Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Persoonlijke voornaamwoorden 3e + 4e naamval
voorzetsels en persoonlijk voornaamwoord
3e en 4e naamval
Berlin
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
voorzetsels en persoonlijk voornaamwoord
3e en 4e naamval
Berlin
Slide 1 - Diapositive
Planung
Wiederholung:
3e en 4e naamval voorzetsels en persoonlijk voornaamwoord.
Ziele
Je kunt het persoonlijk en vragend voornaamwoord in de 3e en 4e naamval gebruiken.
Je kunt de voorzetsels met de 3e en 4e naamval gebruiken.
Slide 2 - Diapositive
voorzetsels 3e naamval (vader Jacob)
mit =
met
nach =
na, naar (geografisch --> Ich fahre nach Berlin)
bei =
bij
seit =
sinds
von =
van, door
zu =
naar (
personen --> Ich komme zu dir.)
aus =
uit
Na deze voorzetsels volgt altijd de 3e naamval.
Slide 3 - Diapositive
voorzetsels 4e naamval (De feestelijke ober uit Griekenland eet banenen)
durch =
door
für =
voor
ohne =
zonder
um =
om
gegen =
tegen
(entlang =
langs)
bis =
tot
Na deze voorzetsels volgt altijd de 4e naamval.
Slide 4 - Diapositive
Sleep de voorzetsel naar de juiste naamval
3e naamval
4e naamval
aus
durch
mit
für
nach
ohne
gegen
bei
von
um
entlang
Slide 5 - Question de remorquage
persoonlijk voornaamwoorden 1e, 3e, 4e naamval, leer deze ook uit je hoofd!
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
3e: Du bist nach ..... (hem) an der Reihe.
A
er
B
ihm
C
ihr
D
ihn
Slide 8 - Quiz
3e: Ich bekomme noch Geld von ...... (jullie)
A
ihr
B
euch
C
euer
D
sie
Slide 9 - Quiz
3e: Wartest du? Ich komme gleich zu ..... (jou)
A
dir
B
dich
C
du
D
mich
Slide 10 - Quiz
3e of 4e naamval?
(Zonder jou) ... ist es langweilig.
Slide 11 - Question ouverte
3e of 4e naamval?
Wir fahren (met hen) .... nach Amsterdam.
Slide 12 - Question ouverte
3e of 4e naamval?
Willst du das (voor mij) machen?
Slide 13 - Question ouverte
3e of 4e naamval?
(Bij mij) .... zu Hause ist es gemütlich.
Slide 14 - Question ouverte
3e of 4e naamval?
(Van hem) ... darf ich nicht mitmachen.
Slide 15 - Question ouverte
3e of 4e naamval?
(Tegen hem) will ich nicht spielen.
Slide 16 - Question ouverte
Ik kan de persoonlijk voornaamwoorden in de 3e en 4e naamval gebruiken.
A
Ja, ik kan het!
B
Nee, ik snap het niet!
C
Nog een beetje leren... en dan komt het goed!
D
Ja, ik denk het wel!
Slide 17 - Quiz
Einde
Slide 18 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Persoonlijke voornaamwoorden 3e + 4e naamval
Février 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Persoonlijke voornaamwoorden 3e + 4e naamval
Mai 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
4T K2 voorzetsels en voornaamwoorden
Décembre 2018
- Leçon avec
19 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
V2 - K9 - wiederholen Grammatik + Paragraf E: Sprechen
Mai 2022
- Leçon avec
20 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
K2 grammatica deel 2
Novembre 2020
- Leçon avec
18 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
V2 - K9: Paragraf E: Grammatik (2 Stunden)
Juin 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
V2 - K9: Paragraf E: Grammatik (2 Stunden)
Juin 2023
- Leçon avec
34 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
V2 - K9 - Paragraf E: Grammatik
Mai 2022
- Leçon avec
28 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2