3. rechtvaardigheid

rechtvaardigheid : 
optimisten & pessimisten 
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
FilosofieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

rechtvaardigheid : 
optimisten & pessimisten 

Slide 1 - Diapositive

vorige week: de ideale staat van Plato
- filosoof-koningen, militairen, werkers (bijenkorf: elk kent zijn plaats en heeft zijn rol- ongelijkheid)
- filosoof-koningen regeren want zijn het meest wijs (allegorie van de Grot- kennis van de Ideeën) 

Slide 2 - Diapositive

Geef een voorbeeld van
iets dat jij onrechtvaardig
vond/vindt in de samenleving

Slide 3 - Carte mentale

KIJKVRAAG : Gedragen we ons rechtvaardig uit vrije wil of uit angst voor straf? Socrates versus Glaucon 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Wie heeft gelijk? Socrates (Plato) of Glaucon?

Slide 6 - Sondage

Als jij één dag de ring van Gyges had,
wat zou jij (héél misschien) doen?

Slide 7 - Question ouverte

Plato/Socrates
  • Wie wijs is wordt vanzelf ook rechtvaardig 
  • Daarom : de 'wijste' aan de macht  
  •  de Filosoof - Koning 

Slide 8 - Diapositive

Thomas Hobbes (1588-1679)
-mens is egoïstisch en competitief

- 'natuurstaat' van de mens = 'de oorlog van allen tegen allen'  (schaarste)

- absolute heerser 
 

Slide 9 - Diapositive

Kijkvraag: Waarom moet je een absolute heerser gehoorzamen, zelfs als hij onrechtvaardig is? 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Hoe bereid ben jij om vrijheid af te staan
in ruil voor veiligheid?
-9100

Slide 12 - Sondage

Individuele vrijheid ingeperkt in functie van het algemeen belang

Slide 13 - Diapositive

Welke belangrijke gebeurtenis was bepalend voor Hobbes' ideeën over politiek?
A
de vechtpartij van zijn vader
B
de Engelse burgeroorlog
C
zijn 91ste verjaardag
D
zijn pessimisme

Slide 14 - Quiz

Waarvan is Hobbes voorstander in zijn boek Leviathan ?
A
van een absolute heerser
B
van de natuurstaat
C
van Cromwell
D
van de mens

Slide 15 - Quiz

Waaraan ontleenden koningen van oudsher hun macht ?
A
hun moeder
B
hun examenresultaten
C
hun 'benoeming' door God
D
hun heldendaden in de oorlog

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Hobbes vond de 'goddelijke' legitimatie van absolute macht niet sterk genoeg- waarom niet?
A
omdat hij atheïst was
B
mensen geloofden steeds minder in God
C
hij vond het ouderwets
D
omdat mensen verschillende goden hadden

Slide 18 - Quiz

Hoe gedragen mensen zich in de 'natuurstaat' ?
A
iedereen voert oorlog tegen iedereen
B
iedereen speelt met elkaar
C
iedereen gaat in dialoog
D
iedereen zwerft rond en laat anderen gerust

Slide 19 - Quiz

Sociale-contract-theorie: wat staan onderdanen af aan de heerser ?
A
kennis
B
aanzien
C
geld
D
vrijheden

Slide 20 - Quiz

  • no sleep (eigenbelang)
  • afspraak (gedeeld belang) 
  • maar als de ander toch.... (straffeloosheid)
  • oplossing : macht (stenen) afstaan aan derde partij 
  • 'absolute macht' ziet toe op naleving afspraak (monopolie op stenen) 

Slide 21 - Diapositive

Sociale contract-theorie? 
-mensen stemmen in met regels (sociale contract) 
-ze creëeren een gezamenlijke autoriteit 
-vrijheden en rechten <--> veiligheid en bescherming

 

Slide 22 - Diapositive

Wat was het probleem met bestaande ideeën over het sociale contract, volgens Hobbes?
A
goddeloos !
B
werkelijk alles
C
een contract kan je opzeggen
D
bedacht door de Fransen

Slide 23 - Quiz

Een mens mag niet protesteren tegen de absolute heerser van Hobbes, tenzij die heerser...
A
de belastingen verhoogt
B
politieke tegenstanders uitschakelt
C
hem wil doden
D
teveel oorlog voert

Slide 24 - Quiz

Wie volg jij: Plato of Hobbes ?

Slide 25 - Sondage