NDG 4.7 kleuren zien

4.7 Kleuren zien


1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

4.7 Kleuren zien


Slide 1 - Diapositive

Vandaag
  1. start 4.7 
  2. Zelfstandig werken
  3. Afsluiting 

Slide 2 - Diapositive

Regenboog
Wit licht bestaat uit zeven kleuren:
Rood Oranje Geel Groen Blauw Indigo Violet

Ezelsbruggetje
ROGGBIV  (ROGGeBrood) Is Vies

Slide 3 - Diapositive

Kleurenspectrum

Kleurenband waar alle kleuren v.d. regenboog naast elkaar zijn
Prisma splitst licht

Slide 4 - Diapositive

Een regenboog bevat alle kleuren. Hoe noem je deze reeks kleuren?
A
spectrum
B
kleurenboog
C
plectrum
D
lichtreeks

Slide 5 - Quiz

Zonlicht is?
A
Rood licht
B
Geel licht
C
Blauw licht
D
Wit licht

Slide 6 - Quiz

Welke kleur hoort niet bij de zes kleuren van de regenboog?
A
Rood
B
Groen
C
Paars
D
Violet

Slide 7 - Quiz

Zet in de juiste volgorde
Oranje
Geel
Rood
Blauw
Violet
Groen

Slide 8 - Question de remorquage

Slide 9 - Vidéo

Kleuren zien

Slide 10 - Diapositive

Kleuren van voorwerpen zien
Je kunt alleen de kleuren van voorwerpen zien waarvan de gekleurde lichtstralen op jouw netvlies vallen (op de kegeltjes dus).

                                                  Een voorwerp weerkaatst alleen de  kleur die het heeft.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Welke kleur heeft de rode auto als je er met groen licht op schijnt?

Slide 15 - Question ouverte

Een wit voorwerp weerkaatst alle kleuren licht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Een kamer heeft een blauwe muur. Het is helemaal donker in de kamer. Er is alleen een gele lamp aan. Welke kleur zie je?
A
wit
B
blauw
C
geel
D
zwart

Slide 17 - Quiz

Je hebt een wit T-shirt aan met rode letters er op. Wat zie je als er alleen rood licht is?
A
wit T-shirt met rode letters
B
hele T-shirt is wit
C
roos T-shirt met witte letters
D
hele T-shirt is rood

Slide 18 - Quiz

Je hebt een wit T-shirt aan met rode letters er op. Wat zie je als er alleen groen licht is?
A
wit T-shirt met groene letters
B
groen T-shirt met zwarte letters
C
hele T-shirt is groen
D
wit T-shirt met zwarte letters

Slide 19 - Quiz


Wat is de functie van staafjes?
A
Licht en donker zien
B
Kleuren onderscheiden
C
Ver kunnen kijken
D
Scherpe beelden zien

Slide 20 - Quiz

Bij welke kleur licht is de Nederlandse vlag zwart groen zwart?
A
Rood
B
Blauw
C
Groen
D
Wit

Slide 21 - Quiz

Witte voorwerpen 
weerkaatsen bijna al het licht.
Zwarte voorwerpen absorberen bijna al het licht.
Huizen in warme landen zijn vaak wit geschilderd, dit weerkaatst het licht, waardoor deze huizen koeler blijven.

Slide 22 - Diapositive

Zwarte voorwerpen absorberen licht:
A
heel goed en blijven daardoor lang koel.
B
heel goed en worden daardoor snel warm.
C
heel slecht en blijven daardoor lang koel.
D
heel slecht en worden daardoor snel warm.

Slide 23 - Quiz

Kleurenfilters
Een rood filter laat alleen rood licht door, alle andere kleuren worden door het filter geabsorbeerd. 

Beantwoord de volgende vragen

Slide 24 - Diapositive

Welke kleur licht wordt door een groen filter doorgelaten?
A
alleen rood
B
alle kleuren licht
C
alleen groen licht
D
groen en rood licht

Slide 25 - Quiz

Welke kleur licht wordt door een blauw filter doorgelaten?
A
geen licht
B
alle kleuren licht
C
alleen groen licht
D
alleen blauw licht

Slide 26 - Quiz

wat gebeurt er met de kleuren licht die niet door een filter worden doorgelaten?
A
deze worden door het filter weerkaatst
B
deze worden door het filter geabsorbeerd
C
deze krijgen de zelfde kleur als het filter

Slide 27 - Quiz

Kleuren zien
Staafjes
werken bij weinig licht en geeft zwart, wit en grijstinten weer
Kegeltjes
werken overdag bij veel licht
geeft kleuren weer. Drie soorten kegeltjes, voor rood licht, voor blauw licht en voor groen licht. 

Slide 28 - Diapositive

Wat is de prikkel van staafjes?
A
geluid
B
licht
C
smaakstoffen
D
geurstoffen

Slide 29 - Quiz

Hiermee kan je kleur zien
A
Staafjes
B
Kegeltjes

Slide 30 - Quiz

Opdracht bij site op volgende slide
Kijk met de volgende site hoe licht mengen werkt.

  • Bepaal welke kleur een persoon ziet bij verschillende combinaties van rood, groen, en blauw licht.
  • Bekijk de kleur van het licht nadat het door verschillende gekleurde filters liep!

Je kunt dit via beide knoppen (één lamp en RGB lampen) proberen.

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Lien


Als je dichtbij het scherm komt dan ga je hele kleine lampjes zien. Deze heten ook wel LED.
Een pixel bestaat uit 3 LED kleuren.
Rood-Groen-Blauw

Slide 33 - Diapositive

kleurenblind
Als de kegeltjes niet goed werken ben je kleurenblind.
Soms is dit gedeeltelijk.

Zie je welk getal in de afbeelding staat?

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Fosforescentie
  • Stoffen die licht afgeven nadat het belicht is, dus nog een tijdje nagloeien. Dit geeft dus licht af in het donker. 

Slide 36 - Diapositive

Fluorescentie
  • Stoffen die licht afgeven als het door UV licht bestraalt wordt.
  • Aan wasmiddel en tandpasta worden fluorescente stoffen toegevoegd. Lijkt dan witter.

Slide 37 - Diapositive

Wat is niet waar als het om fluorescentie gaat
A
Drukinkt is de lichtbron
B
worden aan wasmiddel en tandpasta toegevoegd
C
fluorescent is een kleur
D
snelheid van 300 000 km/s

Slide 38 - Quiz

Zelfstandig werken
  • Maken Vita opdrachten 1 t/m 6  
(Opdracht 5 is bekijken van een filmpje)
  • Oefen met de flitskaarten bij deze basisstof

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Vidéo