Leerjaar 1 P2 L1 blokuur

Welkom bij Nederlands!
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Kennismaken
  • Studiewijzer doorspreken
  • Herkansingen
  • Uitleg persoonsvorm in 
    tegenwoordige tijd
  • Opdrachten maken
  • Afsluiting 

Slide 2 - Diapositive

Kennismaken
  • Veronique Grevenstuk-Neggers
  • 30 jaar 
  • vnegg
  • vneggers@yonder.nl
  • Dinsdag en woensdag 

Slide 3 - Diapositive

Kennismaken
  • Getrouwd met Ricardo
  • Twee kinderen         Dani en Nova
  •  Kat         Jynx

Slide 4 - Diapositive

Kennismaken
  • Kleding maken, films en series, uiteten, dagjes weg, lezen, fotograferen. 

Slide 5 - Diapositive

Kennismaken
  • Open een leeg document.
  •  Pak 4 M&M's. 
  • Geef per M&M antwoord op de 
    vraag die bij deze kleur hoort. 
  • Schrijf tot slot op wat je van mij als 
    docent verwacht en wat ik verder
    nog moet weten.
  • Lever het document in op Eduarte 
    bij 'Kennismaking'
Rood
Vertel iets over wat je graag doet in je vrije tijd.
Oranje
Vertel iets over waar je goed in bent.
Geel
Wat is je favoriete vak en waarom?
Groen
Beschrijf jezelf in drie woorden.
Blauw
Vertel iets over je familie of huisdieren.
Bruin
Wat zou je niet kunnen missen in je leven?

Slide 6 - Diapositive

Studiewijzer 
  • Toets Lezen, luisteren, kijken hoofdstuk 1
    Deze toets telt 2x mee!
  • Toets taalverzorging hoofdstuk 2

  • 16 tot 20 december examenweek = geen les
  • Kerstvakantie
  • 27 tot 31 januari toetsweek = geen les 

Slide 7 - Diapositive

Herkansingen periode 1
  • Eén toets met een cijfer onder 5,4
  •  Herkansing taalverzorging hoofdstuk 1 --> week 14
  • Herkansing woordenschat --> week 15
  • Herkansing sollicitatiebrief of massageverslag
    Opnieuw inleveren uiterlijk 13 december 
    Via Eduarte!
  • Extra uitleg/oefenopdrachten op Eduarte 

Slide 8 - Diapositive

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 9 - Diapositive

Persoonsvorm vinden
Er zijn drie manieren waarop je te persoonsvorm(en) kunt vinden in een zin. 
  • Tijdsproef - Verander de zin van tegenwoordige in verleden tijd of andersom. De persoonsvorm verandert.
  • Getalsproef - Verander de zin van enkelvoud naar meervoud of andersom. De persoonsvorm verandert. 
  • Vraagproef - Maak een vraagzin. De persoonsvorm komt vooraan te staan. De vraagproef mag alleen als controle ingezet worden!

Slide 10 - Diapositive

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
In de tegenwoordige tijd zijn er maar drie mogelijkheden (vormen) om de persoonsvorm te spellen. Let op of het onderwerp enkelvoud of meervoud is.

  1. ik-vorm: ik verbeter
  2. ik-vorm+t: hij verbetert
  3. hele werkwoord: wij verbeteren

Slide 11 - Diapositive

Persoonsvorm tegenwoordige tijd 
de ik-vorm
De ik-vorm is de vorm die achter ‘ik’ komt in de tegenwoordige tijd. Deze vorm gebruik je:
  • bij ‘ik
    → ik verbeter, ik snoei, ik word, beantwoord ik, ik ga
  • als ‘jij’ (je) achter de persoonsvorm staat
    → Wat vind jij? Denk je (= ‘jij’) ook niet? Ga je (= ‘jij’) al?
  • bij gebiedende wijs 
    → Loop eens door. Ga weg!



Slide 12 - Diapositive

Persoonsvorm tegenwoordige tijd 
de ik-vorm+t
De ik-vorm+t gebruik je bij alle andere gevallen in het enkelvoud:
  • Je vindt niet vaak een euro op straat.
  • Jij wordt nog eens heel beroemd.
  • Hij vindt de film maar niks.
    Wat vindt Julia ervan?
  • Het gebeurt wel vaker.



Slide 13 - Diapositive

Persoonsvorm tegenwoordige tijd 
de ik-vorm+t
Tip
Vervang het werkwoord door een vorm van ‘lopen’.
Hoor je de -t, dan schrijf je die ook:
  • Loop je? → Je schrijft dus ook: Vind je? (dus ik-vorm)
  • Loopt je zus? → Je schrijft dus ook: Vindt je zus? (dus
    ik-vorm+t)



Slide 14 - Diapositive

Persoonsvorm tegenwoordige tijd 
het hele werkwoord
Het hele werkwoord (infinitief) gebruik je in de tegenwoordige tijd bij een onderwerp dat meervoud is.
  • Wij werken hard.
  • Gebeuren zulke dingen wel vaker?
  • Jullie worden steeds beter.
  • De katten gaan naar binnen. Ze hebben honger.





Slide 15 - Diapositive

Persoonsvorm tegenwoordige tijd 
samengestelde zin
  • Een enkelvoudige zin heeft één persoonsvorm.
    Jij werkt vandaag in het magazijn.
    Jamie is ziek.

  • Van twee enkelvoudige zinnen kun je een samengestelde zin maken. Een samengestelde zin heeft dus twee of meer persoonsvormen:
    Jij werkt vandaag in het magazijn, want Jamie is ziek.






Slide 16 - Diapositive

Opdrachten maken
2F (niveau 3) - Maak opdracht 1 t/m 5 en extra opdracht 1 van taalverzorging 2.1



3F (niveau 4) - Maak opdracht 1 en 2 + extra opdracht 1 en 2

Slide 17 - Diapositive

Afsluiting
  • Volgende week: Lezen, luisteren en kijken 1.1 Tekst verkennen en taalverzorging hoofdstuk 2.2 Persoonsvorm in de verleden tijd.
  • Huiswerk: Afmaken taalverzorging 2.1

Slide 18 - Diapositive