Alle kleuren die een lichtbron uitstraalt noemt men ook wel een ..?
A
Bron - spectrum
B
Regenboog kleuren
C
Spectra
D
Kleuren-spectrum
Slide 21 - Quiz
Welke kleur licht laat een stukje blauw glas door?
A
alle kleuren
B
alle kleuren behalve blauw
C
alleen blauw
D
geen kleuren
Slide 22 - Quiz
Welke kleur hoort niet bij de zeven kleuren van de regenboog?
A
Rood
B
Groen
C
Paars
D
Violet
Slide 23 - Quiz
wat gebeurt er met de kleuren licht die niet door een filter worden doorgelaten?
A
deze worden door de filter weerkaatst
B
deze worden door de filter geabsorbeerd
C
deze worden omgezet in de kleur van het filter
D
er gebeurt niets mee
Slide 24 - Quiz
Met behulp van welk object kun je wit licht splitsen in alle kleuren van de regenboog?
A
Een spectrum
B
Een prisma
C
Een geodriehoek
D
Een kleurenfilter
Slide 25 - Quiz
Zonlicht is wit, maar bestaat uit verschillende kleuren. Welke kleuren zijn dat?
A
zwart en wit samen
B
rood, blauw en groen
C
rood, oranje, geel groen blauw, indigo en violet
D
cyaan, magenta, geel en zwart
Slide 26 - Quiz
Pak je agenda!
Noteer in het blauwe gedeelte voor de volgende les
Lezen §2.4 uit je boek
Maak de opgaven: zie huiswerkplanner in Classroom
kies uit
- route groen
- route blauw
- route paars
Slide 27 - Diapositive
Aan de slag!
Lezen §2.4 uit je boek
Maak de opgaven:
- zie huiswerkplanner Classroom
kies eventueel uit:
- route groen
- route
- route
Zs
Slide 28 - Diapositive
Aan de slag!
Lezen §2.4 uit je boek
Maak de opgaven:
- zie huiswerkplanner Classroom
kies eventueel uit:
- route groen
- route
- route
Zf
Slide 29 - Diapositive
Wat weten we al?
Slide 30 - Diapositive
Welke kleur licht wordt door een groen filter doorgelaten?
A
alleen rood
B
alle kleuren licht
C
alleen groen licht
D
groen en rood licht
Slide 31 - Quiz
Welke kleur licht wordt door een blauw filter doorgelaten?
A
geen licht
B
alle kleuren licht
C
alleen groen licht
D
alleen blauw licht
Slide 32 - Quiz
wat gebeurt er met de kleuren licht die niet door een filter worden doorgelaten?
A
deze worden door het filter weerkaatst
B
deze worden door het filter geabsorbeerd
C
deze krijgen de zelfde kleur als het filter
Slide 33 - Quiz
Welke kleur lijkt een voorwerp te hebben als er geen licht op schijnt?
A
wit
B
zwart
C
de kleur van het voorwerp
Slide 34 - Quiz
Een kamer heeft een blauwe muur. Er schijnt wit licht op de muur. Welke kleur zie je?
A
wit
B
blauw
C
zwart
D
je ziet de muur niet
Slide 35 - Quiz
Een kamer heeft een blauwe muur. Het is helemaal donker in de kamer. Er is alleen een gele lamp aan. Welke kleur zie je?
A
wit
B
blauw
C
geel
D
zwart
Slide 36 - Quiz
Je hebt een wit T-shirt aan met rode letters er op. Wat zie je als er alleen rood licht is?
A
wit T-shirt met rode letters
B
hele T-shirt is wit
C
roos T-shirt met witte letters
D
hele T-shirt is rood
Slide 37 - Quiz
Je hebt een wit T-shirt aan met rode letters er op. Wat zie je als er alleen groen licht is?
A
wit T-shirt met groene letters
B
groen T-shirt met zwarte letters
C
hele T-shirt is groen
D
wit T-shirt met zwarte letters
Slide 38 - Quiz
Hans heeft een trui aan die in zonlicht blauw is. I Een blauwe trui is een trui die vooral blauw licht absorbeert. II Een blauwe trui is een trui die vooral blauw licht terugkaatst.
A
I en II zijn niet juist.
B
Alleen I is juist.
C
Alleen II is juist.
D
I en II zijn juist.
Slide 39 - Quiz
Je ligt op het strand. Waar wordt je bruin van?
A
alleen ultraviolet licht
B
alleen infrarood licht
C
zowel infrarood als ultraviolet licht
D
van alle kleuren
Slide 40 - Quiz
Je kunt nu ...
uitleggen hoe een regenboog ontstaat;
de kleuren van de regenboog noemen;
kenmerken van infrarood en ultraviolet licht noemen;
uitleggen wat een prisma met wit licht doet;
de primaire kleuren noemen die bij licht mengen gebruikt worden ;
de kleuren noemen die ontstaan als je primaire kleuren mengt;
uitleggen hoe een kleurfilter werkt als er licht door gaat;
Slide 41 - Diapositive
Ja, dat kan ik.
😒🙁😐🙂😃
Slide 42 - Sondage
Voorbereiden op een Toets!
Lees de tekst van de paragraaf door;
Maak een lijst van de signaalwoorden/begrippen (blauw gedrukte woorden) met de betekenis;
Lees 'Samengevat'. Snap je het? Prima, zo niet lees de tekst (of een gedeelte) nog eens door en pak je lijst met signaalwoorden erbij totdat je alles begrijpt.
Maak opgaven, misschien ook uit de groene, blauwe - of paarse route;
Kijk je opgaven goed na, weet wat je goed doet en nog niet goed doet.
Lees 'Je kunt nu'. Kun je dat? Prima, zo niet maak nog wat opgaven totdat je alles met ja kunt beantwoorden;