Taal + WS rapport 1

Gezondheid
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Gezondheid

Slide 1 - Diapositive

Maak een zin met het woord
"merkloos"
laat zien dat je de betekenis weet.

Slide 2 - Question ouverte

Wat betekent het achtervoegsel
LOOS
(bijvoorbeeld Merkloos)
A
geen
B
wel
C
heel veel
D
weinig

Slide 3 - Quiz

de "cursor" van je computer is:
A
de toetsen
B
de cijfers
C
plat streepje/pijltje die aangeeft waar je typt

Slide 4 - Quiz

Wat is het synoniem voor het woord
"regel"
A
gesprek
B
afstand
C
afspraak
D
afleiding

Slide 5 - Quiz

Wat is het synoniem voor het woord
"interesse"
A
iets leuk vinden
B
iets stom vinden
C
iets mooi vinden
D
iets lelijk vinden

Slide 6 - Quiz

Wat is het synoniem voor het woord
"crisis"
A
noodsituatie
B
gezellig
C
moeilijk
D
makkelijk

Slide 7 - Quiz

Wat is het synoniem voor het woord
"droombaan"
A
werk dat je in je dromen doet
B
werk wat je moet doen
C
nachtmerrie
D
werk dat je het liefste doet

Slide 8 - Quiz

Wie maakt een "reportage".

A
verslaggever
B
rapporteur
C
teamleider
D
docent

Slide 9 - Quiz

Welk woord past het beste in de zin?
Een groep mensen dat samen werkt is een .......

A
laboratorium
B
team
C
reportage
D
verkiezingen

Slide 10 - Quiz

Welk woord past het beste in de zin?
Een ruimte waarin onderzoeken worden gedaan is een .......

A
laboratorium
B
team
C
reportage
D
verkiezingen

Slide 11 - Quiz

Welk woord past het beste in de zin?
Een verslag van een gebeurtenis is een .......

A
laboratorium
B
team
C
reportage
D
verkiezingen

Slide 12 - Quiz

Welk woord past het beste in de zin?
kiezen welke politieke partijen mogen regeren zijn de .......

A
laboratorium
B
team
C
reportage
D
verkiezingen

Slide 13 - Quiz

wat is een "YouTuber?"

Slide 14 - Question ouverte

wat is een "YouTube kanaal?"

Slide 15 - Question ouverte

Als je aan iemand vragen stelt voor een krant dan ben je een..
A
interviewer
B
presentator

Slide 16 - Quiz

Welke taal begrijpen baby's het beste
A
schooltaal
B
straattaal
C
de moedertaal
D
Nederlandse taal

Slide 17 - Quiz