5 en 10 minuten voor / over

5 en 10 minuten voor / over
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenSpeciaal OnderwijsLeerroute 7

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

5 en 10 minuten voor / over

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel

Ik kan klokkijken in stapjes van 5 en 10 minuten.

Slide 2 - Diapositive

minuten


Zie je die kleine streepjes. 


Slide 3 - Diapositive

minuten


Elk stukje tussen twee streepjes is 1 minuut. 

Slide 4 - Diapositive

minuten in een uur


En in 1 uur zitten 60 minuten.

Slide 5 - Diapositive

minuten in een half uur

In een half uur = de helft.

De helft van 60 is 30 minuten.
(60 : 2 = 30)

Slide 6 - Diapositive

minuten in een kwartier

In een kwartier zitten 15 minuten

De helft van een half uur. 
(30 : 2 = 15)

Slide 7 - Diapositive

minuten tussen de getallen

Tussen de 2 getallen zitten 5 stukjes. 


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

minuten tussen de getallen

Tussen 3 getallen zitten 10 minuten.

Slide 10 - Diapositive

minuten tussen de getallen.

Tussen 4 getallen zitten 15 minuten.

En 15 minuten is een kwartier.

Slide 11 - Diapositive

Het is straks 3 uur als de grote wijzer boven aan staat. Maar de grote wijzer staat nog niet bovenaan. 

Slide 12 - Diapositive

Het duurt nog 2 stukjes van 5 minuten. Dat is dus 10 minuten. Het duurt dus nog 10 minuten voordat het drie uur is. Dan zeggen we:

Het is 10 minuten voor 3

Slide 13 - Diapositive

Nu duurt het nog 1 stukje van 5 minuten voordat het 3 uur is. 
Dan zeggen we:

Het is 5 minuten voor 3.

Slide 14 - Diapositive

Hoe laat is het?
A
5 voor 10
B
10 voor 10

Slide 15 - Quiz

Hoe laat is het?
A
5 voor 12
B
10 voor 12

Slide 16 - Quiz

Teken de kleine en grote wijzer.

10 minuten voor 9

Slide 17 - Diapositive

Teken de kleine en grote wijzer.

10 minuten voor 7

Slide 18 - Diapositive

kleine wijzer
Teken de kleine en grote wijzer.

5 minuten voor 6

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Het is 3 uur geweest. De grote wijzer staat op het eerste getal.

De grote wijzer is 5 minuten voorbij de 3. Dan zeggen we:

Het is 5 minuten over 3

Slide 21 - Diapositive

De grote wijzer staat op het tweede getal.
Dat is 2 stukjes van 5 minuten. De grote wijzer is 10 minuten voorbij de 3. Dan zeggen we:

Het is 10 minuten over 3

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Hoe laat is het?
A
5 over 8
B
5 over 9

Slide 24 - Quiz

Hoe laat is het?
A
5 over 7
B
10 over 7

Slide 25 - Quiz

Teken de kleine en grote wijzer.

5 minuten over 4

Slide 26 - Diapositive

Teken de kleine en grote wijzer.

5 minuten over 11

Slide 27 - Diapositive

kleine wijzer
Teken de kleine en grote wijzer.

10 minuten over 8

Slide 28 - Diapositive



Nu gaan we naar de half toe.

Slide 29 - Diapositive

Straks is het half 4. Maar dat duurt nog even. De grote wijzer staat voor de half en op de 4. 

Over hoeveel minuten is het half 4?

Slide 30 - Diapositive

Het duurt nog 10 minuten voordat het half 4 is. De grote wijzer staat voor de half. 

Het is 10 minuten voor half 4. 

Slide 31 - Diapositive

Het duurt nog 5 minuten voordat het half 4 is. 
De grote wijzer staat nog steeds voor de half. 

Het is 5 minuten voor half 4

Slide 32 - Diapositive

Het is nu half 4 geweest. De grote wijzer is over de half. 
De grote wijzer is op de 7. 

Het is 5 minuten over half 4


Slide 33 - Diapositive

Het is nu half 4 geweest. De grote wijzer is over de half.
De grote wijzer is op de 8.

 Het is 10 minuten over half 4

Slide 34 - Diapositive

Hoe laat is het
1. Waar staat de kleine wijzer
Is het voor het hele uur of over het hele uur?

2. Waar staat de grote wijzer? 
Is het voor of over het hele uur?
Is het voor of over het half uur?

Slide 35 - Diapositive

Hoe laat is het
1. Waar staat de kleine wijzer
Is het voor het hele uur of over het hele uur?

2. Waar staat de grote wijzer? 
Is het voor of over het hele uur?
Is het voor of over het half uur?

Slide 36 - Diapositive

Hoe laat is het
1. Waar staat de kleine wijzer
Is het voor het hele uur of over het hele uur?

2. Waar staat de grote wijzer? 
Is het voor of over het hele uur?
Is het voor of over het half uur?

Slide 37 - Diapositive

Teken de kleine en grote wijzer.

10 over half 9

Slide 38 - Diapositive

Teken de kleine en grote wijzer.

5 voor half 3

Slide 39 - Diapositive

kleine wijzer
Teken de kleine en grote wijzer.

10 over 10

Slide 40 - Diapositive

Teken de kleine en grote wijzer.

5 over half 12

Slide 41 - Diapositive

Teken de kleine en grote wijzer.

10 voor half 11

Slide 42 - Diapositive

kleine wijzer
Teken de kleine en grote wijzer.

5 voor 5

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive

https://www.bing.com/videos/search?&q=klokkijken%3a+de+analoge+klok+minuten&docid=603534422289625091&mid=6C50138DD693D1CB15506C50138DD693D1CB1550&view=detail&FORM=VDRVRV&ajaxhist=0

Slide 45 - Diapositive