NN7 - Spelling §14 - Homofone werkwoordsvormen - 2H

Homofone werkwoordsvormen
NN7 - Spelling §14 - 2havo
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Homofone werkwoordsvormen
NN7 - Spelling §14 - 2havo

Slide 1 - Diapositive

Bekijk de volgende zinnen:

  • Ik vind gele M&M’s het lekkerst, maar Koen vindt de blauwe veel lekkerder.
  • Penny verdient een zakcentje met oppassen op haar buurjongetje.
  • Zo’n onaardige reactie op mijn vraag heb ik toch niet verdiend?

Slide 2 - Diapositive

In deze zinnen zijn de werkwoordsvormen vind en vindt en verdient en verdiend verschillend gespeld, hoewel ze hetzelfde klinken. Zulke werkwoordsvormen noemen we homofone werkwoordsvormen. ‘Homofoon’ betekent ‘gelijk van klank’.

Slide 3 - Diapositive

d of dt?
De keuze tussen d en dt komt voor bij de persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud (pvtt) van werkwoorden met in de infinitief een d voor de uitgang en, zoals bereiden, raden en schudden. Zie voor de juiste keuze Handig!: Schema werkwoordspelling.

Slide 4 - Diapositive

d of t?
De keuze tussen d of t komt voor bij de persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud (pvtt) en het voltooid deelwoord (vd): bedient, verhuist (pvtt) en bediend, verhuisd (vd). Dat probleem speelt bij zwakke werkwoorden waarvan de letter voor de uitgang en niet in ’t (e) x - f (o) k s ch (aa) p zit, zoals bedienen en verhuizen. Zie voor de juiste keuze Handig!: Schema werkwoordspelling.

Slide 5 - Diapositive

Bekijk nu de volgende zinnen, waarin ook sprake is van homofone werkwoorden:

Slide 6 - Diapositive

Die lampjes zouden elke avond branden (inf), maar gisteren brandden (pvvt) ze niet.

Slide 7 - Diapositive

Veel ouders achten (pvtt) / achtten (pvvt) die tv-serie ongeschikt voor hun kinderen.

Slide 8 - Diapositive

Laden (pvtt) / Laadden (pvvt) de verhuizers de piano in de vrachtwagen?

Slide 9 - Diapositive

Jo vergrootte (pvvt) de foto, zodat hij op het vergrote (bn) beeld de tekst kon lezen.

Slide 10 - Diapositive

Mandy verkleedde (pvvt) zich voor het feest en haar outfit was mooier dan die van de andere verklede (bn) gasten.

Slide 11 - Diapositive

de(n) of dde(n), te(n) of tte(n)?
De keuze tussen één of twee d’s of t’s komt voor bij zwakke werkwoorden met in de infinitief een d of t voor de uitgang en (verbreden, verlichten).

Slide 12 - Diapositive

  • Er is verschil tussen de infinitief of de persoonsvorm tegenwoordige tijd meervoud (verbreden, verlichten) en de persoonsvorm verleden tijd meervoud (verbreedden, verlichtten).

Slide 13 - Diapositive

  • Er is verschil tussen de infinitief of de persoonsvorm tegenwoordige tijd meervoud (verbreden, verlichten) en de persoonsvorm verleden tijd meervoud (verbreedden, verlichtten).
  • Bij werkwoorden die beginnen met be, ge, her, mis, ont en ver is er ook verschil tussen de persoonsvorm verleden tijd enkelvoud (pvvt): De stratenmaker verbreedde de stoep en het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord (bn): de verbrede stoep.

Slide 14 - Diapositive