examenvragen erfelijkheid

Examenvoorbereiding erfelijkheid
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Examenvoorbereiding erfelijkheid

Slide 1 - Diapositive

Extra video's erfelijkheid
Video                                                       Video
uitleg erfelijkheid                               oefenopdrachten erfelijkheid

Slide 2 - Diapositive

Begrippen die je moet kennen:
genotype - fenotype
dominant - recessief
homozygoot - heterozygoot
kruisingen - stambomen
intermediair fenotype

Slide 3 - Diapositive

Chromosomen
  • In de celkern van elke cel
  • Mens: 46 chromosomen (= 23 paar)
  • Chromosomen bevatten de erfelijke eigenschappen (genotype)

Slide 4 - Diapositive

Geslachtschromosomen
(23e paar)
Man: XY
in geslachtscellen: X of Y

Vrouw: XX
In geslachtscellen: X 

Slide 5 - Diapositive

genen
gedeelte van het chromosoom dat staat voor een erfelijke eigenschap.

Je hebt altijd 2 genen van een eigenschap, 1 van je vader en 1 van je moeder.

Slide 6 - Diapositive

Uitwerking kruising - voorbeeld
Noteer  de P -generatie:                AA x aa
Welke geslachtscellen?                             A        a
F1                                                                              Aa

Kans op Zwartbont = 100 %
Kans op Roodbont = 0%

Slide 7 - Diapositive

De jongen uit de F1 planten zich onderling voort...
F1:                                      Aa    x    Aa
Geslachtscellen       A of a       A of a
Kruisingsschema:           A               a
                                     A       AA            Aa
                                     a       Aa             aa



Slide 8 - Diapositive

Compleet uitgewerkte kruising

P:                                  AA             x                    aa

Geslachtscellen:    A                                      a

F1:                                                  Aa

                                     Aa             x                 Aa

Geslachtscellen: A of a                         A of a

F2:


Slide 9 - Diapositive

De kans op Roodbont = 25%
De kans op Zwartbont = 75%
Verhouding genotype = 
AA:Aa:aa = 1:2:1

Verhouding fenotype =
Zwartbont : roodbont = 3:1

Slide 10 - Diapositive

Intermediaire kruising
Beide genen zijn even sterk. Geen dominant gen.
Onder de nakomelingen bevinden zich 'mengvormen' van de genotypen.

Slide 11 - Diapositive

Stambomen

  • Lees de opgave goed: wat is dominant en wat is recessief?
  • noteer eerst de genotypen die je al weet
  • Vul nu de overige genotypen in

Slide 12 - Diapositive

Stambomen 

Slide 13 - Diapositive

Oefenopdrachten
 erfelijkheid

Slide 14 - Diapositive

Een chromosoom bevat:
A
Één gen
B
Meerdere genen
C
Één of meerdere genen, afhankelijk van het chromosoom

Slide 15 - Quiz

2 gelijke genen voor een eigenschap noemen we:
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
C
Dominant
D
Recessief

Slide 16 - Quiz

AA is
A
homozygoot recessief
B
homozygoot dominant
C
heterozygoot

Slide 17 - Quiz

Hoe noemen we de variant van een gen dat altijd tot uiting komt in het uiterlijk als het aanwezig is?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
C
Recessief
D
Dominant

Slide 18 - Quiz

Een recessieve eigenschap is een:
A
Eigenschap die snel tot uiting komt
B
Eigenschap die tot uiting komt als hij homozygoot voorkomt
C
Eigenschap die tot uiting komt als hij heterozygoot voorkomt

Slide 19 - Quiz

Bij konijnen is de vachtkleur zwart dominant over wit. Een homozygoot zwart konijn wordt enkele malen gekruist met een wit konijn.
Hoe groot is de kans op witte konijntjes?
A
100%
B
75%
C
50%
D
0%

Slide 20 - Quiz

Bij konijnen is de vachtkleur zwart dominant over wit. Een homozygoot zwart konijn wordt enkele malen gekruist met een wit konijn.
Wat is het genotype van de konijntjes uit de F1?
A
Aa
B
AA
C
aa

Slide 21 - Quiz

Hoeveel paar chromosomen bevat een lichaamscel van een mens?
A
12
B
23
C
46
D
24

Slide 22 - Quiz

Hoofdhaar groeit bij de kruin een bepaalde kant op. De groeirichting is erfelijk bepaald. Het gen voor de groeirichting naar rechts is dominant (G).
Een man en een vrouw krijgen een kind. De man is heterozygoot voor de groeirichting van het haar. Bij de vrouw groeit het haar naar links.

Hoe groot is de kans dat bij het kind het haar naar links groeit? Maak een kruisingsschema.
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 23 - Quiz

Plotselinge verandering van het genotype noemen we......
A
recombinant-DNA-techniek
B
biotechnologie
C
mutatie
D
evolutie

Slide 24 - Quiz

Rob is drager van de ziekte: thalassemie.

Komt het gen voor thalassemie in alle gewone lichaamscellen van Rob voor? En in alle zaadcellen?

A
In alle gewone lichaamscellen en in alle zaadcellen.
B
In alle gewone lichaamscellen en in de helft van de zaadcellen.
C
In de helft van de gewone lichaamscellen en in alle zaadcellen.
D
In de helft van de gewone lichaamscellen en in de helft van de zaadcellen.

Slide 25 - Quiz

In de afbeelding is de overerving van de erfelijke ziekte hypofosfatase weergegeven. Deze ziekte zorgt er onder andere voor dat botten en tanden niet goed worden opgebouwd.
Een persoon die met zwart is weergegeven, heeft de ziekte hypofosfatase. Bij mensen is het gen voor deze ziekte recessief (a).

Wat is het genotype van Lianne? (zwarte bolletje)

A
aa
B
Aa
C
AA
D
Dat is niet te zeggen

Slide 26 - Quiz

Iemand die wel het gen voor de zieke hypofosfatase bezit maar zelf niet ziek is, wordt een drager genoemd.

Is Stephanie een drager? En Henry?

A
Alleen Stephanie is een drager.
B
Alleen Henry is een drager.
C
Stephanie en Henry zijn beiden drager.
D
Stephanie en Henry zijn beiden geen drager.

Slide 27 - Quiz

Mathilde laat een permanentje zetten bij de kapper. Verandert hierdoor haar genotype en haar fenotype?
A
genotype wel fenotype niet
B
genotype niet fenotype wel
C
genotype niet fenotype niet
D
genotype wel fenotype wel

Slide 28 - Quiz

Extra video's erfelijkheid
Video                                                       Video
uitleg erfelijkheid                               oefenopdrachten erfelijkheid

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Slide 31 - Vidéo

Eindexamensite
Ga naar Eindexamensite om verder te oefenen met Erfelijkheid.

Onderwerpen:
-Chromosomen en DNA
-Kruisingen 







Slide 32 - Diapositive