Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
BBL Nederlands schrijven
Slide 1 - Diapositive
Periode 3
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Wat voor tekst moet je schrijven?
A
artikel
B
e-mail
C
brief
D
verslag
Slide 4 - Quiz
Is het zakelijk of persoonlijk?
A
zakelijk
B
persoonlijk
Slide 5 - Quiz
Wat is het onderwerp boven je e-mail?
Slide 6 - Question ouverte
Even oefenen: In de e-mail: leg je uit waarom je de e-mail stuurt;
Schrijf de inleidende zin voor je e-mail, waarin je uitlegt waarom je de mail stuurt.
Slide 7 - Question ouverte
Schrijf één of twee zinnen die je in je slot kunt schrijven.
Slide 8 - Question ouverte
Welke zin kan NIET als afsluitende zin bij deze e-mail?
A
Alvast hartelijk dank voor de informatie
B
Bij voorbaat dank.
C
Stuur me snel wat op.
D
Ik hoop binnen twee weken iets van u te ontvangen.
Slide 9 - Quiz
Hoe eindig je een zakelijke brief of e-mail?
A
Met vriendelijke groet,
B
Groetjes,
C
Nou, tot ziens dan maar!
D
Hoogachtend,
Slide 10 - Quiz
Huiswerkopdracht
Maak thuis deze schrijfopdracht en neem volgende week mee naar school. Staat in Teams in mapje huiswerkopdrachten, schrijfopdrachten P3. Het is opdracht 1.
Slide 11 - Diapositive
maak en upload een foto van de tekst die jij hebt gemaakt.