Les 35 - 1TA - Dinsdag 8 apr.

Klassenopstelling






Ga zitten op de juiste plek.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Klassenopstelling






Ga zitten op de juiste plek.

Slide 1 - Diapositive

Les 35- 1TA
Werkwoordspelling



DOME

Slide 2 - Diapositive

Planning
1. Jullie moeten mij helpen: waar zijn we gebleven?
>Voorlezen 
2. Nieuws
3. Herhalen 
>Samen een opdracht maken
4. Zelfstandig werken
-Pauze-
5. Zelfstandig werken
6.  Afsluiten met een spelletje

Slide 3 - Diapositive

Voorlezen
timer
7:00

Slide 4 - Diapositive

NIEUWS VAN DE DAG

Slide 5 - Diapositive

§8 - Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 6 - Diapositive

§ 9 Sterke en zwakke werkwoorden
Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank: 
lopen → liepen; ruiken → roken; zoeken → zochten.
De verschillen zie je in de verleden tijd. Bij onregelmatige werkwoorden (§13) zie je dit verschil ook in de tegenwoordige tijd.

Zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd niet van klank: hopen → hoopten; praten → praatten; spelen → speelden; luisteren → luisterden.
Je gebruikt 't x-kofschip (§10)

Slide 7 - Diapositive

§10 - Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden
1 - Maak de stam van het werkwoord (-en)
2 - Waar eindigt de laatste letter van de stam op?
3- Gebruik 't X - K(o)fsch(i)p
>WEL in 't X - K(o)fsch(i)p = +te(n)
NIET in 't X - K(o)fsch(i)p = +de(n)
-Soms moet je voor de uitspraak klinkers toevoegen
>Raden - Ik raadde

Slide 8 - Diapositive

§ 11 Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden

Alleen enkelvoud en meervoud

-Verandert van klank
-Soms moeten er letters weg of erbij voor de uitspraak

hebben / hadden
beet / beten

Slide 9 - Diapositive

§12 - Voltooid deelwoord

-Voorvoegsels: ge-, her-, ver- of be- 
>geroepen, herhaald, verloren, bekeken 
Kan nooit de persoonsvorm zijn
-Hulpwerkwoorden: hebben, zijn of worden
-Gebruik 't x-Kofschip voor de -d of -t
> Nooit de verlengproef
Hij heeft de hond gevonden.
Hij de hond gevonden.

Slide 10 - Diapositive

§13 - Onregelmatige werkwoorden
-Sterke werkwoorden
>Vijf 
-Bijzonder: ook anders in de tegenwoordige tijd

Slide 11 - Diapositive

Welke werkwoorden zijn onregelmatig?

branden - kennen - kunnen - antwoorden -  redden - zullen dromen - hebben - verwachten - beloven - ontdekken - zijn willen - lachen - verhuizen

En waarom?

Slide 12 - Diapositive

'Zijn' is een onregelmatig werkwoord. 'Zijn' is het hele werkwoord. Hoe moet je deze vervoegen?
Onderwerpsvorm
Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Ik ... / ... jij?
Jij 
Hij / Zij / U
Wij / Zij / Jullie 

Slide 13 - Diapositive

Maken
Cursus 7 - Spelling
§13 - Onregelmatige werkwoorden

Maak ook de A- en B-opdrachten. De C-opdrachten / steropdrachten mogen overgeslagen worden.
Klaar?
Maak 'trainen'


timer
27:00

Slide 14 - Diapositive

timer
5:00
Voor de bel ben je terug in de klas, anders ben je te laat.

Slide 15 - Diapositive

Maken
Cursus 7 - Spelling

§13 - Onregelmatige werkwoorden

Klaar?
-Maak §14 - mixopdrachten
-Maak oefentoetsen van de paragraven die je nog lastig vindt


timer
27:00

Slide 16 - Diapositive

Tijd voor een spelletje!

Slide 17 - Diapositive

Einde van de les

Slide 18 - Diapositive