221027 KZD SPDG DM 2.7

27-10-22 KZD SPDG DM 



Herhaling theorie
Nakijken DM  2.7
Voorbereiden DM 2.8
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
apotheekMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

27-10-22 KZD SPDG DM 



Herhaling theorie
Nakijken DM  2.7
Voorbereiden DM 2.8

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe is het behandelplan bij DM II

Slide 2 - Question ouverte

 Stap 1 Metformine (start 500-850 mg 1 dd, max. 1000 mg 3 dd)
Stap 2 Voeg een sulfonylureumderivaat toe (bij voorkeur gliclazide*; langwerkend: start 30 mg 1 dd, max. 120 mg 1 dd; middellangwerkend: start 80 mg 1 dd, max. 80 mg 3 dd)
Stap 3 Voeg (middel)langwerkende insuline eenmaal daags toe (bij voorkeur NPH-insuline) Alternatief (op indicatie): DPP-4-remmer of GLP-1-receptoragonist**
Stap 4 Intensiveer insulinebehandeling (tweemaal daags mixinsuline of basaal bolusregime) Alternatief (op indicatie): DPP-4-remmer of GLP-1-receptoragonist**

Welke gnm zie je ook vaak bij type II patienten naast antidiabetica?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het behandelplan voor DM type II?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke Sulfonylureumderivaten ken je?

Slide 6 - Carte mentale

Glibenclamide
Tolbutamide
Gliclazide 
Glimepiride
Zoek in de landelijke MFB's degene die over SUD gaat en geef aan wat hierin besproken wordt.

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Waar let je op voordat je een medicatieoverzicht print?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Beschrijf van alle medicatie op onderstaand medicatieoverzicht onder welke geneesmiddelengroep ze vallen, wat de merknaam is , de werking, en noteer de belangrijkste bijwerkingen 

Slide 13 - Diapositive

Biguaniden Metformine Glucient Bij meer dan 10% van de patiënten: maagdarmstoornissen, waaronder misselijkheid, braken, buikpijn, verlies van eetlust en diarree.
Sulfonylureumderivaat Gliclazide Diamicron Hypoglykemie, buikpijn, misselijkheid, braken, dyspepsie, diarree, obstipatie, jeuk, urticaria, angio-oedeem, erytheem.
GLP-1-agonist Liraglutide Victoza Bij meer dan 10% van de patiënten: misselijkheid en diarree.
Bij 1-10%: nasofaryngitis, bronchitis, hypoglykemie
5α-Reductaseremmers Finasteride Proscar Bij 1-10% van de patiënten: verminderd libido, erectiele dysfunctie en verminderd volume van het ejaculaat.
ACE-remmers Perindopril Coversyl plus (icm indapamide) Bij 1-10% van de patiënten: duizeligheid, hoofdpijn, paresthesie, vertigo, visusstoornissen.
Thiazde Indapamide Coversyl plus (icm perindopril) Bij meer dan 10% van de patiënten: hypokaliëmie.
Bij 1-10%: maculopapulair eczeem en overgevoeligheids-
reacties
Bij minder dan 1%: braken en purpura.
Antilipaemica/ cholesterolsynthese-
remmers/statinen Simvastatine Zocor Bij minder dan 1%: zelden anemie, slapeloosheid, hoofdpijn, paresthesie, duizeligheid, perifere neuropathie.
Fosfodiësterase-5-
remmers Vardenafil Levitra Bij meer dan 10% van de patiënten: hoofdpijn.
Bij 1-10%: duizeligheid, blozen, verstopte neus en dyspepsie.
Benzodiazepine agonisten Temazepam Normison De meest voorkomende bijwerkingen zijn slaperigheid overdag, afvlakking van het gevoel, verminderde alertheid, verwardheid, vermoeidheid.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Welk verband kun je leggen tussen de aandoening van deze meneer en het gebruik van Levitra?

Slide 16 - Diapositive

Een goedaardige prostaatvergroting, ook bekend als benigne (goedaardige) prostaat hypertrofie (BPH) en erectieproblemen zijn afzonderlijke problemen. Beiden ontstaan echter met het toenemen van de leeftijd. Ook al hebben zij niet direct met elkaar te maken, er is toch een frequente coïncidentie van een vergrote prostaat en erectieproblemen.
Het is nog niet bekend waarom hier een verband tussen is maar het is duidelijk dat mannen met symptomen van een vergrote prostaat ook vaak erectiestoornissen hebben.
Ook kan het een bijwerking zijn van de 5α-Reductaseremmers (finasteride) die meneer Ahmadi gebruikt. Bij 1-10% van de patiënten: verminderd libido, erectiele dysfunctie en verminderd volume van het ejaculaat.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Waarom moet simvastatine 's avonds ingenomen worden? Geldt dit ook voor atorvastatine? 

