Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
De grote belastingquiz
2024
Slide 1 - Diapositive
5 onderdelen
- Algemeen en historie
- Inkomstenbelasting
- Factuureisen (herhaling)
- Omzetbelasting - Eindvraagstuk
Scores houden we bij voor het quiz-element
Slide 2 - Diapositive
Ronde 1
Algemeen en historie
Slide 3 - Diapositive
Sinds wanneer wordt er in Nederland structureel belasting geheven?
A
Sinds de jaartelling
B
Sinds de middeleeuwen
C
Sinds 1795 (Fransen aan de macht)
D
Sinds 1918 (na de 1e Wereldoorlog)
Slide 4 - Quiz
Het huidige belastingstelsel is gebaseerd op 2 belangrijke uitgangspunten. Dat zijn:
A
Draagkracht- en profijtbeginsel
B
Draagkracht- en gelijkheidsbeginsel
C
Gelijkheids- en profijtbeginsel
Slide 5 - Quiz
Soms wordt er ook gesproken over de fiscus, dit is
A
een ander woord voor belastingdienst
B
onderdeel van de belastingdienst dat zich bezig houdt met ondernemers
C
onderdeel van de belastingdienst dat zich bezig houdt met belastingfraude
D
een ander woord voor gemeentelijke belastingen
Slide 6 - Quiz
Waarom gebruikt(e) de belastingdienst altijd blauwe enveloppen?
A
Blauw is een verkoelende kleur en kalmeert.
B
Dat is in de EU afgesproken.
C
De vraag klopt niet. De belastingdienst gebruikt ook rood en groen.
D
Vroeger kregen de belastingambtenaren blauwe vingers van het geldtellen.
Slide 7 - Quiz
Tot 2018 gebruikte de belastingdienst een slogan:
Leuker kunnen we het niet maken, wel .....
A
Eerlijker
B
Sneller
C
Makkelijker
D
Mooier
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Vidéo
Ronde 2
Inkomstenbelasting
Slide 10 - Diapositive
Niet iedereen is verplicht om ieder jaar een aangifte inkomstenbelasting in te vullen. Wanneer hoeft dit niet?
A
Als je een aangiftebrief krijgt
B
Als je EUR 52 of meer moet betalen
C
Als je een voorlopige aanslag hebt ontvangen
D
Als je geld terugkrijgt
Slide 11 - Quiz
De inkomstenbelasting werkt met 3 boxen. Box 1: Werk en woning Box 2: Aanmerkelijk belang Box 3: .........
A
Sparen en beleggen
B
Vermogen
C
Bezittingen
Slide 12 - Quiz
Box 1 gaat over Werk en woning, dus ook over winst vanuit een éénmanszaak, Vof of CV. In 2024 gelden 2 tarieven: tot 75.518 -> 36,97% daarboven -> 49,50%
Hoeveel belasting betaal je bij een belastbaar inkomen van EUR 76.000?
A
EUR 28.157
B
EUR 37.620
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Vidéo
Als je een verlies hebt in box 1 Werk en woning dan wordt dat verrekend met eerdere (tot 3 jaar terug) of toekomstige winsten (tot 9 jaar vooruit) in box 1.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Ondernemer voor de IB
Als:
- (op termijn) winst maken
- zelfstandig (dus niet in loondienst)
- meerdere opdrachtgevers
- kapitaal geïnvesteerd
- risico lopen
- tijd geïnvesteerd
Slide 16 - Diapositive
www.belastingdienst.nl
Slide 17 - Lien
Specifieke regelingen voor ondernemers
Bedragen die je mag aftrekken van jouw winst (aftrek van belastbaar bedrag): - startersaftrek: EUR 2.123 - zelfstandigenaftrek: EUR 5.030 - MKB-winstvrijstelling: 14% NB urencriterium is van belang - tenminste 1.225 per uur besteden aan onderneming
Slide 18 - Diapositive
Deze specifieke regelingen voor ondernemers moet je vooraf aanvragen?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Box 3 Sparen en Beleggen Vrijgesteld: EUR 57.000 per fiscale partner Vermogen boven EUR 57.000 is belast. Voor box 3 gaat de belastingdienst uit van een fictief rendement dat oploopt naar 6,17%.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
Heffingskortingen
Voor de IB gelden er diverse heffingskortingen (korting op de te betalen belasting):
- Algemene heffingskorting (max EUR 3.070 en aflopend)
Maak een factuur voor de levering van schoenen (10 paar voor in totaal EUR 1.200) op 15 maart 2024.
Slide 23 - Diapositive
De belastingdienst stelt diverse eisen aan een factuur. Wat hoeft NIET te worden vermeld?
A
Naam + volledig adres van klant én leverancier
B
Bedrag excl BTW, BTW-bedrag en bedrag incl BTW
C
Factuurnummer
D
Kamer van Koophandel-nummer van de klant
Slide 24 - Quiz
Stel je hebt op 7 februari een dienst geleverd. Wanneer moet je de factuur uiterlijk verzenden?
A
7 februari
B
28 februari
C
15 maart
D
31 maart
Slide 25 - Quiz
Als ondernemer mag je zelf beslissen of je jouw factuur op papier of digitaal verstuurt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quiz
Bonnen en facturen moeten bewaard blijven in de administratie (in de vorm waarin ze verzonden/ontvangen zijn). Hoe lang?
A
5 jaar
B
7 jaar
C
10 jaar
D
tot aan het einde van de onderneming
Slide 27 - Quiz
Als je goederen/diensten koopt in het buitenland, dan kan er buitenlandse omzetbelasting op de factuur staan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Vidéo
Ronde 4
Omzetbelasting?
Slide 30 - Diapositive
zzpbarometer.nl
Slide 31 - Lien
Bij de omzetbelasting kennen we 3 tarieven: 0%, 9% en 21%. Daarnaast bestaan er vrijgestelde diensten (bijv onderwijs en zorg).
A
Waar
B
Niet waar
Slide 32 - Quiz
Als je meer omzetbelasting hebt betaald dan ontvangen, dan krijg je daadwerkelijk geld op jouw bankrekening terug.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 33 - Quiz
Als je te laat bent met het doen van aangifte omzetbelasting (binnen 1 maand na einde tijdvak), legt de fiscus in de regel een aanslag op van EUR 5.000 met daarboven op een boete.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 34 - Quiz
Er is geen verschil tussen vrijgesteld van BTW en het tarief van 0%.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 35 - Quiz
Kleine Ondernemersregeling (KOR)
Hier mag je gebruik van maken als:
- de omzet niet hoger is dan EUR 20.000
- het bedrijf in NL is gevestigd
Dan geen BTW in rekening brengen bij klanten, geen voorheffing terugvragen en geen aangifte doen
Slide 36 - Diapositive
Vooral voor ondernemers die goederen/diensten leveren aan particulieren, is deze regeling gunstig.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 37 - Quiz
Jouw idee? (ronde 5)
Het doel van belasting betalen is om de overheidsuitgaven te financieren en de lasten eerlijk te verdelen.
Bedenk een belastingmaatregel die jij zou invoeren als je staatsecretaris van het ministerie van financien was om bovengenoemde doelstelling te behalen.