Corona LO quiz

Corona LO Quiz
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Corona LO Quiz

Slide 1 - Diapositive

Heb je meegedaan aan de challenges of WODS van #Minkemafit die we hebben aangeboden?
A
nee, ik heb zelf bedacht wat ik aan beweging zou doen
B
ja, aan een paar challenges
C
ja, aan een paar WODS
D
ja, aan challenges en WODS

Slide 2 - Quiz

Wat heb je aan beweging gedaan in de Corona tijd, voordat je weer mocht sporten bij je sportvereniging?

Slide 3 - Question ouverte

Wat heb je het meest gemist aan school toen je thuis zat?

Slide 4 - Question ouverte

Even het geheugen opfrissen

Slide 5 - Diapositive

Tekst
korfbalvragen

Slide 6 - Diapositive

korfbal

Slide 7 - Carte mentale

Hoe haal je recht van aanval bij korfbal?
A
onder de korf
B
in het midden van de gymzaal
C
aan de zijkanten van het veld, buiten de gele lijnen
D
alleen bij de zijlijnen

Slide 8 - Quiz

Wanneer mag je schieten bij korfbal?
A
Als je geen recht van aanval hebt
B
als je verdedigd wordt
C
als je loopt met de bal
D
als je vrijstaat en recht van aanval hebt

Slide 9 - Quiz

Hoe heet het draaien op je achterste voet bij korfbal, als je de bal in je handen hebt?
A
pivoteren
B
piroteren
C
gewoon; draaien op je achterste voet
D
rotatie voet

Slide 10 - Quiz

Waar kun je het beste vrijstaan ten opzichte van de medespeler met de bal en waarom?

Slide 11 - Question ouverte

tchoukbalvragen

Slide 12 - Diapositive

Tchoukbal

Slide 13 - Carte mentale

Hoe haal je recht van aanval bij tchoukbal?
A
aan de zijkant van de tchouk
B
als de bal over de middenlijn van het veld wordt gespeeld
C
bij de zijmuren
D
als je 5 keer overspeelt met je medespelers

Slide 14 - Quiz

stelling 1: bij tchoukbal mag je 2 stappen lopen met de bal
stelling 2: bij tchoukbal mag alleen de verdediger in het verboden gebied komen.
A
stelling 1 is juist stelling 2 is onjuist
B
stelling 1 is onjuist stelling 2 is juist
C
beide stellingen zijn juist
D
beide stellingen zijn onjuist

Slide 15 - Quiz

stelling 1: bij tchoukbal mag je de bal na het gooien in de tchouk zelf weer vangen.
stelling 2: bij tchoukbal moet je eerst 3 keer over spelen.
A
stelling 1 is juist stelling 2 is onjuist
B
stelling 1 is onjuist stelling 2 is juist
C
beide stellingen zijn juist
D
beide stellingen zijn onjuist

Slide 16 - Quiz

softbalvragen

Slide 17 - Diapositive

Softbal

Slide 18 - Carte mentale

Hoeveel posities heb je bij softbal als veldpartij ?
A
7
B
8
C
9
D
10

Slide 19 - Quiz

Hoe noemen we de achtervanger?
A
vangman
B
pitcher
C
4e honkman
D
catcher

Slide 20 - Quiz

Gooien (=bovenhandse strekworp)

Stelling 1: Je houdt de bal vast in je handpalm

Stelling 2: Als ik met mijn rechterhand gooi, stap ik met mijn rechterbeen uit
A
stelling 1 is juist stelling 2 is onjuist
B
stelling 1 is onjuist stelling 2 is juist
C
beide stellingen zijn juist
D
beide stellingen zijn onjuist

Slide 21 - Quiz

Vangen

Stelling 1: Als met rechts gooit, zit je handschoen aan je rechterhand

Stelling 2: vanwege de veiligheid mag je niet met je blote hand vangen
A
stelling 1 is juist stelling 2 is onjuist
B
stelling 1 is onjuist stelling 2 is juist
C
beide stellingen zijn juist
D
beide stellingen zijn onjuist

Slide 22 - Quiz

Slaan

Stelling 1: Als je rechtshandig bent heb je je linkerhand onderaan de knuppel en je rechterhand aaneengesloten erboven

Stelling 2: De knuppel leunt op je schouder als je klaarstaat
A
stelling 1 is juist stelling 2 is onjuist
B
stelling 1 is onjuist stelling 2 is juist
C
beide stellingen zijn juist
D
beide stellingen zijn onjuist

Slide 23 - Quiz

conditievragen

Slide 24 - Diapositive

Welke kenmerken horen bij conditie?
A
kracht, snelheid, fitheid, lenigheid en coördinatie
B
coördinatie, kracht, snelheid, lenigheid en uithoudingsvermogen
C
lenigheid, kracht, snelheid, fitheid en sportiviteit
D
coördinatie, snelheid, fitheid, kracht en uithoudingsvermogen

Slide 25 - Quiz

Hoeveel minuten duurt de coopertest?
A
10
B
11
C
12
D
13

Slide 26 - Quiz