carnaval quiz

Carnaval 
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1-3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Carnaval 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Vidéo

Hoe heet het feest?
A
Carvoorval
B
Caropval
C
Carnaval
D
Caronderval

Slide 4 - Quiz

Waarover gaat het lied?
A
Voor en achter
B
Op en onder
C
Links en rechts
D
Hoog en laag

Slide 5 - Quiz

Wat betekent het woord carnaval?
A
Vaarwel feest
B
Vaarwel bier
C
Vaarwel vlees
D
Vaarwel

Slide 6 - Quiz

Hoe heet Helmond tijdens carnaval?
A
Helstad
B
Keiestad
C
Keimond
D
Keigoed

Slide 7 - Quiz

Wat doe je na carnaval?
Wat deden veel mensen na carnaval?
A
Feesten
B
Bidden
C
Vasten
D
Naar de kerk gaan

Slide 8 - Quiz

Hoe lang duurt de vastenperiode?
A
30 dagen
B
40 dagen
C
45 dagen
D
60 dagen

Slide 9 - Quiz

Met welk feest wordt de vastenperiode afgesloten?
A
Pasen
B
Hemelvaart
C
Pinksteren
D
Kerst

Slide 10 - Quiz

Welke stad heet
Lampegat?
A
Klundert
B
Best
C
Oudenbosch
D
Eindhoven

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

Welk dier is dit?
A
Hond
B
Kat
C
Paard
D
Duif

Slide 13 - Quiz

Wat heeft de juf?
A
confetti
B
muts
C
toeters
D
serpentine

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo