Semaine 6

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

V3, Semaine 6, 1er cours

Activités en cours

• Interroger le vocabulaire E
• Phrases-clés 
• Exercice 27
• Exercice 28
• Exercice 29

Traduis F-N:
la gare

1. de gare
2. de taaie
3. het station
4. de garage

Traduis F-N:
allemand(e)

1. Engels
2. Duits
3. Nederlands
4. Spaans

Traduis F-N:
la semaine dernière

Traduis F-N:
Vous avez fait du camping?

Traduis N-F:
slapen

1. dormir
2. vormir
3. sortir
4. partir

Traduis N-F:
ik wil

1. je pars
2. je peux
3. je sais
4. je veux

Traduis N-F:
ten eerste

Traduis N-F:
Nu, heb ik veel Franse vrienden.

Activités en cours

• Interroger le vocabulaire E
• Phrases-clés 
• Exercice 27
• Exercice 28
• Exercice 29

V3, Semaine 6, 2e cours

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

Aan het eind van deze les kan ik ...

• een vakantiepost op social media schrijven. 
• het bezittelijk voornaamwoord gebruiken.

Activités en cours

• Explication de la grammaire 
• Exercice 30
• Exercice 31
• Exercice 32
• Exercice 33

Fin du cours!

Aan het eind van deze les kan ik ...

• een vakantiepost op social media schrijven. 
• het bezittelijk voornaamwoord gebruiken.

Devoirs: apprends le vocabulaire F 

V3, Semaine 6, 3e cours

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

Aan het eind van de les kan ik...

• Examenteksten TL 4 begrijpen

Activités en cours

• Eindexamen VMBO-TL 4
• 2021

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

Aan het eind van de les kan ik...

• Examenteksten TL 4 begrijpen

Attention: lundi prochain, SO Chapitre 1, Partie 2