Filosofie - ethiek

Mag je door rood rijden om op tijd op school te zijn?
JA
NEE
1 / 38
suivant
Slide 1: Sondage
FilosofieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Mag je door rood rijden om op tijd op school te zijn?
JA
NEE

Slide 1 - Sondage

Robin Hood. Mag je iets stelen om het aan iemand te geven die arm is?
JA
NEE

Slide 2 - Sondage

Slide 3 - Vidéo

1

Slide 4 - Vidéo

00:00
Wat ga je doen?
Niets: 5 mensen worden overreden.
Ik zet de hendel om: 1 iemand wordt overreden.

Slide 5 - Sondage

Je ziet weer de trein aankomen, en weer staan er vijf spoormensen op ramkoers. Dit keer is er geen wissel, maar sta je op een brug. Voor je staat een dikke man, en je weet dat je de spoorwerkers alleen kan redden als je de dikke man van de brug afgooit op het spoor, zodat die de trein zal stoppen voor de trein op de werkers botst (de man is echt heel dik!!). Wat doe je nu? Gooi je de man op het spoor?

Slide 6 - Diapositive

Wat zou jij doen?
Ik doe niets: 5 mensen worden overreden.
Ik kies ervoor om de dikke man op het spoor te gooien

Slide 7 - Sondage

De situatie herhaalt zich (pechvogel). Weer vijf mensen op het spoor. Met een hendel kan je deze vijf redden. Maar nu ligt er niet zomaar een man op het andere spoor, maar iemand die je liefhebt (vader, moeder, broertje, zusje oid). Wat doe je?

Slide 8 - Diapositive

Wat zou jij doen?
Ik kies ervoor om niets te doen
Ik kies ervoor om de hendel om te zetten.

Slide 9 - Sondage

Morele dilemma's
1. Botsing tussen waarden (alle keuzes hebben nadelen)
2. Keuzes sluiten elkaar uit.
3. Binnen de ethiek onderzoeken we dergelijke dilemma's. Wat is nou de juiste keuze om te maken? Wat is goed? Wat is het goede leven? etc. 

Waarom zijn morele dilemma's relevant: Ze dwingen je tot een keuze en dat maakt inzichtelijk wat je écht belangrijk vindt. 

Slide 10 - Diapositive

3. Twee ethische theorieen
1. Consequentialisme: kijken naar de gevolgen van een handeling.
Kiezen voor datgene wat voor de meeste mensen de beste gevolgen oplevert

2. Plichtethiek: je hebt bepaalde plichten, dingen die je altijd moet doen.
Er zijn dan ook bepaalde zaken die je nooit mag doen.  
Bijvoorbeeld: geen mensen vermoorden, liegen, stelen, fraude plegen etc.

Slide 11 - Diapositive

Basisbegrippen

Waarden: Nastrevenswaardige kwaliteiten. VB: vrijheid, eerlijkheid, rechtvaardigheid, gelijkheid etc.

Normen: Waarden worden concreet in normen. Normen zijn gedragsregels over hoe je je behoort te gedragen in bepaalde situaties.

Voorbeeld
Norm: Als iemand je de weg vraagt, help je die persoon door het uit te leggen. Waarde: behulpzaamheid

Slide 12 - Diapositive

Basisbegrippen

Moraal
Samenhangend geheel van een door een bepaalde groep of cultuur geaccepteerde gedragsregels in samenhang met de geldende normen en waarden.

Ethiek
Beschrijft, bestudeert en verheldert normen, waarden, mensopvattingen etc. + bepalen criteria voor het beoordelen van criteria.

Slide 13 - Diapositive

Normen en waarden die wij belangrijk vinden noemen we samen .......
Zaken die wij belangrijk vinden noemen we ........
Gedragsregels noemen we ......
Het denken over moraliteit noemen we ......
Ethiek
Normen
Waarden
Moraal

Slide 14 - Question de remorquage

Opdracht: zelfsturende auto's
- Ethische dilemma: een kwestie waarbij het niet zo makkelijk is om een goede keuze te maken.

- Aan de ene kant zorgen zelfsturende auto’s voor minder verkeersdoden. Want je hebt geen last van menselijke fouten.

- Aan de andere kant kan er ook iets misgaan met de zelfsturende auto en dan zal de zelfsturende auto een beslissing moeten maken tussen wie moet blijven leven en wie niet.

Slide 15 - Diapositive

2. Opdracht zelfsturende auto's
Ga naar http://moralmachine.mit.edu/
Klik op ‘start judging’.
Klaar? Beantwoord de zes vragen hieronder en schrijf je antwoorden ergens op.
Je hebt voor de hele opdracht 20 minuten de tijd.