Slide 18 - Diapositive

Innametijdstip
Omdat de activiteit van HMG-CoA-reductase rond middernacht het hoogst is, wordt geadviseerd cholesterolsyntheseremmers met een halfwaardetijd van 4 uur of korter (fluvastatine, pravastatine en simvastatine) voor de nacht in te nemen. Atorvastatine en rosuvastatine kunnen door de langere halfwaardetijd op elk moment van de dag worden ingenomen.
(Uit: Kennisbank, inleidende tekst antilipaemica, bijzonderheden, toepassingen, innametijdstip)

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5. Om welke reden wordt Victoza toegevoegd?

Slide 20 - Diapositive

Victoza is geregistreerd voor:
● Volwassenen en kinderen ≥ 10 jaar met onvoldoende gereguleerde diabetes mellitus type 2, als toevoeging aan dieet en lichaamsbeweging:
○ als monotherapie indien metformine niet geschikt is vanwege contra-indicatie of intolerantie;
○ als aanvulling op andere bloedglucoseverlagende middelen.
Vaak bij patiënten met overgewicht (BMI ≥ 30 of 35 kg/m2).
(Uit: Farmacotherapeutisch kompas, liraglutide)

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

6. Wordt Victoza altijd vergoed door de verzekering? 

Slide 22 - Diapositive

Nee, hier zijn voorwaarden aan verbonden. Op het farmacotherapeutisch kompas staat het volgende:
Aan de vergoeding van liraglutide (Victoza) bij diabetes mellitus type 2 zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
58. Exenatide en liraglutide
141. Liraglutide
Voorwaarde:
uitsluitend voor een verzekerde met diabetes mellitus type 2 en een BMI ≥ 30 kg/m², bij wie de bloedglucosewaarden onvoldoende kunnen worden gereguleerd met de combinatie van metformine en een sulfonylureumderivaat in de maximaal verdraagbare doseringen en die geen insuline gebruikt, tenzij de verzekerde al op 1 mei 2011 met dit middel in combinatie met insuline wordt behandeld,
als toevoeging aan metformine en basaal-insuline (NPH-insuline/langwerkend insuline analoog) bij een verzekerde met diabetes mellitus type 2 en een BMI ≥ 30 kg/m2 bij wie de bloedglucosewaarden onvoldoende zijn gereguleerd na ≥ 3 maanden behandeling met optimaal getitreerd basaal insuline in combinatie met metformine (al dan niet met een sulfonylureumderivaat) in een maximaal verdraagbare dosering,
in combinatie met een door het RIVM erkende gecombineerde leefstijlinterventie (GLI), voor de behandeling van volwassenen zonder diabetes mellitus type 2 met een extreem verhoogd gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico en die (nog) niet in aanmerking komen voor metabole chirurgie:
met een BMI ≥35 kg/m2 in combinatie met een comorbiditeit (hart- en vaatziekte, slaapapneu en/of artrose) óf
met een BMI ≥40 kg/m2.
De behandeling dient te worden gestaakt indien na 3 maanden gebruik van de onderhoudsdosering het aanvankelijke gewicht niet met ten minste 5% is afgenomen, of
als toevoeging aan een SGLT2-remmer en metformine of wanneer er een contra-indicatie bestaat voor een SGLT2-remmer, toegevoegd aan de standaardbehandeling, bij een verzekerde met diabetes mellitus type 2 met een zeer hoog risico op hart- en vaatziekten (overeenkomstig de NHG-richtlijn Diabetes Mellitus type 2):
met eerder bewezen hart- en vaatziekten, en/of
chronische nierschade.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Zie;  znformulieren.nl

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

7. Welk advies kun je hem geven mbt de ramadan en gnm. Welke bronnen kun je hiervoor gebruiken? Vraag op stage hoe ze daarmee omgaan en hoe dit vastgelegd. 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 7
  • Diabetes mellitus type 2 en ramadan
  • De islam geeft mensen die door het vasten gezondheidsproblemen kunnen oplopen vrijstelling van de ramadan. Toch nemen de meeste moslims met diabetes mellitus type 2 deel aan de ramadan.
  • Het is van belang om ernstige ontregeling bij deze groep te voorkomen. Neem daarom zelf het initiatief om het onderwerp ramadan te bespreken.
  • Ontraad patiënten met frequente hypoglykemieën en patiënten met macro-/microvasculaire complicaties deel te nemen aan de ramadan.
  • Indien de patiënt ervoor kiest om toch mee te doen, pas dan de medicatie aan om de kans op hypoglykemieën zo laag mogelijk te houden. Zie voor adviezen over medicatie en zelfcontrole de brochure Diabetes en ramadan van de Nederlandse Diabetes Federatie.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Met wie ga je samenwerken en welk onderwerp kiezen jullie?
Onderwerpen
● Diabetes bij kinderen
● Zwangerschapsdiabetes
● Ouderen en diabetes
●Diabeters en ramadan 
●Medicamenteus advies bij patiënten met diabetes mellitus (incl. gezonde voeding en leefstijladviezen)

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions