Repaso gramática (schrijfvaardigheid) V4

Tarea de escritura - 4V
Repaso gramática
Objetivo: repasar temas gramaticales importantes para escribir un texto

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansWOStudiejaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Tarea de escritura - 4V
Repaso gramática
Objetivo: repasar temas gramaticales importantes para escribir un texto

Slide 1 - Diapositive

Algemeen
- Denk aan hoofdletters, accenten, dubbele letters (CaRoLiNa), dubbele ¿?¡!
- Denk aan concordancia / congruëntie m-v en ev-mv
- Gebruik GEEN Google translate voor NL-SP vertalen (wel evt voor controle S-N)
- Está bien – es bueno/a – son buenos/as   - Muy – mucho – más
- Me – mi – mí
- Verschil gebruik pretérito perfecto – imperfecto – indefinido

Slide 2 - Diapositive

Condición para escribir un buen informe:

¡conoce la gramática!

Slide 3 - Diapositive

Schrijf een zin in de presente met het ww UTILIZAR

Slide 4 - Carte mentale

ADVIES GEVEN:
Schrijf een zin

Slide 5 - Carte mentale

¿A qué hora los españoles ...... (ir) a cenar normalmente?
A
va
B
vas
C
vais
D
van

Slide 6 - Quiz

Schrijf een zin in de pretérito perfecto met het ww VER

Slide 7 - Carte mentale

Vul de perfecto in: Nunca ....... ........... (yo, hacer) nada ilegal.

Slide 8 - Question ouverte

Hay / ser / estar: ¿os acordáis la diferencia?

Slide 9 - Diapositive

Wat gebruik je in deze zin: ....... muchos sitios para estudiar en el instituto.

Slide 10 - Carte mentale

Verschil hay, ser en estar

Slide 11 - Diapositive

Ejemplo: hay/estar/ser

Slide 12 - Diapositive

Foutenanalyse: noteer de fout (2 dia's) 

Slide 13 - Diapositive

Me encanta voy al extranjero.

Slide 14 - Carte mentale

¿Usted lo quiere otra vez decir?

Slide 15 - Carte mentale

Als je een opsomming geeft van dingen die je hebt gedaan op werkweek, gebruik je de ...

Slide 16 - Question ouverte

Welke zin is correct? "Ik stond om 7 uur op en ging naar school"
A
Me levanté a los siete y fui al instituto.
B
Me levanté a las siete y fue al instituto.
C
Me levanté a las siete y fui al instituto.
D
Me levantaba a las siete y iba al instituto.

Slide 17 - Quiz

Tekst
hij kwam aan
wij ontbeten
zij gingen
jij deed mee
ik bevond me
jullie deden mee
llegó
desayunamos
estuve
participasteis
participaste
fueron

Slide 18 - Question de remorquage

Slide 19 - Vidéo

para + inf. = om te  + inf. als het gaat om een doel
Estudio mucho para sacar una nota buena. 
Dus niet in zinnen die beginnen met es necesario/ es importante/ es difícil ... etc.

Slide 20 - Diapositive

Schrijf iets in de toekomende tijd (in het Spaans)

Slide 21 - Carte mentale

Slide 22 - Vidéo

Heb jij alle grammatica redelijk onder de knie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

Welke grammatica moet je nog goed bestuderen?

Slide 24 - Carte mentale

¡A trabajar!
Moodle al af?
Tekstek al geschreven?

Slide 25 - Diapositive