1. Welke keuzes heb je gemaakt? Voor jonge of oude mensen? Mensen die zich aan de verkeersregels houden of niet? Rijke of arme mensen? Mensen of dieren? Etc. Gebruik je resultaten aan het einde van de test.
2. Waarom heb je deze keuzes gemaakt?
3. Stel regels op, waarmee de zelfsturende auto in dit soort gevallen in de toekomst zelf tot een beslissing kan komen.  
4. Is de robot in de zelfrijdende auto verantwoordelijk voor de keuzes die het maakt? Waarom wel of waarom niet?
5. Is de zelfrijdende auto/iemand anders ook verantwoordelijk voor de keuzes die het niet maakt? (dus als het altijd de keuze zou maken om niet van baan te veranderen)  
6. Vindt je dat er in de toekomst zelfrijdende auto’s moeten komen? Schrijf zoveel mogelijk voordelen en nadelen op en schrijf een conclusie, waarin je beargumenteert welk voordeel of nadeel je het belangrijkst vindt.    

Slide 16 - Diapositive

Aan de hand van welke regels zou een zelfrijdende auto beslissingen moeten maken in dit soort gevallen?

Slide 17 - Question ouverte

Vind je dat er in de toekomst zelfrijdende auto's zouden moeten komen? Beargumenteer je antwoord

Slide 18 - Question ouverte

Vind jij dat we dieren zijn?
NEE!

Maar als wij geen dieren zijn, wat maakt ons dan typisch menselijk? Welke eigenschappen heeft een mens die dieren niet hebben?

Slide 19 - Diapositive

Mens en dier
  • Nietzsche: De mens is een bijzonder dier.  
  • Maar: een dier wordt geleid door instincten, de mens niet.
  •  Daardoor: onzekerheid, maar ook onbeperkte mogelijkheden.
  •  Mens als type dier is nog niet vastgesteld. 

Slide 20 - Diapositive

de mens is een dier dat kan denken

Slide 21 - Diapositive

Hoe kun je bij een dier testen of het zelfbewustzijn heeft?

Slide 22 - Question ouverte

Maken dieren werktuigen?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Kunnen dieren denken?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Wie heeft de evolutie van mens en dier ontdekt?
A
Columbus
B
Darwin
C
Marco Polo
D
Einstein

Slide 25 - Quiz

Hebben dieren emoties?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

Als wij geen dieren zijn, wat maakt ons dan typisch menselijk?

Slide 27 - Question ouverte

Welke van deze dieren kan zichzelf niet herkennen in de spiegel?
A
Chimpansee
B
Dolfijn
C
Kat
D
Ekster

Slide 28 - Quiz

De mens is een dier.
A
Eens
B
Oneens

Slide 29 - Quiz

Als wij dieren zijn, net als alle andere dieren, is het dan wel eerlijk hoe wij andere dieren behandelen?

Slide 30 - Question ouverte

Nog een afsluitende opmerking:
- Heidegger verschil mens dier: mensen weten dat ze eindig zijn, dat ze op een gegeven moment zullen sterven. Dieren niet.
- Darwin: er is geen fundamenteel verschil tussen mensen en dieren, alleen gradueel.

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Casus - perspectief van utilisme
 Twee patiënten komen in aanmerking voor een donorhart; een vrouw van 60+ en een jonge vrouw. Jij moet als arts een keuze maken wie het hart mag ontvangen (een onwaarschijnlijk dilemma, maar toch). 
Vanuit het utilisme zou je een balans op moeten maken: eentje voor de oude vrouw en
eentje voor de jonge vrouw. In je balans moet je rekening houden met een aantal zaken: 

- Hoe is de levensverwachting?
- Hoeveel mogelijkheden tot gelukservaringen zijn
  er nog? 
- Wat is de kwaliteit van het huidige leven en het eventuele toekomstige leven?
- Wat is de betekenis van het leven voor de directe omgeving?

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

De nieuwe donorwet
Bekijk het fragment Zondag met Lubach: De nieuwe donorwet en beantwoord de volgende vragen

1a. Noem een argument voor het voorstel van D66.
b. Noem een argument tegen het voorstel van D66.

2. Vind je het voorstel van Lubach even goed, beter of slechter dan het voorstel van D66?

Slide 35 - Diapositive

Hoe bepaal je wat goed is?

Slide 36 - Carte mentale

Waarom is dit belangrijk?
Richard David Precht: “Er zijn twee categorieën dieren. De ene gelooft dat er twee categorieën dieren zijn, en de andere heeft daaronder te lijden”.

Het probleem: door een onderscheid te maken tussen mensen en dieren zijn we dieren slecht gaan behandelen.
Precht: we moeten dieren goed behandelen. Niet vanwege wat we over dieren weten, maar wat we niet over ze weten

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo