Hoofdstuk 3, woordenschat

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom!

Fijn dat je er bent.

Wat gaan we doen vandaag?

• H3: Woordenschat
• Voorkennis
• Uitleg
• Samen oefenen
• Zelfstandig werken + nakijken opdracht 

Aan het einde van deze les kan je...

vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen, begrijpen en gebruiken.

Voorzetsels

Wat is een voorzetsel?

Een voorzetsel geeft een relatie weer tussen de woordgroep waar het deel van uitmaakt (zoals aan de muur) en een ander element in de zin, zoals een eraan voorafgaand werkwoord (bijvoorbeeld hangt: ‘Het schilderij hangt aan de muur’). 

  

Wat is een voorzetsel?

Voorzetsels zijn bijna altijd onderdeel van een woordgroep waarin het hoofdwoord een zelfstandig naamwoord is. Dat hoofdwoord kan ook een persoonlijk voornaamwoord zijn: ‘Ik geef het schilderij aan jou.’  

Wat is een voorzetsel?

Er zijn veel voorzetsels die iets over de positie van het een ten opzichte van het ander zeggen, zoals op de bank, in de kast, naast zijn ouders en achter het huis. Veel andere hebben een betekenis die iets met tijd te maken heeft: na een week, tijdens het werk, binnen twee maanden, enz. Maar er zijn ook veel abstractere relaties mogelijk, zoals in praten over het weer, hopen op een goede afloop en dood door schuld.

Uitleg

• Veel werkwoorden hebben een vast voorzetsel: houden van, nadenken over.
• Er zijn ook combinaties van een zelfstandig naamwoord, werkwoord en een vast voorzetsel: verstand hebben van, aanmerkingen maken op. 
  
• Of een bijvoeglijk naamwoord, een werkwoord en een vast voorzetsel: bang zijn voor.

Welke vaste combinatie kan jij bedenken?

Uitleg

• Er bestaan ook voorzetseluitdrukkingen, dat zijn woordcombinaties zoals: ten behoeve van, met uitzondering van. 
• Meestal kun je die vervangen door één voorzetsel:
• ten tijde van --> gedurende, tijdens
• ten behoeve van --> voor

1. Moet de school meer aandacht schenken ... financiële opvoeding?

2. Fietsers en wandelaars: Houd rekening ... eventuele gladheid!

3. Deborah verbaast zich ... de belangstelling voor haar nieuwe kapsel.

4. De politie weet nog niet wie verantwoordelijk is ... de vernielingen.

5. Vrijwel alle kinderen zijn gek ... pannenkoeken met stroop.

6. Wie van jullie heeft ervaring ... het tekenprogramma Sketchbook Pro?

Zelfstandig werken

• Maak opdracht 2 en 3 op pagina 84-86. 

Zijn er nog vragen/opmerkingen?