Personeelskosten, 29-09-2021

Planning voor de introductie
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
30 minuten: uitleg en leerdoelen
5 minuten: pauze
35 minuten: Opdrachten maken
10 minuten: leerdoelen testen
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
basis calculatiesMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Planning voor de introductie
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
30 minuten: uitleg en leerdoelen
5 minuten: pauze
35 minuten: Opdrachten maken
10 minuten: leerdoelen testen

Slide 1 - Diapositive

Huisvestingskosten berekenen
Ab betaalt €1.500 huur per maand voor zijn winkelpand. De winkel heeft een oppervlakte van 80m2. De service- en schoonmaakkosten zijn €250 per maand. Gas, water en licht worden eens in de twee maanden vooruitbetaald. Het voorschot bedraagt €920.
Wat zijn de totale huisvestingskosten per jaar?

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn de totale huisvestingskosten per jaar?

Slide 3 - Question ouverte

Huisvestingskosten berekenen
Huur van het pand = 12 x €1.500             =  €18.000
Service en schoonmaak = 12 x €250    =  €  3.000
Voorschot gas/water/licht = 6 x €920  = €   5.520

Totaal huisvestingskosten per jaar       =  €26.520

Slide 4 - Diapositive

Huisvestingskosten berekenen
Ab betaalt €1.500 huur per maand voor zijn winkelpand. De winkel heeft een oppervlakte van 80m2. De service- en schoonmaakkosten zijn €250 per maand. Gas, water en licht worden eens in de twee maanden vooruitbetaald. Het voorschot bedraagt €920.
Wat zijn de huisvestingskosten per m2 op jaarbasis?

Slide 5 - Diapositive

Wat zijn de huurkosten per m2 op jaarbasis?

Slide 6 - Question ouverte

Huurkosten per m2

€26.520 / 80 = €331,50 per m2

Slide 7 - Diapositive

Leerdoelen:
1. Je kan de directe loonkosten berekenen.
2. Je weet wat de indirecte loonkosten zijn.
3. Je kan de sociale premies berekenen.
4. Je kan de totale loonkosten berekenen.
5. Je weet wat het minimumloon is.

HUISWERK: Opdracht 24 t/m 27

Slide 8 - Diapositive

Personeelskosten
De kosten die een ondernemer maakt om personeel in dienst te hebben.
1. Directe loonkosten (brutoloon, vakantiegeld).
2. Sociale premies (werkgeversaandeel).
3. Indirecte loonkosten.

Slide 9 - Diapositive

1. Directe loonkosten
Het loon wat er is afgesproken tussen de werkgever en werknemer heet het brutoloon.

Inhoudingen op het brutoloon:
  • loonbelasting
  • werknemersgedeelte sociale premies

Slide 10 - Diapositive

1. Directe loonkosten
Hier bovenop betaalt de werkgever nog wat directe loonkosten: 

  • Vakantietoeslag
  • Eventuele gratificatie (bonus)

Slide 11 - Diapositive

Totaal brutoloon = €3.000 en de vakantietoeslag is 8%. Wat zijn de directe loonkosten?

Slide 12 - Question ouverte

Uitwerking
Totaal brutoloon = €3.000 en de vakantietoeslag is 8%. Wat zijn de directe loonkosten?

€3.000 / 100 x 108 = €3.240
of
€3.000 x 1,08 = €3.240

Slide 13 - Diapositive

2. Sociale premies
Ook de werkgever betaalt sociale premies. Die premies verzekeren de werknemer tegen de financiële gevolgen van:
  • Ziekte
  • Arbeidsongeschiktheid
  • Werkloosheid

Slide 14 - Diapositive

2. Sociale premies
Percentage bovenop de directe loonkosten.


Slide 15 - Diapositive

Totaal brutoloon = €3.000. De vakantietoeslag is 8% en de werkgeverslasten zijn 9,3%. Wat zijn de loonkosten?

Slide 16 - Question ouverte

Uitwerking
Totaal brutoloon = €3.000. De vakantietoeslag is 8% en de werkgeverslasten zijn 9,3%. Wat zijn de loonkosten?

€3.000 x 1,08 = €3.240
€3.240 / 100 x 109,3 = €3.541,32

Slide 17 - Diapositive

3. Indirecte loonkosten
Extra kosten die de werkgever maakt.
Bijvoorbeeld:
  • Scholing
  • Onkosten
  • Kinderopvang
  • Reisvergoeding

Slide 18 - Diapositive

Personeelskosten
1. Direct loon (inclusief vakantiegeld en gratificatie)
2. Sociale premies % over het directe loon
3. Indirecte loonkosten


Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Voorbeeld
Marianne werkt als administratief medewerkster bij Animo.
Zij verdient 1.550,- bruto per maand, bij een werkweek van 36 uur.
Zij heeft recht op 8% vakantiegeld, een eindejaarsuitkering € 250,- en een reiskostenvergoeding van € 48,- per maand. Het werkgeversdeel werknemersverzekeringen bedraagt globaal 20% van alle loonbestanddelen.
Bereken de jaarlijkse personeelskosten die Animo heeft voor het werk van Marianne.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Voorbeeld
Als Marianne 36% belasting moet betalen over haar brutoloon, wat is dan haar nettoloon?

Slide 24 - Diapositive

Minimumloon

Het wettelijk vastgestelde loon dat een werkgever ten minste moet betalen aan werknemers.

Slide 25 - Diapositive

Klik op de link en zoek op wat het minimumloon is voor een 17-jarige per dag bij een fulltime werkweek van 36 uur.

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive

5 minuten pauze
timer
5:00

Slide 28 - Diapositive

Aan de slag!
Wat? Maak opdracht 24 t/m 27 van kosten
Hoe? In de online leeromgeving
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak of met Basis calculaties
timer
35:00

Slide 29 - Diapositive

Opdracht
Peter werkt als kok bij Visrestaurant Landman.
Hij verdient 1.800,- bruto per maand, bij een werkweek van 40 uur.
Hij heeft recht op 8% vakantiegeld, een eindejaarsuitkering € 500,- en een reiskostenvergoeding van € 78,- per maand. Het werkgeversdeel werknemersverzekeringen bedraagt globaal 25% van alle loonbestanddelen.
Bereken de jaarlijkse personeelskosten die Visrestaurant Landman heeft voor het werk van Peter.

Slide 30 - Diapositive

Bereken de jaarlijkse personeelskosten die Visrestaurant Landman heeft voor het werk van Peter.

Slide 31 - Question ouverte

Uitwerking
Brutoloon = 12 x 1800 = €21.600
Vakantietoeslag = 21600 : 100 x 8 = €1.728
Eindejaarsuitkering = €500 
Totale loonsbestandsdelen = €21.600 + €1.728 + €500 = €23.828
Werkgeversdeel werkn. premie = 23.828 : 100 x 25 = €5957
Reiskosten = 78 x 12 = €936

Totale loonkosten = €23.828 + €5957 + €936 = €30.721

Slide 32 - Diapositive

Als Peter 36% belasting moet betalen over zijn brutoloon, wat is dan zijn nettoloon?

Slide 33 - Question ouverte

Uitwerking
Brutoloon = 12 x 1800 = €21.600
21600 : 100 x 64 = €13824,00


                                   100%-36%=64%!!!

Slide 34 - Diapositive

HUISWERK
opdrachten 24 t/m 27
Hoofdstuk 'kosten soorten'
Paragraaf 'personeelskosten'

Slide 35 - Diapositive