Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
thema 4 Ordening en evolutie
terugblik
uitleg evolutietheorie + argumenten
zelfstandig werken
Slide 1 - Diapositive
Zijn er vragen over het huiswerk?
Slide 2 - Question ouverte
Aan het einde van de les...
- Weet je hoe evolutie te werk gaat;
- Kun je natuurlijke selectie beschrijven;
- Kun je argumenten benoemen die de evolutietheorie ondersteunen.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Veranderingen in het genotype (en fenotype)
Mutaties kunnen bepaalde eigenschappen anders maken.
Slide 5 - Diapositive
op welke twee manieren kan het genotype veranderen?
A
door mutaties en door geslachtelijke voortplanting
B
door mutaties en door ongeslachtelijke voortplanting
C
door mutaties en het milieu
D
door ongeslachtelijke voortplanting en het milieu
Slide 6 - Quiz
Wat is een mutatie?
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Natuurlijke selectie
Roofdieren zullen nu vooral de bruine muizen eten, die vallen op. Grijs is beter aan het milieu aangepast om te overleven.
Grijs = schutkleur
Slide 9 - Diapositive
Natuurlijke selectie betekent dat individuen met gunstige erfelijke eigenschappen meer nakomelingen krijgen dan individuen zonder deze eigenschappen.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
Ontstaan van nieuwe soorten
Kan ook gebeuren als een populatie gescheiden en geïsoleerd wordt.
Barrières voorkomen voortplanten.
Slide 12 - Diapositive
Nieuwe rassen kunnen ontstaan door natuurlijke selectie of door kunstmatige selectie. Welke dieren zijn ontstaan na kunstmatige selectie?
A
Abrikooskleurige poedels
B
Variatie in vleugelkleur bij vlinders
C
Witte poolvossen
D
Verschillende huidskleuren bij mensen
Slide 13 - Quiz
2 uitspraken over het ontstaan van nieuwe soorten: - Er is sprake van een nieuwe soort als twee groepen niet meer in staat zijn onderling voort te planten - Bij het ontstaan van nieuwe soorten is het belangrijk dat een groep organismen geïsoleerd raakt van hun soortgenoten
A
Beide zijn juist
B
Alleen de 1ste is goed
C
Alleen de 2e is goed
D
Beide zijn onjuist
Slide 14 - Quiz
Waarom kan er geen nieuwe soort ontstaan als de dieren onderling nog voort kunnen planten?
Slide 15 - Question ouverte
Een nieuwe soort?
Slide 16 - Diapositive
Zelfstandig werken
- Werk aan de opdrachten van 4.2
- De eerste 5 minuten werk je in stilte. Sla opdrachten die je niet snapt over tot na de 5 minuten.