Herhalingsles thema 3

Herhaling
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhaling

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cultuurelementen:
Zijn de belangrijkste onderdelen van een cultuur.

3 soorten cultuurelementen:
Verstand
Hoe je samenleeft
Zichtbare dingen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen cultuurelement?
A
Huidskleur
B
Taal
C
Tradities
D
Dansen

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De McKroket is een voorbeeld van ...
A
cultuurverspreiding
B
cultuurvermenging

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op de foto hiernaast is overduidelijk sprake van
A
cultuurvermenging
B
cultuurverspreiding

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Koppel de voorbeelden aan de juiste cultuurelement
vuurwerk afsteken
Christendom
Nederlands
Oliebollen bakken
Islam
Turks
Taal
Godsdienst
Gewoonten

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


  1. Wat is een cultuurgebied?
  2. Waarop zijn cultuurgebieden ingedeeld?
Cultuurgebieden

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cultuurgebieden
Latijns-Amerikaans
Westers
Afrikaans
Chinees
Orthodox
Hindoeistisch

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Een cultuurgebied is een
A
Gebied met verschillen in een cultuur
B
Gebieden die bij de evenaar liggen
C
Gebied met overeenkomsten in een cultuur
D
Gebied in Zuid-Oost Azië

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Multiculturele samenleving
Multiculturele samenleving

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Multiculturele samenleving
A
Mensen uit het buitenland die in Nederland komen werken.
B
Een samenleving met vele verschillende culturen bij elkaar.
C
Mensen met tenminste één niet in Nederland geboren ouder.

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

H2 De Grieken en Romeinen

Tijdvak: Grieken en Romeinen

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Griekse goden
A
zien eruit als mensen
B
zien eruit als monsters
C
zien eruit als dieren
D
zien eruit als geesten

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welk tijdvak dateert de Olympische Spelen?
A
tijd van jagers en verzamelaars
B
tijd van Grieken en Romeinen
C
tijd van monniken en ridders
D
tijd van ontdekkers en hervormers

Slide 15 - Quiz

De Grieken zijn de stichters van de Olympische Spelen.

--> toelichting in video volgende dia.

De eerste officiële Spelen worden in 776 voor Christus gehouden in de stad Olympia in Griekenland. Het doel van de Spelen is het vereren van de god Zeus. Daarom worden de eerste Olympische Spelen bij de tempel van Zeus gehouden.

Vanaf de eerste Spelen in 776 tot en met 724 voor Christus staat er alleen hardlopen op het programma. Hierna komen er andere sporten bij zoals boksen, worstelen, verspringen, speerwerpen, discuswerpen, paardenrennen. Ook de pentatlon doet zijn intrede. Dit is een
combinatie van de volgende sporten: worstelen, hardlopen, verspringen, speerwerpen en discuswerpen.

De sporters, alleen mannen, verschijnen tijdens de eerste Spelen naakt aan de startlijn. Getrouwde vrouwen mogen daarom niet in het publiek zitten. De enige uitzondering zijn dus ongetrouwde meisjes die vaak niet ouder dan 14 jaar zijn. Hierdoor zijn niet alleen de
sporters, maar ook het publiek overwegend mannelijk.

Het Christendom wordt in 313 na Christus de officiële religie van het Romeinse keizerrijk. De Romeinse keizer,
Theodosius I, vindt de Olympische Spelen een heidens volksvermaak en schaft het tijdens zijn regeringsperiode af. In 393 na Christus komt er na 1.170 jaar een eind aan de klassieke Olympische Spelen. 
Romeinse cultuur

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Colosseum is...
A
het grootste stadion van het oude Rome
B
het grootste badhuis van het oude Rome
C
de grootste school van het oude Rome
D
de grootste bibliotheek van het oude Rome

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn de Olympische spelen in het oude Griekenland ontstaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom heten de Olympische spelen de Olympische spelen?
A
Vernoemd naar de stad Olympia
B
Omdat het in China is
C
De hoofdstad van China heet ook zo.
D
Gewoon omdat het kan.

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat waren de 'brood en spelen'
A
Gratis voedsel voor alle armen in de stad
B
Middel om de bevolking rustig te houden
C
Gladiatoren die vochten voor een vrouw
D
Training voor Romeinse soldaten voordat ze oorlog gingen voeren

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het Christendom?
A
Geloof in meerdere goden
B
Geloof in Griekse goden
C
Geloof in de goddelijkheid van de keizer
D
Geloof in 1 God volgens de leer van Jezus Christus

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hieronder staan vier kenmerken die horen bij het Romeinse rijk . Welke hoort bij de tijd van Grieken en Romeinen?
A
De levenswijze van jager-verzamelaars
B
De opkomst van het christendom
C
Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
D
Geen van de genoemde aspecten hoort bij de tijd van Grieken en Romeinen

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions