financieel 1 personeelskosten

Personeelskosten
paragraaf 5.5
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Personeelskosten
paragraaf 5.5

Slide 1 - Diapositive

Examentermen
Na de les:
kun je personeelskosten berekenen op basis van directe loonkosten, indirecte loonkosten, loonheffing, brutoloon en nettoloon.

Slide 2 - Diapositive

Welke kosten behoren op het exploitatieoverzicht?

Slide 3 - Question ouverte

Exploitatiekosten

Slide 4 - Diapositive

Exploitatiekosten
  • Huisvestingskosten
  • Voorraadkosten
  • Personeelskosten
  • Verkoop-/marketingkosten
  • Afschrijvingskosten
  • Rentekosten
  • Overige kosten

Slide 5 - Diapositive

Waar denk je aan bij personeelskosten?

Slide 6 - Carte mentale

Personeelskosten
De kosten die een ondernemer maakt om personeel in dienst te hebben.
1. Directe loonkosten (brutoloon, vakantiegeld).
2. Sociale premies (werkgeversaandeel).
3. Indirecte loonkosten.

Slide 7 - Diapositive

1. Directe loonkosten
Het loon wat er is afgesproken tussen de werkgever en werknemer heet het brutoloon.

Inhoudingen op het brutoloon:
  • loonbelasting
  • werknemersgedeelte sociale premies

Slide 8 - Diapositive

1. Directe loonkosten
Hier bovenop betaalt de werkgever nog wat directe loonkosten: 

  • Vakantietoeslag
  • Eventuele gratificatie (bonus)

Slide 9 - Diapositive

Totaal brutoloon = €3.000 en de vakantietoeslag is 8%. Wat zijn de directe loonkosten?

Slide 10 - Question ouverte

Uitwerking
Totaal brutoloon = €3.000 en de vakantietoeslag is 8%. Wat zijn de directe loonkosten?

€3.000 / 100 x 108 = €3.240
of
€3.000 x 1,08 = €3.240

Slide 11 - Diapositive

2. Sociale premies
Ook de werkgever betaalt sociale premies. Die premies verzekeren de werknemer tegen de financiële gevolgen van:
  • Ziekte
  • Arbeidsongeschiktheid
  • Werkloosheid

Slide 12 - Diapositive

2. Sociale premies
Percentage bovenop de directe loonkosten.


Slide 13 - Diapositive

Totaal brutoloon = €3.000. De vakantietoeslag is 8% en de werkgeverslasten zijn 9,3%. Wat zijn de loonkosten?

Slide 14 - Question ouverte

Uitwerking
Totaal brutoloon = €3.000. De vakantietoeslag is 8% en de werkgeverslasten zijn 9,3%. Wat zijn de loonkosten?

€3.000 x 1,08 = €3.240
€3.240 / 100 x 109,3 = €3.541,32

Slide 15 - Diapositive

3. Indirecte loonkosten
Extra kosten die de werkgever maakt.
Bijvoorbeeld:
  • Scholing
  • Onkosten
  • Kinderopvang
  • Reisvergoeding

Slide 16 - Diapositive

Personeelskosten
1. Direct loon (inclusief vakantiegeld en gratificatie)
2. Sociale premies % over het directe loon
3. Indirecte loonkosten


Zie formuleblad

Slide 17 - Diapositive

Zelfstandig werken
b.socrative.com
Roomname staat in de chat.

Slide 18 - Diapositive