1.6 Ademhaling dieren

1.6 Ademhaling bij dieren
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1.6 Ademhaling bij dieren

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel

Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij verschillende diergroepen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ademhaling bij eencelligen
  • Amoeben zijn eencellige organismen
  • Eencelligen halen adem via het celmembraan
  • Het oppervlak is groot genoeg om voldoende O2 op te nemen en CO2 af te geven
  • Er zijn dus geen speciale organen nodig voor ademhaling

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ademhaling bij dieren

Slide 4 - Diapositive

alle organismen doen aan stofwisseling en dus ook aan gaswisseling
Zoogdieren en reptielen

  • Ademhaling via longen
  • Sommige reptielen, zoals slangen maar 1 long

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Amfibieën
  • Ademen via longen is vaak de basis
  •  Maar ook via de (dunne) huid
  • In jonge fase vaak nog kieuwen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Insecten 
  • Insecten ademen via buizen: tracheeën.

  • De lucht gaat in en uit de tracheeën via stigma’s. (kleine openingen)

  • Insecten ademen in en uit door hun achterlijf groter en kleiner te maken.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Adembewegingen
Tracheeën

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tracheeën
Vertakte buisjes

Overal in het lichaam

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vissen
  • Vissen ademen met kieuwen.

  • Vissen halen met hun kieuwen zuurstof uit het water en geven er koolstofdioxide aan af.

  • In de kieuwplaatjes gaat zuurstof naar het bloed en koolstofdioxide naar het water.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





Elke kieuw bestaat uit meerdere kieuwbogen. Hieraan zitten heel veel kieuwplaatjes.
Met de kieuwplaatjes kan de vis de zuurstof opnemen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vogels
  • Aan de longen zitten luchtzakken.
  • Een aantal luchtzakken ligt aan de voorkant van de longen, een aantal ligt meer aan de achterkant.
  • De longen van een vogel worden niet groter en kleiner, de luchtzakken om de longen wel.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Luchtzakken

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Longen en luchtzakken

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk dier kan ademhalen met de huid?
A
Olifant
B
Krokodil
C
Kikker
D
Kip

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom hebben pantoffeldiertjes geen longen of kieuwen?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen een trachee en stigma?
A
Trachee= inademen, Stigma= uitademen
B
Trachee= groot, Stigma= klein
C
Trachee=uitademen, Stigma= inademen
D
Trachee=Klein, Stigma= groot

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ademen via longen

Slide 18 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij de ademhaling van vogels bewegen alleen de luchtzakken

Slide 19 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik zou weleens een dier willen ontleden in de les
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Maak de opdrachten van paragraaf 13.2. 

Klaar? Nakijken en alvast paragraaf 8 lezen

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions