflatie (naïeve inflatieverwachting).
Bij nieuwe contracten en loononderhandelingen wordt hier rekening mee gehouden. Hierdoor dalen de reële kosten, de winstmarge stijgt weer en de bedrijven zullen weer meer willen aanbieden.
Bij eenzelfde inflatie wordt dus het geaggregeerde aanbod groter. Daardoor verschuiving van GA-lijn1, naar 2.
Slide 7 - Diapositive
Inflatie
Dus de inflatie (en dus inflatieverwachting) is lager, wat doet de centrale bank en waarom?
Overleg --> Minuutje
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Inflatie en rente
De inflatie is lager, dit wil de centrale bank niet.
De centrale bank zal de rente verlagen (C en I stijgen).
Dit doen ze in zoverre tot dat de outputgap 0 is.
Verschuiving van D naar E
Slide 10 - Diapositive
Verlaging rente
Wat zal het gevolg van de verlaging van de rente zijn voor de bestedingslijn?
Denk aan investeringen en bestedingen (consumptiequote).
Wat is het gevolg voor de bestedingslijn? (C + I)
OVERLEG
Slide 11 - Diapositive
Lagere rente en bestedingen
Door de lagere rente nemen de investeringen toe. Daardoor verschuift bestedingslijn 2 naar boven.
Door de lagere rente stijgt de consumptiequote, daardoor stijgt de helling van de bestedingslijn.
De nieuwe bestedingslijn snijdt weer in punt A. Er is weer evenwicht.
Slide 12 - Diapositive
www.lessonup.com
Slide 13 - Lien
Maken
Paragraaf 3, vraag 1,2,4,5,6 en 7
Paragraaf 4: vraag 1,2 en 3
Paragraaf 5: Vraag 1 en 2
Slide 14 - Diapositive
Analyse aan de hand van voorbeeld:
Uitgangssituatie:
De economie van een euroland bevindt zich na jaren van economische groei in het langetermijnevenwicht (Y = Y*, feitelijke productie = potentiële productie)
De grootste regeringspartij vindt dat de bevolking moet profiteren van het gestegen nationale inkomen en besluit de autonome overheidsbestedingen te verhogen.
Een econoom analyseert de gevolgen van deze maatregel met onderstaand IS-MB-GA-model. In de uitgangssituatie bevindt de economie zich in situatie Y0 met bijbehorende rente r0 en inflatie π0