3.5 De kolonie Nederlands-Indië



De kolonie Nederlands-Indie





Paragraaf 3.5
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon



De kolonie Nederlands-Indie





Paragraaf 3.5

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Verenigde Oostindische Compagnie (1602)
  • Nederlandse regering (Staten-Generaal) grijpt in -> te veel winst gaat verloren -> teveel concurrentie

  • Compagnieën moeten in één bedrijf.

  • Hierdoor gaan ze concurrentie tegen en kunnen de winsten ook gebruikt worden in de oorlog tegen Spanje

Slide 4 - Diapositive

Hoe werkt de VOC?
  • Monopolie op de Oost ( alleenrecht op de specerijnenhandel) 
  • Stichten handelsposten in Indie
  • Gebruikten veel geweld om macht uit te breiden -> duidelijk maken wie de macht had.  

Slide 5 - Diapositive

1799: VOC


Na het faillisement van de V.O.C. werden de bezittingen van de Nederlandse staat.

Je spreekt sindsdien van de kolonie 
Nederlands Indie.

Slide 6 - Diapositive




Kolonie: Overzees gebied dat wordt

 bestuurd door mensen uit het moederland.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive




Om de orde te handhaven werd het Koninklijk Nederlands Indisch leger opgericht!


KNIL



Slide 9 - Diapositive

Het KNIL trad keihard op tegen vorsten die niet mee wilden werken.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Om 

De kolonie winstgevend te maken werd een plan bedacht!

Slide 14 - Diapositive

Het Cultuurstelsel!

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien

Het cultuurstelsel
 (1830-1870)
  • Doel: Indië moet weer winstgevend (voor Nederland) worden.

  • Nederland kreeg nog steeds het handelswaar dat ze wilde hebben.

  • Met dat geld kan Nederland een modern land worden.

    Slide 17 - Diapositive

    Hoe werkt het cultuurstelsel? 

    • Boeren moeten 1/5 deel van hun land verbouwen met voor de Nederlanders interessante producten: koffie, thee en indigo 

    • Boeren krijgen hiervoor plantloon

    Slide 18 - Diapositive

    Slide 19 - Diapositive

    Hoe werkt het cultuurstelsel? 

    • De boeren moeten 66 dagen werken voor de Nederlanders (herendiensten), bijvoorbeeld wegen, kanalen en spoorwegen aanleggen

    • De vorsten (Regenten) krijgen cultuurprocenten. Hoe meer hun boeren leveren, hoe meer cultuurprocenten.

    Slide 20 - Diapositive

    Bestuur Nederlands-Indië
    Er werd een indirect bestuur ingevoerd. Inlandse vorsten en hun helpers mochten meebesturen, maar kregen opdrachten van de Nederlandse gouverneurs. 

    Slide 21 - Diapositive

    Bestuur tijdens het cultuurstelsel
    • Nederland laat het bestaande, inlandse (Javaanse) bestuur bestaam

    • Nederland plaats boven en naast dit inlandse bestuur, een eigen, binnenlands, bestuur met Nederlandse ambtenaren aan het hoofd.
    Gouverneur-Generaal
    Gouverneur
    Resident
    Binnenlands bestuur
    Assistent-resident
    Regent
    Inlands bestuur
    Districtshoofd
    Onderdistrictshoofd
    Dorpshoofd
    Controleur

    Slide 22 - Diapositive

    Gevolgen voor Nederland
    • Indië is binnen paar jaar weer winstgevend voor Nederland.

    • Infrastructuur (wegen, kanalen en spoorwegen) in Nederland  zijn vrijwel geheel betaald door deze winsten

    Slide 23 - Diapositive

    Positieve gevolgen Nederlands-Indie. 

    • Verbetering van de infrastructuur op het eiland

    • Ontstaan van een geldeconomie

    Slide 24 - Diapositive

    Negatieve gevolgen voor cultuurstelsel

    • Beste land moest voor het cultuurstelsel worden gebruikt
    • Meer dan 20% afstaan + belasting (corruptie regenten)
    • Door cultuurproducten minder rijst: gevolg: Hongersnoden                             
    • 66 dagen per jaar werken voor het Nederlands bestuur: GRATIS!


    Slide 25 - Diapositive

    Slide 26 - Diapositive

    Slide 27 - Diapositive

    Rond 1900


    Kwam er kritiek op het cultuurstelsel.





    Slide 28 - Diapositive

    Mede

    Door het boek 

    Max Havelaar

    Slide 29 - Diapositive

    Slide 30 - Diapositive

     



    Na alle kritiek 

    werd het cultuurstelsel afgeschaft en kregen ondernemers het voor het zeggen. 

    Slide 31 - Diapositive

     De boerenbevolking kreeg het niet beter!

    Nederlandse ondernemers gingen ook andere produkten verkopen en handelsmaatschappijen opzetten.

    Slide 32 - Diapositive

    Tijdens het Cultuurstelsel (1830-1870) moesten de boeren producten aan Nederland leveren.

    Welke producten waren dat?
    A
    aardappels en vlees
    B
    specerijen
    C
    brood en groente
    D
    koffie en suiker

    Slide 33 - Quiz

    Het cultuurstels leidde voor de eenvoudige boeren tot...
    A
    Meer geld.
    B
    Hongersnood.
    C
    Meer producten.
    D
    Minder werk.

    Slide 34 - Quiz

    Waarom leidde het Cultuurstelsel tot hongersnoden?

    Omdat de boeren
    A
    Minder geld gingen verdienen.
    B
    Steeds minder zin kregen om te werken.
    C
    Veel producten voor de export moesten leveren
    D
    In hongerstaking gingen.

    Slide 35 - Quiz

    Liberalen in Nederland aan de macht (1848)
    • Cultuurstelsel wordt uitvoerd door de NHM, een staatsbedrijf. 

    • Liberalen willen economische vrijheid en niet dat de overheid zich bemoeit met de economie.

    • Ze willen dat óók particuliere ondernemers een bedrijf op Java kunnen starten

    Slide 36 - Diapositive

    Liberalen willen persoonlijke vrijheid: het cultuurstelsel lijkt op slavernij en dwangarbeid

    Slide 37 - Diapositive

    Max Havelaar
    • Max Havelaar, of de koffij-veilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij.

    • Boek van Multatuli (Latijn voor: 'ik heb veel leed gedragen'), pseudoniem van Eduard Douwes Dekker

    • Belangrijkste protest tegen het cultuurstelsel

    Slide 38 - Diapositive

    Opdracht voor twee
    Kies een persoon die een grote rol heeft gespeeld in de geschiedenis van Nederlands-Indië:

    Maak een korte powerpoint over hem of haar en leg die rol uit. Uit de powerpoint moet blijken dat jij de stof van paragraaf 3.5 goed begrepen hebt.
    Op de volgende dia staat uit welke personen je mag kiezen.

    Slide 39 - Diapositive

    Opdracht voor twee
    Eduard Douwes Dekker

    Johannes van den Bosch

    Generaal van Heutsz

    Deze opdracht telt voor 1 punt op de repetitie

    Slide 40 - Diapositive