Herhaling voortplanting

Herhaling Voortplanting
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhaling Voortplanting

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
Penis
Vagina
Schaamlippen
Borsten
Baardgroei
Bredere heupen

Slide 2 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voorbeeld van een geestelijke verandering?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar vindt de bevruchting ook al weer plaats?
A
In de eierstok
B
In de eileider
C
In de baarmoeder
D
In de vagina

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we de geslachtscellen van de man?
A
eicel
B
zaadcel
C
lichaamscel

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van de teelballen?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarmee vullen de zwellichamen zich wanneer de penis stijf wordt?
A
Met water
B
Met vocht
C
Met bloed
D
Met zaadcellen

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 2 onderdelen voegen vocht toe aan de zaadcellen?
A
De bijbal
B
De prostaat
C
Het zaadblaasje
D
De zwellichamen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is menstruatie?
A
Dat een meisje een vrouw wordt
B
Dat een meisje borsten krijgt
C
Dat een meisje zwanger wordt
D
Dat een meisje bloed verliest elke maand

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een ander woord voor menstruatie?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5
A
ovulatie
B
innesteling
C
menstruatie
D
bevalling

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel dagen duurt een menstruatiecyclus ongeveer?
A
10
B
14
C
28
D
35

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vindt bij een zwangere vrouw menstruatie plaats?
A
Nee
B
Ja
C
D

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De menstruatie wordt geregeld door hormonen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarvoor dient de opbouw van het baarmoederslijmvlies?
A
Om bevruchting mogelijk te maken
B
Om innesteling mogelijk te maken
C
Om menstruatie mogelijk te maken

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke voorbehoedsmiddel ken je al?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het gebruik van een condoom is een soort voorbehoedsmiddel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Een condoom beschermt tegen soa's en ongewenste zwangerschappen
De anticonceptiepil is niet meer betrouwbaar als je misselijk bent of diarree hebt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Bij alle andere middelen dan de pil blijf je goed beschermd. Als je de pil slikt, en 3 uur daarna last krijgt van braken of diarree, ben je niet meer goed beschermd tegen zwangerschap. Slik dan meteen een nieuwe pil.
Wat betekent het woord SOA ook alweer?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je doen als je denkt dat je een soa hebt?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Je kan een soa hebben zonder het te merken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte
Baarmoederhals wordt wijder
Kind wordt naar buiten geperst
Placenta en vruchtvliezen verlaten het lichaam

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat gaat via nr. 1
van de embryo terug naar de moeder?
A
afvalstoffen
B
koolstofdioxide
C
zuurstof
D
A en B

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Vruchtvliezen zijn vliezen om het embryo en vruchtwater
heen.
2. De functie van het vruchtwater: Zij beschermen de embryo
tegen uitdroging, stoten en wisselingen in temperatuur
A
1 waar 2 nietwaar
B
1 nietwaar 2 waar
C
beide waar
D
beide nietwaar

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Iemand die tegen betaling seks heeft met mensen, noemen we
A
Heteroseksueel
B
biseksueel
C
homoseksueel
D
prostituee

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je wil graag kinderen.
Seksualiteit speelt dan een rol bij:
A
lustbeleving
B
voortplanting
C
onderhouden van een relatie
D
prostitutie

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

een meisje voelt zich aangetrokken tot een meisje. We noemen dit:
A
lesbienne
B
heteroseksueel
C
biseksueel
D
homoseksueel

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke nummers maken samen sperma?

Slide 28 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Zaadcellen worden bewaard in nummer?
A
3
B
9
C
8
D
5

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

je veranderd in de pubertijd.
Hoe komt dat?
A
Door de hypofyse
B
Door de hormonen testosteron, oestrogeen en progesteron.
C
Door de groeiende zaadcellen en eicellen
D
Door de vrienden die je maakt. bv in de klas.

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk nummer geeft het gelelichaam aan?
1
2
3

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions